100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Uitgebreide samenvatting Recht van de Europese Unie (RGBEE10010) €5,56
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting Recht van de Europese Unie (RGBEE10010)

 0 keer verkocht

Dit is een zeer uitgebreide samenvatting van het vak: Recht van de Europese Unie (RGBEE10010). Ik heb dit vak in bachelorjaar 3 RUG gevolgd. . Met deze samenvatting heb ik een 8 gehaald. Het is zeer uitgebreid waardoor je alle stof zal lezen. Belangrijke begrippen staan dikgedrukt, net zoals de jur...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 78  pagina's

  • Ja
  • 18 maart 2025
  • 78
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (44)
avatar-seller
LAWinprogresss
Samenvatting Recht van de Europese Unie
Week 1 tot en met 7

Inhoudsopgave
Samenvatting Recht van de Europese Unie........................................................................1

Samenvatting stof week 1 (Recht van EU)..........................................................................1

Samenvatting stof week 2 (Recht van EU)........................................................................13
4.9 Vrijheid van Vestiging............................................................................................................... 13
4.10 Uitzonderingen op de werkingssfeer van de vrijheid van vestiging.........................................15
4.11 Gerechtvaardigde beperkingen van de vrijheid van vestiging.................................................15
5.1 Grensoverschrijdende Diensten................................................................................................15
5.3 Uitzonderingen op de Werkingssfeer van het Vrije Verkeer van Diensten.................................16
5.4 Het Recht op Vrij Verkeer voor Diensten...................................................................................16
5.5 Rechtvaardiging van belemmeringen van het vrije verkeer van diensten.................................17

Samenvatting stof week 3 (Recht van EU)........................................................................19

Samenvatting stof week 4 (Recht van EU)........................................................................23

Samenvatting stof week 5 (Recht van EU)........................................................................36

Samenvatting stof week 6 (Recht van EU)........................................................................55

Samenvatting stof week 7 (Recht van EU)........................................................................67


Samenvatting stof week 1 (Recht van EU)
Drie typen actoren
Binnen het recht van de Europese Unie (EU) zijn er drie hoofdgroepen actoren. Ten eerste zijn
er de Europese instellingen, die op basis van EU-recht zijn opgericht. De tweede groep
bestaat uit de lidstaten, inclusief hun nationale en decentrale overheden, zoals regeringen en
wetgevers. Tot slot zijn er particulieren, wat zowel natuurlijke personen als rechtspersonen
omvat.

Het primaire recht van de EU
De basis en het hoogste niveau van het EU-recht wordt gevormd door de Verdragen. Dit zijn
het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie (VWEU) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Van deze
documenten is het Werkingsverdrag het meest praktisch relevant, omdat het de regels
vaststelt voor de uitvoering van het Europese juridische kader.
De Verdragen, samen met bijbehorende protocollen en bijlagen, vormen het primaire recht
van de EU. Dit omvat ook fundamentele rechtsbeginselen, het Handvest en de interpretaties
van de Verdragen door het Hof van Justitie van de EU. Een bekend voorbeeld van zo’n
juridische interpretatie is het Dassonville-arrest, waarin het Hof verduidelijkt wat onder
‘maatregelen van gelijke werking’ in artikel 34 VWEU valt.
Hoewel de lidstaten uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de goedkeuring van
verdragswijzigingen, kunnen ook het Europees Parlement en de Europese Commissie een
verdragswijziging initiëren. Hierdoor hebben de lidstaten niet langer de volledige controle
over wijzigingen in de Verdragen.

