Gezondheidscommunicatie
Hoorcollege 1 - Inleiding
Gezondheidscommunicatie is een vakterm voor een breed scala aan activiteiten waarbij sprake is van
een vorm van educatie of informatieoverdracht om te stimuleren dat mensen zich ‘gezonder’ willen en
kunnen gedragen.
- Activiteiten
- Vorm van educatie/informatieoverdracht
- Stimuleren dat mensen zich gezonder gedragen
Wat is gezondheid?
- Gezondheid: ‘A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the
absence of disease or infirmity’.
→ Oude definitie
- Positieve gezondheid: ‘Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en
eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het
leven’.
Gezondheidscommunicatie
Bevat elementen van de basisdefinitie van communicatie;
- Communicatie: uitwisselen van informatie.
- Boodschap: geschreven, gesproken of non-verbaal.
- Doelgroep(en)
- Communicatiekanalen
Wat is het doel van gezondheidscommunicatie?
1) Niet alleen informeren, maar ook het beïnvloeden van gezondheidsgerelateerde beslissingen.
2) Het gaat om het motiveren tot, aanzetten tot, leren en vasthouden van een gewenste
gedragsverandering.
3) Gericht op verbetering van de gezondheid.
,Doelgroepen
Hiervoor is nodig:
1. Situatieanalyse: individuele, sociale, politieke en gedragsgerelateerde factoren die invloed
kunnen hebben op attitudes, gedragingen, sociale normen en beleid over gezondheidsissues.
2. Profiel van de doelgroep: karakteristieken van de doelgroep, bijv. demografische gegevens,
waarden, wensen, attitudes en gedrag.
Gezondheidscommunicatie = multidisciplinair & veelzijdig!
- Cure & care
- Preventie: het voorkomen dat mensen slechte gezondheidsgedragingen uitvoeren.
- Bevordering
Samenwerking tussen verschillende disciplines
- Multidisciplinair: verschillende disciplines werken onafhankelijk van elkaar aan vraagstuk,
bijv. artsen.
- Interdisciplinair: verschillende disciplines werken samen aan (HPV) vraagstuk, bijv. RIVM.
- Transdisciplinair: verschillende disciplines integreren kennis rondom vraagstuk en
genereren zo nieuwe inzichten en theorieën.
Verschillende theoretische perspectieven en methoden
Wetenschapsfilosofieën
Twee paradigma’s - manieren van kijken;
1. Realisme: er bestaat 1 objectieve werkelijkheid die je met empirisch onderzoek kunt
vaststellen.
2. Constructivisme: er zijn verschillende subjectieve, sociaal geconstrueerde werkelijkheden.
‘De werkelijkheid’ bestaat niet.
Maar hebben we theorie nodig om gedrag te veranderen?
Verschillende theoretische perspectieven en methoden
Kwantitatieve en kwalitatieve methoden
- Experiment, survey, observatie, inhoudsanalyse,
interview.
- De beste met onderzoeksvraag bepaalt kwaliteit
uitkomst, niet de methode an sich.
,Hoorcollege 2 - Medialogica en gezondheid
Wat is medialogica?
Antwoord
Media-effect: de invloed die media (al dan niet bedoeld) kunnen hebben op de determinanten
(bepalende factoren?) van gezondheidsgedrag.
→ Kernfactoren hierbij:
- Nieuwsselectie: welke items halen het nieuws?
- Media-aandacht: hoeveel aandacht wordt er aan een issue besteed?
→ Hoe meer aandacht, hoe groter het risico wordt ingeschat.
- Wat wordt er gezegd?
→ Wordt de bedreiging (over)benadrukt of worden ook handelingsperspectieven aangereikt
(risico verminderen of afwentelen).
- Hoe wordt het gezegd?
→ Gebruik van taal en beeldmateriaal.
1. Nieuwsselectie: welke berichten halen het nieuws?
→ Journalisten hanteren specifieke criteria voor nieuwsselectie;
- Heeft een gebeurtenis ernstige gevolgen?
- Speelt het dichtbij of ver weg?
- Is het nieuw, is het een scoop?
Onderzoek > ppt
Conclusie: de hoeveelheid twitter aandacht voor ebola is niet 1-op-1 gekoppeld aan de ernst/omvang
van de uitbraak, maar ook met de (psychologische) afstand tot de pandemie.
→ Hoe ‘dichterbij’ het virus kwam, hoe meer tweets.
→ Pakkende, concrete verhalen kunnen helpen nieuws dat psychologisch gezien ‘ver weg’ is
‘dichterbij te brengen’, dus meer onder de aandacht van het publiek te brengen.
2. Agenda-settingtheorie: de media bepalen niet wat men denkt, maar wel waarover men denkt.
→ Media priming theory: media-aandacht maakt bepaalde issues meer toegankelijk voor het
publiek.
- rol- en stereotype bevestigen.
- overschatting van bijv. aantal moorden per jaar.
→ Availability heuristic: waargenomen kans wordt bepaald door datgene wat het meest
beschikbaar is in het geheugen: dat wat men zich ‘’voor de geest kan halen’, wat ‘vooraan in je hoofd
zit’.
→ Hetgene wat je makkelijk in je hoofd kan halen, dat overschat je meestal.
→ ‘Mental shortcut’.
Casus H1N1 (Mexicaanse griep)
- Vanuit Mexico naar Europa.
- Aan het begin, grote onzekerheid over de impact en dreiging van de pandemie.
- Vaccin redelijk op tijd geïntroduceerd.
- Uiteindelijk heeft het een relatief milde impact.
Pandemische volksgezondheid paradox
- Ondanks het aanvankelijk hogere (waargenomen) risico van de Mexicaanse griep, was het
gebruik van preventiemaatregelen lager dan verwacht.
- Deze paradox werd onderzocht door de
, Onderzoek Reintjes et al. (2016):
- Bevindingen suggereren dat de asynchroniteit tussen de mediacurve en de epidemische
curve de pandemische volksgezondheid paradox kan verklaren.
- De media-aandacht voor H1N1 was in Europa al gedaald, voordat de epidemie zijn
hoogtepunt bereikte.
- De risicopercepties van het volk volgden mogelijk de medialogica ipv de epidemische logica.
3. Wat wordt er gezegd?
Media-inhoud
- Gaat het nieuws over dreiging (threat) of over handelingsperspectieven (efficacy)?
- Wordt het nieuws gecontextualiseerd?
→ Bijvoorbeeld; plaatjes op sigarettenpakjes.
Zembla uitzending gevaarlijk spel
Media-inhoud: focus op het risico van rubbergranulaat in kunstgrasvelden.
- Veel media-aandacht
- Onrust en reacties ouders, sportclubs
- Het RIVM moest een nieuw onderzoek uitvoeren, terwijl al bekend was dat het niet gevaarlijk
was.
→ Conclusie (De Vries et al., 2021): de sterke focus op gevaarlijke stoffen en de beperkte
contextualisering met betrekking tot de waarschijnlijkheid van gezondheidseffecten als gevolg van
blootstelling aan deze stoffen kan een versterkend effect hebben gehad op de door het publiek
waargenomen risico’s.
Misinformatie en complottheorieën
Als te snelle conclusies worden getrokken, kunnen die aanleiding geven tot complottheorieën.
- Het belang van contextualiseren.
- De alarmerende werking van bepaalde woorden.
→ Dit maakt het leren redeneren zo belangrijk.
Framing
- Bepaalt hoe ontvangers over een issue denken.
- Frames diagnosticeren, evalueren en bepalen.
- Frames belichten een bepaald aspect van een issue.
4. Hoe wordt het gezegd?
→ Woordkeuze en beeldmateriaal.
- Emotioneel taal- en beeldgebruik.
- Semantische intensiveerders: woorden die vervangen kunnen worden door een minder
extreme variant; desastreus ipv ernstig.
- Lexicale intensiveerders: als je deze woorden weghaalt uit de tekst, loopt de tekst nog,
maar dan vermindert de intensiteit.
- Concrete en
levendige taal
- Actief taalgebruik
- Persoonlijke
voorbeelden
Hoorcollege 1 - Inleiding
Gezondheidscommunicatie is een vakterm voor een breed scala aan activiteiten waarbij sprake is van
een vorm van educatie of informatieoverdracht om te stimuleren dat mensen zich ‘gezonder’ willen en
kunnen gedragen.
- Activiteiten
- Vorm van educatie/informatieoverdracht
- Stimuleren dat mensen zich gezonder gedragen
Wat is gezondheid?
- Gezondheid: ‘A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the
absence of disease or infirmity’.
→ Oude definitie
- Positieve gezondheid: ‘Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en
eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het
leven’.
Gezondheidscommunicatie
Bevat elementen van de basisdefinitie van communicatie;
- Communicatie: uitwisselen van informatie.
- Boodschap: geschreven, gesproken of non-verbaal.
- Doelgroep(en)
- Communicatiekanalen
Wat is het doel van gezondheidscommunicatie?
1) Niet alleen informeren, maar ook het beïnvloeden van gezondheidsgerelateerde beslissingen.
2) Het gaat om het motiveren tot, aanzetten tot, leren en vasthouden van een gewenste
gedragsverandering.
3) Gericht op verbetering van de gezondheid.
,Doelgroepen
Hiervoor is nodig:
1. Situatieanalyse: individuele, sociale, politieke en gedragsgerelateerde factoren die invloed
kunnen hebben op attitudes, gedragingen, sociale normen en beleid over gezondheidsissues.
2. Profiel van de doelgroep: karakteristieken van de doelgroep, bijv. demografische gegevens,
waarden, wensen, attitudes en gedrag.
Gezondheidscommunicatie = multidisciplinair & veelzijdig!
- Cure & care
- Preventie: het voorkomen dat mensen slechte gezondheidsgedragingen uitvoeren.
- Bevordering
Samenwerking tussen verschillende disciplines
- Multidisciplinair: verschillende disciplines werken onafhankelijk van elkaar aan vraagstuk,
bijv. artsen.
- Interdisciplinair: verschillende disciplines werken samen aan (HPV) vraagstuk, bijv. RIVM.
- Transdisciplinair: verschillende disciplines integreren kennis rondom vraagstuk en
genereren zo nieuwe inzichten en theorieën.
Verschillende theoretische perspectieven en methoden
Wetenschapsfilosofieën
Twee paradigma’s - manieren van kijken;
1. Realisme: er bestaat 1 objectieve werkelijkheid die je met empirisch onderzoek kunt
vaststellen.
2. Constructivisme: er zijn verschillende subjectieve, sociaal geconstrueerde werkelijkheden.
‘De werkelijkheid’ bestaat niet.
Maar hebben we theorie nodig om gedrag te veranderen?
Verschillende theoretische perspectieven en methoden
Kwantitatieve en kwalitatieve methoden
- Experiment, survey, observatie, inhoudsanalyse,
interview.
- De beste met onderzoeksvraag bepaalt kwaliteit
uitkomst, niet de methode an sich.
,Hoorcollege 2 - Medialogica en gezondheid
Wat is medialogica?
Antwoord
Media-effect: de invloed die media (al dan niet bedoeld) kunnen hebben op de determinanten
(bepalende factoren?) van gezondheidsgedrag.
→ Kernfactoren hierbij:
- Nieuwsselectie: welke items halen het nieuws?
- Media-aandacht: hoeveel aandacht wordt er aan een issue besteed?
→ Hoe meer aandacht, hoe groter het risico wordt ingeschat.
- Wat wordt er gezegd?
→ Wordt de bedreiging (over)benadrukt of worden ook handelingsperspectieven aangereikt
(risico verminderen of afwentelen).
- Hoe wordt het gezegd?
→ Gebruik van taal en beeldmateriaal.
1. Nieuwsselectie: welke berichten halen het nieuws?
→ Journalisten hanteren specifieke criteria voor nieuwsselectie;
- Heeft een gebeurtenis ernstige gevolgen?
- Speelt het dichtbij of ver weg?
- Is het nieuw, is het een scoop?
Onderzoek > ppt
Conclusie: de hoeveelheid twitter aandacht voor ebola is niet 1-op-1 gekoppeld aan de ernst/omvang
van de uitbraak, maar ook met de (psychologische) afstand tot de pandemie.
→ Hoe ‘dichterbij’ het virus kwam, hoe meer tweets.
→ Pakkende, concrete verhalen kunnen helpen nieuws dat psychologisch gezien ‘ver weg’ is
‘dichterbij te brengen’, dus meer onder de aandacht van het publiek te brengen.
2. Agenda-settingtheorie: de media bepalen niet wat men denkt, maar wel waarover men denkt.
→ Media priming theory: media-aandacht maakt bepaalde issues meer toegankelijk voor het
publiek.
- rol- en stereotype bevestigen.
- overschatting van bijv. aantal moorden per jaar.
→ Availability heuristic: waargenomen kans wordt bepaald door datgene wat het meest
beschikbaar is in het geheugen: dat wat men zich ‘’voor de geest kan halen’, wat ‘vooraan in je hoofd
zit’.
→ Hetgene wat je makkelijk in je hoofd kan halen, dat overschat je meestal.
→ ‘Mental shortcut’.
Casus H1N1 (Mexicaanse griep)
- Vanuit Mexico naar Europa.
- Aan het begin, grote onzekerheid over de impact en dreiging van de pandemie.
- Vaccin redelijk op tijd geïntroduceerd.
- Uiteindelijk heeft het een relatief milde impact.
Pandemische volksgezondheid paradox
- Ondanks het aanvankelijk hogere (waargenomen) risico van de Mexicaanse griep, was het
gebruik van preventiemaatregelen lager dan verwacht.
- Deze paradox werd onderzocht door de
, Onderzoek Reintjes et al. (2016):
- Bevindingen suggereren dat de asynchroniteit tussen de mediacurve en de epidemische
curve de pandemische volksgezondheid paradox kan verklaren.
- De media-aandacht voor H1N1 was in Europa al gedaald, voordat de epidemie zijn
hoogtepunt bereikte.
- De risicopercepties van het volk volgden mogelijk de medialogica ipv de epidemische logica.
3. Wat wordt er gezegd?
Media-inhoud
- Gaat het nieuws over dreiging (threat) of over handelingsperspectieven (efficacy)?
- Wordt het nieuws gecontextualiseerd?
→ Bijvoorbeeld; plaatjes op sigarettenpakjes.
Zembla uitzending gevaarlijk spel
Media-inhoud: focus op het risico van rubbergranulaat in kunstgrasvelden.
- Veel media-aandacht
- Onrust en reacties ouders, sportclubs
- Het RIVM moest een nieuw onderzoek uitvoeren, terwijl al bekend was dat het niet gevaarlijk
was.
→ Conclusie (De Vries et al., 2021): de sterke focus op gevaarlijke stoffen en de beperkte
contextualisering met betrekking tot de waarschijnlijkheid van gezondheidseffecten als gevolg van
blootstelling aan deze stoffen kan een versterkend effect hebben gehad op de door het publiek
waargenomen risico’s.
Misinformatie en complottheorieën
Als te snelle conclusies worden getrokken, kunnen die aanleiding geven tot complottheorieën.
- Het belang van contextualiseren.
- De alarmerende werking van bepaalde woorden.
→ Dit maakt het leren redeneren zo belangrijk.
Framing
- Bepaalt hoe ontvangers over een issue denken.
- Frames diagnosticeren, evalueren en bepalen.
- Frames belichten een bepaald aspect van een issue.
4. Hoe wordt het gezegd?
→ Woordkeuze en beeldmateriaal.
- Emotioneel taal- en beeldgebruik.
- Semantische intensiveerders: woorden die vervangen kunnen worden door een minder
extreme variant; desastreus ipv ernstig.
- Lexicale intensiveerders: als je deze woorden weghaalt uit de tekst, loopt de tekst nog,
maar dan vermindert de intensiteit.
- Concrete en
levendige taal
- Actief taalgebruik
- Persoonlijke
voorbeelden