Basiskennis over de hersenen:
De hersenen bestaan uit toppen (Gyrus) en
dalen (Sulcus).
De hersenen heeft twee hemisferen, deze
hebben gelijkwaardige functies en verschillen
tussen de linker en rechter ’hersenhelften’
De vier hersenkwabben:
1. Frontaalkwab
2. Pariëtaalkwab
3. Temporaalkwab
4. Occipitaalkwab
Hersenstam is voor de
vitale en basale (automatische)
functies.
Het Cerebellum is belangrijk
voor het automatiseren,
complexe bewegingen en
taal, 80% van alle neuronen zitten hier.
Limbisch systeem --> Verzameling structuren die nauw verbond is met
de rest, zorgen voor emoties en behoeften
Neuronen > 86 miljard, 100 biljoen verbindingen met axonen van
180.000 km
Bestaat uit:
- Cellichaam (soma) --> Grijze stof
- Dendrieten
- Axon (uitloper) --> heeft enorm veel verbindingen met andere cellen
- Witte stof
,Actiepotentiaal --> Elektrische stroom die wordt gestuurd langs axonen,
aan het eind worden neurotransmitters uitgestoten door de synaps
(spleet) en wordt weer opgenomen door een dendriet.
Corpus Callosum ofwel de hersenbalk verbindt de beide hersenhelften.
Gliacellen --> cluster van cellen (85 miljard)
- Ondersteunen
- Beschermen
- Voeden neuronen
- Reguleren van synaps (blijven er neurotransmitters hangen? Dan
regelt de gliacel dat het wordt gefixt).
- Isoleren (myeline --> Wordt gevormd door gliacellen)
Neurale netwerken --> Vormen in je hersenen waarmee functies
worden uitgevoerd
Default mode network --> Niet in het bijzonder een taak uitvoeren
(lopen naar school) en je zit erg in je hoofd te nadenken over jezelf. Is
betrokken bij paniekstoornissen, depressies, jezelf niet openstellen,
kritisch op jezelf zijn en kan dus mislopen. Er zijn soorten drugs die deze
netwerken uit elkaar kunnen trekken.
Cognitieve Psychologie:
Gaat over het denken en menselijk gedrag:
- Wetenschappelijke studie van mentale processen.
- Normaal functioneren van de hersenen.
- Begrijpen van gedrag.
Cognitieve functioneren is afhankelijk van:
- Lichamelijk gesteldheid
o Alertheid
o Spanning
- Psychische gesteldheid
o Emoties
o Behoeften
o Motivatie
Je kan je hersenen pas optimaal gebruiken als dit in orde is.
Cognitieve en neuropsychologie:
, - Gedrag
- Denkprocessen
- Mentale processen
- Hersenprocessen
- Hersenfuncties
- Hersennetwerken
- Hersenstructuren
- Hersenanatomie
Lopen in elkaar door, van boven naar beneden > Van cognitieve naar
neuropsychologie.
Executieve functies zijn de basis van cognitie:
- Controle over je denken en doen door:
o Controle over je aandacht
o Dat wat je aandacht geeft, neem je waar
o Dat wat je waarneemt kan je opslaan, iets meedoen, kun je
over praten.
Geschiedenis van de cognitieve psychologie:
> 1880 Wilhelm Wundt, William James, Sigmund Freud dachten na over
hoe wij nadenken met behulp van introspectie (Wijsgerige psychologie).
> 1920 Burrhus F. Skinner, Ivan Pavlov, John B. Watson gaven een prikkel
om te kijken naar het gedrag van de mens ipv naar de hersenen
(Behaviorisme).
> 1956 George A. Miller het gaat om de verwerking van de hersenen van
ons gedrag dat ons ons maakt (Cognitieve psychologie).
Mensbeelden: Lichaam en geest
- Materialistisch-mechanistisch --> Geen rol voor
geest/bewustzijn.
- Cognitieve psychologie --> Lichaam = geest/bewustzijn
- Dualisme --> Geest/bewustzijn en lichaam staan los van elkaar
Is ons innerlijk leven/bewustzijn een product van onze hersenen? Zo ja,
hoe krijgen de hersenen dat voor elkaar? --> Dat weten we nog steeds
niet
Neuropsychologie:
, - (Dis) functioneren van het brein in relatie tot gedrag.
- Verklaren van afwijkend gedrag.
- Scientist practicioner (gebruik van neuropsychologische tests).
Hoofdstuk 3: Neuropsychologie in de praktijk
3.2 Werkveld
Werkplekken als neuropsycholoog:
- Ziekenhuis
o Patiënten helpen met medische aandoeningen waarbij
cognitieve stoornissen zijn ontstaan.
o Diagnose stellen.
- Geestelijke gezondheidszorg
o Relatie tussen hersenen, cognitie, emotie en gedrag wordt
onderzocht.
o Onderzoeken doen en behandelplan opstellen.
o Werken intensief samen met psychiaters en psychiatrisch
verpleegkundige.
- Revalidatiecentra
o Patiënt zo zelfstandig mogelijk te maken.
- Langdurige zorg
- Forensische zorg
o Onderzoeken naar bijvoorbeeld tbs-patiënten.
- Specialistische centra
Wat doe je als neuropsycholoog:
- Verwijzingen en vraagstelling
- Dossieronderzoek
- Hypothesen formuleren over oorzaken problematiek
- Anamnese (intakegesprek)
- Heteroanamnese (gesprek met een naaste)
- Aanscherpen hypothesen
- Psychometrisch onderzoek (testonderzoek)
o Observaties
- Conclusie en adviezen
3.3 Diagnostiek
Neuropsychologische test zijn bestaat uit een volledige, hypothese
toetsende diagnostische cyclus. De diagnostische cyclus:
1. Vraagstelling