,Het afgeleide recht van de EU
Het secundaire EU-recht, ook wel afgeleid recht genoemd, is gebaseerd op de Verdragen. De
Verdragen zelf bevatten enkel de hoofdlijnen en algemene principes, waardoor nadere
wetgeving nodig is om deze verder uit te werken.
Er bestaat een duidelijke hiërarchie tussen primair en secundair recht: afgeleid recht mag niet
in strijd zijn met de Verdragen. Dit betekent onder meer dat secundaire wetgeving gebaseerd
moet zijn op een geldige rechtsgrondslag en dat beperkingen op het vrije verkeer van
goederen gerechtvaardigd moeten zijn.
Om de uitvoeringsregels verder te verfijnen, bestaat er ook tertiaire wetgeving. Dit omvat
gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die zijn aangenomen op basis van secundaire
wetgeving. Zowel secundaire als tertiaire wetgeving worden soms gezamenlijk gedelegeerde
EU-wetgeving genoemd, omdat ze hun basis vinden in de bevoegdheden die via de Verdragen
zijn gedelegeerd.
Secundaire wetgeving kent verschillende vormen, zoals verordeningen, richtlijnen en
besluiten. Deze worden geïdentificeerd aan de hand van hun jaartal, een volgnummer en een
code die aangeeft op welk deel van het primaire recht ze zijn gebaseerd. Voor tertiaire
wetgeving geldt dezelfde identificatiemethode.

Vinden en bestuderen EU-recht
Alle EU-wetgeving, zowel primair als afgeleid recht, wordt gepubliceerd in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Dit is opgedeeld in verschillende reeksen: de L-reeks bevat wetgeving
en de C-reeks andere mededelingen, zoals ontwerpwetgeving en officiële aankondigingen.
Daarnaast is er de E-reeks, waarin documenten zoals voorbereidend wetgevingsmateriaal en
vragen van het Europees Parlement aan de Commissie digitaal worden gepubliceerd.
EU-recht is dynamisch en voortdurend in ontwikkeling. Dit blijkt onder meer uit het
regelmatige wijzigen van de Verdragen, iets wat vaker voorkomt dan wijzigingen in nationale
grondwetten. Het karakter van EU-wetgeving wordt mede bepaald door de compromissen
tussen lidstaten en EU-instellingen, wat kan leiden tot vage begrippen of het overnemen van
concepten uit specifieke lidstaten. Dit roept juridische vragen op die om interpretatie vragen.

Constitutieve beginselen
De EU heeft eigen bevoegdheden en kan zelfstandig optreden via haar instellingen en
organen. Dit optreden is gebonden aan drie fundamentele principes: attributie, subsidiariteit
en evenredigheid. Deze zijn vastgelegd in artikel 4, lid 1, en artikel 5 VEU.
Het attributiebeginsel stelt dat de EU alleen kan handelen als zij daartoe expliciet bevoegd is
gemaakt door de lidstaten via de Verdragen. De overdracht van bevoegdheden aan de EU is
hierdoor juridisch vastgelegd en democratisch gelegitimeerd via nationale parlementen. Dit
beginsel voorkomt dat de EU zichzelf bevoegdheden toe-eigent.
Sinds 1992 is het attributiebeginsel aangevuld met de beginselen van subsidiariteit en
evenredigheid. Subsidiariteit houdt in dat de EU alleen actie onderneemt als dit effectiever is
dan wanneer lidstaten dit zelf doen. Evenredigheid vereist dat de EU niet verder gaat dan
noodzakelijk bij het uitoefenen van haar bevoegdheden.

Het attributiebeginsel: de bevoegdheden van de Unie
Het systeem van specifieke bevoegdheidstoedeling houdt in dat de Europese Unie (EU) alleen
mag handelen wanneer zij daar expliciet toe is gemachtigd door de Verdragen. Dit principe is
vastgelegd in artikel 4, lid 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), in
samenhang met artikel 5, leden 1 en 2 VEU. In de praktijk betekent dit dat er altijd een
rechtsgrondslag in de Verdragen moet zijn voor EU-optreden.
Naast deze expliciete bevoegdheidstoekenning kent het EU-recht ook de doctrine van
impliciete bevoegdheden. Deze doctrine stelt dat de EU in externe aangelegenheden bevoegd

, kan zijn, zelfs als deze bevoegdheid niet expliciet in de Verdragen is vastgelegd. Dit geldt
wanneer de externe bevoegdheid logisch voortvloeit uit een bestaande interne bevoegdheid.
Met andere woorden, als de EU een bepaalde bevoegdheid heeft op intern beleidsterrein, kan
zij onder bepaalde omstandigheden ook extern handelen op datzelfde gebied. Een concreet
voorbeeld hiervan is het arrest van het Hof van Justitie waarin werd bepaald dat de EU, door
een gemeenschappelijk visserijbeleid te voeren binnen de Unie, ook bevoegd is om
internationale visserijovereenkomsten met derde landen te sluiten.
Volgens artikel 5 VEU moeten alle EU-maatregelen een rechtsgrondslag hebben in de
Verdragen. In de praktijk wordt deze rechtsgrondslag meestal vermeld in de eerste
overweging van de preambule van een EU-maatregel. Het vereiste van een rechtsgrondslag is
om twee belangrijke redenen van belang. Ten eerste waarborgt het dat de EU niet buiten haar
bevoegdheden treedt door zich te mengen in beleidsterreinen die niet aan haar zijn
overgedragen door de lidstaten. Dit vormt een materiële bescherming tegen
bevoegdheidsoverschrijding. Ten tweede zorgt dit vereiste ervoor dat de
besluitvormingsprocedures correct worden gevolgd. Het Verdrag betreffende de Werking van
de EU (VWEU) schrijft immers voor verschillende beleidsterreinen uiteenlopende
besluitvormingsprocedures voor, waarbij de rol en betrokkenheid van EU-instellingen per
geval kunnen verschillen. Dit wordt een procedurele waarborg genoemd.
Het beginsel van bevoegdheidstoedeling is nauw verbonden met de toetsing of de EU in een
specifiek geval haar bevoegdheden overschrijdt. Dit wordt aangeduid als de ultra vires-
toetsing. Hierbij wordt beoordeeld of de EU binnen de grenzen van haar toegekende
bevoegdheden blijft. Dit is niet alleen een juridische controle, maar ook een garantie dat de
EU niet verder gaat dan wat de nationale parlementen van de lidstaten oorspronkelijk voor
ogen hadden toen zij instemden met Europese integratie.

Attributie als materiële waarborg
De materiële waarborg die voortvloeit uit het beginsel van bevoegdheidstoedeling is cruciaal
om te voorkomen dat de Europese Unie handelt op beleidsterreinen waarvoor zij geen
bevoegdheid heeft. Dit waarborgt dat de EU zich beperkt tot de taken die haar expliciet zijn
toegekend door de Verdragen. Dit is vooral van belang in situaties waarin het Verdrag
betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) wetgevend optreden door de EU
expliciet verbiedt. Door deze materiële waarborg wordt voorkomen dat de Unie haar
bevoegdheden overschrijdt en wordt de autonomie van de lidstaten gewaarborgd.

Attributie als procedurele waarborg
De procedurele waarborgen van het beginsel van bevoegdheidstoedeling komen voort uit de
verschillende besluitvormingsprocedures die in het VWEU zijn vastgelegd. Elke
rechtsgrondslag bepaalt welke procedure gevolgd moet worden, en dit beïnvloedt hoe
besluiten binnen de EU tot stand komen. In de kern begint elke wetgevingsprocedure met een
voorstel van de Europese Commissie, dat vervolgens wordt beoordeeld door de Raad van de
EU, waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn.
Afhankelijk van de gekozen rechtsgrondslag varieert de rol van het Europees Parlement. In
sommige gevallen heeft het een medebeslissende stem (zoals bij de gewone
wetgevingsprocedure), terwijl het in andere gevallen slechts een adviserende rol vervult.
Daarnaast bepaalt de rechtsgrondslag of de Raad van Ministers met gekwalificeerde
meerderheid dan wel met unanimiteit moet stemmen.
De keuze van de juiste rechtsgrondslag is van groot belang, zowel voor lidstaten die hun
vetorecht willen behouden als voor het Europees Parlement, dat streeft naar maximale
invloed op het wetgevingsproces. Daarmee functioneert de procedurele waarborg als een
mechanisme om de institutionele balans binnen de EU te handhaven en te voorkomen dat
besluiten buiten de vastgestelde procedures om worden genomen.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LAWinprogresss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,56. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75463 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€5,56
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd