OEFENVRAGEN
OEFENVRAGEN MEDISCHE KENNIS,
VERPLEEGKUNDIGE KENNIS &
GEDRAGSWETENSCHAPPEN 3.2
,VRAAG 1
• Wat is ambulante zorg?
• A. zorg waarbij je op een afdeling tegen je wil in zit
• B. zorg die niet in een instelling verleend wordt, maar extramuraal. Men
wonen zelfstandig, maar hebben wel op een bepaalde manier zorg nodi
(psychiater of thuiszorg bijv.)
• C. zorg waarbij je 1x of vaker naar een instantie komt om meerdere
therapieën te volgen
Antwoord: B
,VRAAG 2
• Wat betekend psychopathologie?
• A. het studiegebied dat zich bezighoudt met het beschrijven van de dive
vormen van afwijkende emoties, gedachten en afwijkend gedrag
• B. het studiegebied van de psychiatrie
• C. het studiegebied van de somatische en psychische aandoeningen
Antwoord: A
, VRAAG 3
• Welke criteria-gebieden worden gebruikt bij het bepalen of gedrag afwijkend is? (meerdere antwoordmogelijk
• A. uitzonderlijk (zoals horen van stemmen, plotseling angstgevoel)
• B. rare kleding dragen
• C. sociaal afwijkend
• D. foute perceptie of interpretatie van de realiteit
• E. aanzienlijk emotioneel lijden
• F. ongepast of contraproductief gedrag
• G. vaak dronken zijn
• H. gevaar
• Antwoord: A, C, D, E, F en H
OEFENVRAGEN MEDISCHE KENNIS,
VERPLEEGKUNDIGE KENNIS &
GEDRAGSWETENSCHAPPEN 3.2
,VRAAG 1
• Wat is ambulante zorg?
• A. zorg waarbij je op een afdeling tegen je wil in zit
• B. zorg die niet in een instelling verleend wordt, maar extramuraal. Men
wonen zelfstandig, maar hebben wel op een bepaalde manier zorg nodi
(psychiater of thuiszorg bijv.)
• C. zorg waarbij je 1x of vaker naar een instantie komt om meerdere
therapieën te volgen
Antwoord: B
,VRAAG 2
• Wat betekend psychopathologie?
• A. het studiegebied dat zich bezighoudt met het beschrijven van de dive
vormen van afwijkende emoties, gedachten en afwijkend gedrag
• B. het studiegebied van de psychiatrie
• C. het studiegebied van de somatische en psychische aandoeningen
Antwoord: A
, VRAAG 3
• Welke criteria-gebieden worden gebruikt bij het bepalen of gedrag afwijkend is? (meerdere antwoordmogelijk
• A. uitzonderlijk (zoals horen van stemmen, plotseling angstgevoel)
• B. rare kleding dragen
• C. sociaal afwijkend
• D. foute perceptie of interpretatie van de realiteit
• E. aanzienlijk emotioneel lijden
• F. ongepast of contraproductief gedrag
• G. vaak dronken zijn
• H. gevaar
• Antwoord: A, C, D, E, F en H
