In wetenschap zijn er vooronderstellingen die een vaak verborgen, maar belangrijke rol
spelen. Dit heeft invloed op formulering en acceptatie van wetenschappelijke kennis.
Bij vraag: 'Wat is wetenschap?' --> common sense-visie, maar deze is niet houdbaar.
Wetenschap heeft groot belang in de samenleving voor doorbraken en ontwikkeling.
Media versterkt de common sense-visie: wetenschappelijk onderzoek is autonoom,
neutraal, onafhankelijk, maatschappelijk waardevrij en niet normatief (ofwel juist
objectief).
De algemene opbouw van wetenschappelijke artikelen en rapportages versterkt dit beeld
ook; het weerspiegelt de gedachte dat wetenschap een zuiver rationele onderneming is.
Kritische vraag: krijgen we via de common sense-visie wel een goed beeld van de praktijk
van wetenschappelijk onderzoek? En krijgen we niet een eenzijdig/geïdealiseerd beeld
van wetenschap voorgeschoteld met die visie?
Geschiedenis van levenswetenschappen: gebieden van biologie en geneeskunde.
--> Biologie:
Aristoteles: zoölogische classificatie o.b.v. empirische gegevens (kleur bloed bijv.)
Carl Linnaeus: classificatiesysteem o.b.v. speciale kenmerken (bloeiwijze planten
bijv.)
19e eeuw werd experimenteren belangrijk -> fysiologie gezichtsbepalend (wat
zichtbaar is).
Charles Darwin: evolutietheorie met survival of the fittest, eind aan het idee dat
de natuur een statisch en geordend geheel is.
Mendel: erfelijkheidsleer verklaart het 'onverklaarde' van darwin; hoe het wordt
overgedragen.
^Deze bovenstaande samengevoegd: neodarwinistische synthese
Hedendaagse biologie wordt geprobeerd fundamentele processen te analyseren
en begrijpen.
--> Geneeskunde:
Eerst ziekten geuit in religieuze termen
Hippocrates: theorie van lichaamssappen (balans tussen bloed, slijm, zwarte en
gele gal)
Galenus: veel bereikt, geneeskunde werd 'boekengeleerdheid'.
Vesalius: 16e eeuw opkomst belang van empirische kennis --> snijden in lijken
voor anatomie
Harvey: gedachte over circulaire bloedsomloop was baanbrekend, maar niet
geheel bewezen
Uitvinding microscoop kon dit bevestigen (haarvaten die bloed overbrengen
van/naar aders)
19e eeuw: moderne ziekenhuis ontstaat
20e eeuw: industrialisering zorgt voor andere financiering wetenschappelijk
onderzoek (fondsen)
,+ experimentele fysiologie: visie dat het functioneren van organismen te onderwerpen
is aan de natuurwetten (populair in 16e eeuw)
+ klinische epidemiologie: niet op zoek naar onderliggende mechanismen, maar
effectiviteit geneesmiddelen aantonen door statistisch te toetsen --> evidence-based
medicine
Wetenschap is een grillig proces, in tegenstelling tot wat de common sense-visie
veronderstelt. Hier volgen 2 voorbeelden:
1. Darwinvinken: Darwin verklaarde evolutietheorie door vinken met verschillende
snavels, aan de hand van het dieet van zaden op verschillende eilanden. Echter kwam hij
eerst op de evolutietheorie, en koppelde hij daarna pas zijn waarneming van de vinken
hieraan. Het ging dus andersom
--> Het common sense- idee 'wie goed kijkt, begrijpt' gaat hier dus niet op. De relatie
tussen waarneming en theorie is complexer dan enkel zien, begrijpen en verklaren.
2. Schapen van Pasteur: Pasteur deed een openlijk experiment met vaccins op schapen,
maar bouwde zekerheden in zodat het zeker zou slagen. Ook gebruikte hij stiekem
theorieën van zijn concurrent, zonder dit te melden. Hij brak dus verschillende regels uit
het common sense-idee.
Met dit vak willen we het denken over levenswetenschappen en geneeskunde stimuleren,
voorbij de common sense-visie. Een verandering van denkraam/paradigma op een
fundamenteel niveau: namelijk op het vlak van het mogelijk maken en begrijpen van
waarnemingen.
Zorgverlening wordt aangemoedigd om evidence-based te werken.
Sciëntistische visie: wetenschappelijke kennis is de enige vorm van kennis en
dit heeft geen grens.
--> Edward O. Wilson bijv.
Traditionele visie: er zijn vele vormen van kennis, en wetenschappelijke kennis
heeft grenzen.
--> Freeman J. Dyson bijv. Hij meende dat bijv. mentale problemen hierbuiten vielen (de
grens), omdat deze te onregelmatig en verschillend waren om wetenschappelijk te
meten.
Een ander voorbeeld van zo'n grens zijn 'somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke
klachten' die patiënten soms ervaren, waar geen aandoening/ziekte en dus geen
passende behandeling aan verbonden kan worden.
Ook is wetenschappelijk onderzoek ge-economiseerd. Wetenschap heeft 'haar ziel
verkocht' en dit leidt vaak tot fraude, wangedrag en misleiding. Om dit tegen te gaan
worden gedragscodes ontwikkeld.
Die gedragscodes doen vaak een beroep op het werk van Robert K. Merton, 4 normen:
Communism: wetenschap is gemeenschappelijk bezig, resultaten moeten
openbaar zijn.
Universalism: beoordeling van resultaten moet onafhankelijk zijn van ras,
geslacht, sociale positie, nationaliteit en andere 'irrelevante criteria'.
Disinterestedness: persoonlijkheid van onderzoeker (belangen en gevoel) mag
geen invloed hebben op de resultaten.
Organized scepticism: basishouding van wantrouwen tegenover resultaten
(peerreview)
, Met deze normen en de daarop gebaseerde gedragscodes proberen we de ziel van de
wetenschap te herwinnen. Je moet dus kritisch denken over de relatie tussen wetenschap
en samenleving.