100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

DEEL 1 Samenvatting WEEK 1 T/M 4 Jeugdrecht: literatuur, jurisprudentie, hoorcolleges

Beoordeling
4,5
(2)
Verkocht
3
Pagina's
115
Geüpload op
17-03-2025
Geschreven in
2024/2025

Het is een lange samenvatting, maar alle stof is erin opgenomen (dus echt volledig): - Alle verplichte literatuur - Alle verplichte jurisprudentie: uitgebreid! - Alle informatie uit de hoorcolleges > samengevoegd tot één geheel Week 5 t/m 8 wordt later ook geplaatst op mijn Stuvia! Tevreden? Laat vooral een review achter.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
17 maart 2025
Aantal pagina's
115
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting literatuur jeugdrecht
Deze samenvatting bevat een uitwerking van alle hoorcolleges, aangevuld met
de verplichte literatuur en jurisprudentie + informatie uit de werkcolleges.
Tevreden? Laat dan vooral een review achter op mijn Stuvia 😊

Introductie in het gezagsrecht
Dit bevat een korte samenvatting van het gezagsrecht om de informatie op te
frissen.

Kinderbeschermingsmaatregelen kunnen inbreuk maken op het gezag van
ouders.

Wat houdt het gezag in? Art. 1:245 BW
1. Minderjarigen staan onder gezag
2. Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel voogdij
3. Ouderlijk gezag wordt door de ouders gezamenlijk of door één ouder
uitgeoefend. Voogdij wordt door een ander dan een ouder uitgeoefend.
Maar: ook mogelijk voor een niet ouder om ouderlijk gezag te dragen als
dat samen met een juridisch ouder gebeurt (bv. moeder met stiefouder art.
1:253sa en 253t)
4. Het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige (bv. naam),
het bewind over zijn vermogen (geld) en zijn vertegenwoordiging in
burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte (ouders
vertegenwoordigen kind bij rechter) (art. 1:245 en 1:247)

Art. 1:247 BW
1. Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn
minderjarig kind te verzorgen en op te voeden, waaronder mede:
2. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de
verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de
veiligheid van het kind, alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van
zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de
ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende
behandeling toe (dit ter voorkoming van kindermishandeling, hieronder
valt alle fysieke bestraffing van kinderen)
3. Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de
ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te
bevorderen (zie bv. het ouderschapsplan).

Lid 2 van art. 1:247 BW geldt ook voor de voogd en voor derden (zoals
pleegouders) die een minderjarige verzorgen en opvoeden zonder het hebben
van gezag (art. 1:248 BW). Lid 1 is niet van toepassing op de voogd, omdat zij
alleen de plicht heeft ervoor te zorgen dat de minderjarige wordt verzorgd en
opgevoed (art. 1:336 BW). Gezamenlijke voogden worden geacht zelf zorg en
opvoeding te bieden art. 1:282 BW.

Art. 1:245 en 1:247 BW bevatten veel vage begrippen. Wat betekent dit nu
allemaal?
 Het gaat om de dagelijkse opvoeding en zorg over kinderen: bv. huisregels
(bedtijden, dieet, kleding, piercings, etc.), ook om beslissingen over school,


1

, paspoorten, hoofdverblijfplaats, medische behandeling, religie. etc.  alle
beslissingen moeten worden genomen door gezaghebbende ouders of voogd
 Gezaghebbende ouders zijn in principe vrij hierin keuzes te maken. Staat
mag hier niet zomaar inbreuk in maken, tenzij dit inbreuk maakt op de
rechten van het kind  het kinderbeschermingsrecht.

Verkrijging van gezag  hier maken kinderbeschermingsmaatregelen
inbreuk op
 Van rechtswege: huwelijk/GP (art. 1:251/1:253aa BW): de ouders
oefenen tijdens het huwelijk samen het gezag uit (zelfde als bij GP). Als kind
tijdens huwelijk/GP wordt geboren  dan van rechtswege gezag over het
kind. Bij homoseksuele koppels is dit echter anders (wordt nu niet
besproken)

 Op verzoek van de ouders/buiten huwelijk: via aantekening
gezagsregister: voor kinderen geboren buiten huwelijk/GP. Kind wordt
geboren tijdens de informele relatie van biologische moeder en biologische
vader.
 Moeder: wordt automatisch de juridische moeder art. 1:198 BW en
heeft automatisch gezag art. 1:253b BW. De vrouw uit wie het kind
wordt geboren wordt de geboortemoeder genoemd. Indien het kind nog
een juridische moeder heeft, heet dit de duomoeder.
 Draagmoederschap: In NL geldt dat degene uit wie het kind geboren
wordt de juridische moeder is. Om de familierechtelijke betrekking
te verbreken, is adoptie nodig. In deze situatie kan de een van de
wenshouders het kind al voor de geboorte met toestemming van de
draagmoeder ekennen en na de geboorte kan hij de rechter
verzoeken om hem (i.p.v. draagmoeder) te belasten met het
ouderlijk gezag over het kind (= gezagswissel art. 1:253c BW).
Wensmoeder kan kind vervolgens weer adopteren art. 1:227 en
1:228 BW. Het kind heeft in de toekomst het recht op informatie over
zijn identiteit art. 7 en 8 IVRK.
 Vader: het gezagsrecht van vader ontstaat afhankelijk van de wijze
waarop zijn juridische vaderschap ontstaat. Vader kan kind ex art.
1:199 BW erkennen (sub c), adopteren of zijn vaderschap kan
gerechtelijk worden vastgesteld. Het vaderschap ontstaat dan dus door
de erkenning.
 Het ouderlijk gezag ontstaat echter niet automatisch door die erkenning als
die erkenning vóór 1-1-2023 heeft plaatsgevonden (geen automatisch
ouderlijk gezag, er was afzonderlijke handeling nodig in gezagsregister art.
1:252 BW). In de praktijk werd dit vaak vergeten en moeder gaf niet altijd
toestemming. Waar het gezag van de ongehuwde moeder automatisch
ontstaat door moederschap, was dat voor vader niet zo.
 Vanaf 1-1-2023 is de wet gewijzigd. Ex art. 1:251b BW heeft de vader
automatisch ouderlijk gezag door erkenning. De gezagspositie voor de
ongehuwde vader werd dus beter  automatisch ouderlijk gezag bij
erkenning (uitzonderingen in artikel genoemd).
 LET OP: in elke situatie opletten of er sprake is van gezamenlijk ouderlijk
gezag of eenhoofdig ouderlijk gezag? Een kinderbeschermingsmaatregel
maakt inbreuk op dat ouderlijk gezag. Als dat er dus niet is, raakt de


2

, maatregel die ouder het dus niet. Bekijk in casus of ouderlijk gezag is
ontstaan en zo ja, wie het heeft.
 Ontkenning ouderschap: ook mogelijk, zie hiervoor art. 1:200 BW.

 Rechterlijke uitspraak: verzoek gezamenlijk gezag art. 1:253c BW 
toewijzing, tenzij…onaanvaardbaar risico e.d.
 Uit jurisprudentie blijkt dat ondanks dat aan die gronden is voldaan,
rechter tot ouderlijk gezag kan toewijzen
 Uitgangspunt = gezamenlijk, tenzij..
 Wat gebeurt er als ouders uit elkaar gaan? Belangrijk na te gaan wat de
rechtspositie is van ouders na scheiding of relatiebreuk. Een scheiding
of relatiebreuk verandert in principe niets
 Art. 1:251 lid 2 BW  na de ontbinding van het huwelijk (…) blijven de
ouders die gezamenlijk het gezag hebben, dit gezag gezamenlijk
uitoefenen  dit kan natuurlijk problemen opleveren, omdat ze het niet
altijd eens zijn  daarom…
 Art. 1:253a BW  de geschillenregeling + vervangende toestemming (bv.
zorgregeling, bepalen hoofdverblijf, etc.). Als er bv. geen toestemming
wordt gegeven voor bepaalde gezagshandelingen, dan kan een ouder de
rechter vragen om vervangende toestemming.

Onbevoegdheid tot gezag
Minderjarigen zijn nooit bevoegd gezag uit te oefenen art. 1:246 BW. Het is
mogelijk dat een minderjarige ouder van 16/17 jaar een verzoek kan doen aan de
kinderrechter om haar meerderjarig te verklaren. Indien de rechter dit niet
toewijst, blijft zij minderjarig en dus niet bevoegd tot gezag over haar kind art.
1:253ha BW.

Sommige meerderjarigen zijn ook onbevoegd, zoals personen onder curatele,
verstandelijk gehandicapten of met blijvende psychische stoornissen (dus niet bij
tijdelijke stoornissen). Kan ook gelden voor degene ten behoeve van wie een
mentorschap is ingesteld art. 1:453a jo. 1:246 BW.

Gezamenlijk gezag: als één ouder onbevoegd is, oefent de andere ouder alleen
het gezag uit (art. 1:253q BW). Bij herstel van bevoegdheid herleeft het
gezamenlijk gezag automatisch.

Beide ouders onbevoegd: de rechtbank benoemt dan een voogd over de
minderjarige (art. 1:253q lid 2 BW)

Ongeschikt of onwillig: rechtbank kan door gezagsbeëindiging de ouders het
gezag geheel ontnemen art. 1:266 e.v. en art. 1:327 e.v. BW). Wanneer ouders of
voogd kind in pleeggezin plaatsen, kan dit leiden tot inperking eigen
zeggenschap (blokkaderecht pleegouders art. 1:253s BW)

Tijdelijke onmogelijkheid en onbekende verblijfplaats (art. 1:253r BW): dit geldt
ook voor de voogd art. 1:234 BW.
 Van onmogelijkheid is sprake als ouder volstrekt niet bij machte is voor het
kind te zorgen.



3

,  Van tijdelijke onmogelijkheid kan sprake zijn als ouder geruime tijd in
buitenland verblijft
 Dan is ouderlijk gezag (van rechtswege) geschorst
 Rechter moet vervolgens weer overtuigd zijn dat kind wederom aan
ouder mag worden toevertrouwd art. 1:253r jo. art. 1:253q lid 5 BW)

Naarmate het kind ouder wordt krijgt het kind steeds meer eigen inbreng en
neemt de zeggenschap van de gezagsdragers af. Dit laat zien dat het karakter
van ouderlijk gezag niet absoluut is.
 Maar: Leerplichtwet 1969  kinderen van 5 jaar of ouder moeten altijd
naar school
 Art. 249 en 304 Sr beschermt minderjarigen tegen wangedrag van ouders
of voogd en andere vormen van kindermishandeling en art. 255 Sr
beschermt hen tegen in hulpeloze toestand brengen en laten.
 Als er sprake is van een minderjarige die opgroeit in een omgeving waarin
zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd (art. 1:255 lid 1 BW en art. 326 lid
1 BW) kan de kinderrechter de minderjarige onder toezicht stellen.

Overlijden: als één ouder overlijdt, oefent de langstlevende ouder automatisch
het gezag alleen uit (art. 1:253f BW). Bij overlijden van de enige gezaghebbende
ouder, voorziet de rechter in het gezag (art. 1:253g BW).

Gezamenlijk gezag van een ouder met een niet-ouder: het niet-ouderlijk gezag
vereist een nauwe persoonlijke band tussen de niet-ouder en het kind. De ouder
en de niet-ouder moeten gezamenlijk een verzoek indienen. Dit kan ook in
gevallen van overlijden van de andere ouder (art. 1:253x BW). De niet-ouder
heeft dezelfde verantwoordelijkheden als de ouder (incl. onderhoudsplicht), ook
na beëindiging van het gezamenlijk gezag (art. 1:253w BW)

Geschillenregeling ouderlijk gezag art. 1:253a BW
De regeling in art. 1:253a BW biedt ouders die gezamenlijk ouderlijk gezag
uitoefenen een juridische mogelijkheid om conflicten over de uitvoering van dit
gezag aan de rechter voor te leggen. Het gaat hierbij om geschillen die ouders
zelf niet kunnen oplossen en kunnen variëren van opvoedingskwesties tot
verhuizingen die impact hebben op het kind.
 De geschillenregeling biedt geen grondslag voor de rechter om gezag te
wijzigen, te schorsen of te beëindigen. Het doel is uitsluitend geschillen over
de uitvoering van het gezamenlijk gezag op te lossen.
 De kinderrechter probeert eerst te bemiddelen tussen de ouders, eventueel
met hulp van een mediator of de Raad voor de Kinderbescherming (art.
1:253a lid 5 BW). Lukt dit niet, dan neemt de rechter een beslissing die het
belang van het kind het beste dient (art. 1:253a lid 1 BW).
 De rechter kan onder meer:
 Vaststellen waar kind zijn hoofdverblijfplaats heeft
 Ouder verbieden te verhuizen of gelasten terug te verhuizen als dit het
contact met de andere ouder belemmert
 Regelingen treffen over informatie- en consultatierecht voor de niet-
verzorgende ouder




4

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 2 reviews worden weergegeven
6 maanden geleden

6 maanden geleden

4,5

2 beoordelingen

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
tanishavanaalst Tilburg University
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
631
Lid sinds
7 jaar
Aantal volgers
206
Documenten
64
Laatst verkocht
2 dagen geleden
Samenvattingen van het recht

4,2

52 beoordelingen

5
29
4
15
3
2
2
2
1
4

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen