Lexclips
Week 1
Plaatsbepaling
Het vermogensrecht (onderdeel van het privaatrecht) valt uiteen in:
Het goederenrecht: dit rechtsgebied ziet op de relatie tussen een persoon en een
goed
Het verbintenissenrecht: dit rechtsgebied ziet op de relatie tussen 2 personen.
Het woord ‘recht’ heeft in de Nederlandse taal echter twee betekenissen:
Het objectief recht: de verschillende rechtsgebieden die er bestaan. Dus het
geheel van regels die betrekking hebben op bijvoorbeeld verbintenissenrecht.
Het subjectief recht: dit is een aan iemand toekomende bevoegdheid. Hierbij
kunnen we een onderscheid maken tussen:
Absolute rechten: deze rechten gelden tegenover iedereen.
Relatieve rechten: deze rechter gelden slechts tegen een specifiek persoon.
Verbintenissen: wat zijn ze?
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens
welke de één (de schuldeiser) is gerechtigd tot een gedraging die de ander (de
schuldenaar) verplicht is ten opzichte van hem te verrichten.
Uit deze definitie blijkt dat een verbintenis twee kenmerken heeft:
1. Het gaat om een verplichting
2. De onderlinge band moet vermogensrechtelijk van aard zijn.
Het recht van de schuldeiser tegenover de schuldenaar op het verrichten van de prestatie
heeft vorderingsrecht (actieve kant); de daartoe staande rechtsplicht van de
schuldenaar tot het verrichten van die prestatie heet schuld (passieve kant). Het
vorderingsrecht van de schuldeiser is dus een subjectief vermogensrecht.
Verbintenissen: welke zijn relevant?
Bij dit vak zullen de volgende verbintenissen de revue passeren:
De natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW)
De overeenkomst (art. 6:213 BW)
De zaakwaarneming (art. 6:198 BW)
De ongerechtvaardigde verrijking (art. 6: 212 BW)
De onverschuldige betaling (art. 6: 203 BW)
De onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
De belangrijkste onderwerpen zijn zonder meer de overeenkomst en de onrechtmatige
daad.
Hoe ontstaan ze?
Uit art. 6:1 BW blijkt dat een verbintenis op drie verschillende manieren kan ontstaan:
, 1. Op grond van expliciete wettelijk bepalingen: denk bijvoorbeeld aan de
zaakwaarneming (art. 6:198 BW) of de onrechtvaardige verrijking (art. 6:212 BW).
2. Door een verbintenisscheppende handeling: denk hierbij aan de
overeenkomst
3. Doordat het past in het stelsel van de wet: dit is erkend in het bekende arrest
‘Quint/Te Poel
Natuurlijke verbintenis
Een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis (art. 6:3 lid 1
BW).
Aan haar actieve zijde is zij een vorderingsrecht zonder rechtsvordering en dus
ook zonder verhaalsrecht.
Aan haar passieve zijde is zij een schuld zonder aansprakelijkheid waardoor ze ook
niet leidt tot uitwinbaarheid.
Een klassiek voorbeeld: het arrest ‘Goudse Bouwmeester’
Recapitulatie:
Het vermogensrecht kun je onderverdelen in het goederenrecht en in het
verbintenissenrecht.
Een verbintenis is een verplichting dat vermogensrechtelijk van aard is
Er bestaan diverse verbintenissen, maar de belangrijkste zijn de
overeenkomsten en de onrechtmatige daad
Een verbintenis kan op drie manieren ontstaan (art. 6:1 BW)
Er bestaat ook nog zoiets als een natuurlijke verbintenis.
Een verbintenis is:
‘De vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens welke de een – de
schuldeiser (crediteur) – is gerechtigd tot een op het terrein van het vermogensrecht
liggende gedraging, waartoe de ander – de schuldenaar (debiteur) – is verplicht, deze ten
opzichte van hem te verrichten’
Kenmerken verbintenis
Uit deze definitie volgen meerdere kenmerken:
1. Een persoon heeft een recht op een door een andere persoon te verrichten
prestatie, terwijl de ander tegenover de eerste verplicht is tot het verrichten van
die prestatie.
Aan de ene kant heeft de schuldeiser dus een vorderingsrecht en de
schuldenaar een schuld.
2. De verbintenis is vermogensrechtelijk van aard is
Actieve kant (schuldeiser) Passieve kant
(schuldenaar
Kern Vorderingsrecht Schuld
Veroordelingsmogelijkh Rechtsvordering Aansprakelijkheid
eid
Executiemogelijkheid Executierecht Uitwisbaar
Week 1
Plaatsbepaling
Het vermogensrecht (onderdeel van het privaatrecht) valt uiteen in:
Het goederenrecht: dit rechtsgebied ziet op de relatie tussen een persoon en een
goed
Het verbintenissenrecht: dit rechtsgebied ziet op de relatie tussen 2 personen.
Het woord ‘recht’ heeft in de Nederlandse taal echter twee betekenissen:
Het objectief recht: de verschillende rechtsgebieden die er bestaan. Dus het
geheel van regels die betrekking hebben op bijvoorbeeld verbintenissenrecht.
Het subjectief recht: dit is een aan iemand toekomende bevoegdheid. Hierbij
kunnen we een onderscheid maken tussen:
Absolute rechten: deze rechten gelden tegenover iedereen.
Relatieve rechten: deze rechter gelden slechts tegen een specifiek persoon.
Verbintenissen: wat zijn ze?
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens
welke de één (de schuldeiser) is gerechtigd tot een gedraging die de ander (de
schuldenaar) verplicht is ten opzichte van hem te verrichten.
Uit deze definitie blijkt dat een verbintenis twee kenmerken heeft:
1. Het gaat om een verplichting
2. De onderlinge band moet vermogensrechtelijk van aard zijn.
Het recht van de schuldeiser tegenover de schuldenaar op het verrichten van de prestatie
heeft vorderingsrecht (actieve kant); de daartoe staande rechtsplicht van de
schuldenaar tot het verrichten van die prestatie heet schuld (passieve kant). Het
vorderingsrecht van de schuldeiser is dus een subjectief vermogensrecht.
Verbintenissen: welke zijn relevant?
Bij dit vak zullen de volgende verbintenissen de revue passeren:
De natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW)
De overeenkomst (art. 6:213 BW)
De zaakwaarneming (art. 6:198 BW)
De ongerechtvaardigde verrijking (art. 6: 212 BW)
De onverschuldige betaling (art. 6: 203 BW)
De onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
De belangrijkste onderwerpen zijn zonder meer de overeenkomst en de onrechtmatige
daad.
Hoe ontstaan ze?
Uit art. 6:1 BW blijkt dat een verbintenis op drie verschillende manieren kan ontstaan:
, 1. Op grond van expliciete wettelijk bepalingen: denk bijvoorbeeld aan de
zaakwaarneming (art. 6:198 BW) of de onrechtvaardige verrijking (art. 6:212 BW).
2. Door een verbintenisscheppende handeling: denk hierbij aan de
overeenkomst
3. Doordat het past in het stelsel van de wet: dit is erkend in het bekende arrest
‘Quint/Te Poel
Natuurlijke verbintenis
Een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis (art. 6:3 lid 1
BW).
Aan haar actieve zijde is zij een vorderingsrecht zonder rechtsvordering en dus
ook zonder verhaalsrecht.
Aan haar passieve zijde is zij een schuld zonder aansprakelijkheid waardoor ze ook
niet leidt tot uitwinbaarheid.
Een klassiek voorbeeld: het arrest ‘Goudse Bouwmeester’
Recapitulatie:
Het vermogensrecht kun je onderverdelen in het goederenrecht en in het
verbintenissenrecht.
Een verbintenis is een verplichting dat vermogensrechtelijk van aard is
Er bestaan diverse verbintenissen, maar de belangrijkste zijn de
overeenkomsten en de onrechtmatige daad
Een verbintenis kan op drie manieren ontstaan (art. 6:1 BW)
Er bestaat ook nog zoiets als een natuurlijke verbintenis.
Een verbintenis is:
‘De vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens welke de een – de
schuldeiser (crediteur) – is gerechtigd tot een op het terrein van het vermogensrecht
liggende gedraging, waartoe de ander – de schuldenaar (debiteur) – is verplicht, deze ten
opzichte van hem te verrichten’
Kenmerken verbintenis
Uit deze definitie volgen meerdere kenmerken:
1. Een persoon heeft een recht op een door een andere persoon te verrichten
prestatie, terwijl de ander tegenover de eerste verplicht is tot het verrichten van
die prestatie.
Aan de ene kant heeft de schuldeiser dus een vorderingsrecht en de
schuldenaar een schuld.
2. De verbintenis is vermogensrechtelijk van aard is
Actieve kant (schuldeiser) Passieve kant
(schuldenaar
Kern Vorderingsrecht Schuld
Veroordelingsmogelijkh Rechtsvordering Aansprakelijkheid
eid
Executiemogelijkheid Executierecht Uitwisbaar