De Engelenmaker, Stefan Brijs
Uitgeverij Atlas, Amsterdam
Eerste uitgave: 2005
Stel je voor je keert na bijna twintig jaar terug naar je kleine geboortedorp waar je alle 700 inwoners
persoonlijk kent. Niet heel raar toch? Maar stel je verandert de context en je keert na twintig jaar
terug naar je kleine geboortedorp, waar je vader zelfmoord heeft gepleegd, samen met een identieke
drieling die allemaal een opmerkelijke afwijking hebben. Verandert dat de zaak al iets meer?
Dit is het boek ‘De Engelenmaker’ over Doktor Victor Hoppe geschreven door Stefan Brijs.
Het is 13 oktober 1984 en Dokter Victor Hoppe keert na twintig jaar terug naar zijn geboortedorp
Wolfheim, maar niet alleen. Hij is samen met zijn pasgeboren identieke drieling die stuk voor stuk
een schrikwekkende afwijking hebben. Als dorpeling zou ik dit persoonlijk niet heel normaal vinden
en zo dachten de dorpelingen van Wolfheim er ook over. Nadat de Hoppe zijn dokter status waar
maakt bij de dorpelingen door middel van een aantal indrukwekkende genezingen wordt hij toch wat
minder raar aangekeken en groeit zijn populariteit. Het feit dat zijn kinderen echter bijna nooit te
zien zijn, zorgt voor het besef bij de dopelingen dat ze alle drie ernstig ziek zijn. Er blijkt nog veel
meer aan de hand, maar iedereen gelooft uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid.
Emotieve argumenten
‘’We mogen hem uiteraard ook niet óverschatten. (…) Want als we hem zouden overschatten, dan
gaan we onszelf onderschatten. (…) Dat is de fout die velen van ons maken. Ze leggen zichzelf
grenzen op. Ze bepalen vooraf wat mogelijk en onmogelijk is. En bij het onmogelijke leggen ze zich
neer. Maar soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk. En dan is het slechts een kwestie van
doorzetten.’’
Bovenstaand citaat is een voorbeeld van iets wat mij wel raakte in dit boek. Het is een uitspraak van
Hoppe tijdens een gesprek met een van zijn (oud)collega’s Rex Cremer. Victor spreekt hier over het
‘onmogelijke’ behalen. Deze uitspraak is dan ook zijn levensmotto. Ik lees niet vaak boeken waarin
echte levenslessen voorkomen waar ik ook echt hetzelfde over denk. En bij deze uitspraak heb ik dat
wel heel erg. Want wat soms onmogelijk lijkt, is ook vaak alleen maar moeilijk. Hoppe bewijst deze
uitspraak in dit boek ook, maar om te weten waar dat precies over gaat moet je het boek zelf lezen.
Zelf ging ik na het lezen hiervan er dan ook over nadenken. Wanneer een boek mij aan het nadenken
zet, beslis ik al bijna onbewust voor mezelf dat het een goed boek vind en dat leidt tot respect voor
de schrijver.
Esthetische argumenten
‘’Daags na zijn geboorte werd Victor Hoppe opgenomen in het Clarissenklooster van La Chapelle (…)
Hij was door de duivel gebeten. Dat althans dacht zijn zeer gelovige moeder.’’
Dit citaat gaat over het begin van het leven van Victor. Hij is hier nog maar een kind en ondertussen
wordt hij in een gesticht geplaatst. ‘’Er zal wel een goede reden voor zijn’’ denk je dan waarschijnlijk.
Maar nee. Die was er naar mijn mening zeker niet. De enige reden was zijn hazenlip en het feit dat hij
bestempeld werd als ‘debiel’. Het ding is dat hij in de realiteit veel intelligenter is dan mensen
dachten. Er is één zuster in het klooster genaamd Marthe die dit wél doorheeft en hem begrijpt. Dit