Hoofdstuk 1: Landschappen
Woordenlijst paragraaf 1
Graniet Stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes
Heuvelland Gebied met een hoogte tussen 200 en 500 meter of meer boven zeeniveau
Hooggebergte Gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau
Laagland Vlak gebied met een hoogte onder de 200 meter
Middelgebergte Gebied met een hoogte tussen 500 en 1500 meter of meer boven zeeniveau
Sedimentgesteente Gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst
Stollingsgesteente Gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt
Zandsteen Sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand
Leerdoelen
1. Je begrijpt dat sediment- en stollingsgesteenten op een verschillende manier
ontstaan.
De tekst legt uit dat sedimentgesteente ontstaat door ophoping en samenpersing van
materiaal zoals zand en klei. In de Himalaya zijn bijvoorbeeld gesteenten gevonden met
fossielen van zeedieren, wat betekent dat deze ooit op de bodem van een oceaan lagen.
Onder druk worden deze materialen samengeperst tot gesteenten zoals zandsteen.
Daarentegen ontstaat stollingsgesteente uit magma dat vanuit de aardmantel omhoog
komt en stolt. Dit gebeurt diep onder de grond, waarna het gesteente door erosie aan de
oppervlakte komt. Een voorbeeld hiervan is graniet, dat je in de Himalaya kunt vinden.
2. Je weet welke kenmerken landschappen per hoogtezone hebben.
De tekst beschrijft verschillende landschappen afhankelijk van de hoogte:
• Hooggebergte (zoals de Himalaya) heeft scherpe toppen en diepe dalen. Dit
geeft aan dat het gebergte nog jong is en weinig slijtage heeft ondergaan.
• Middelgebergte (zoals sommige delen van de Schotse Hooglanden) heeft
afgeronde toppen doordat erosie al langer bezig is.
• Heuvelland heeft bergen lager dan 500 meter.
• Laagland ligt lager dan 200 meter boven zeeniveau en is vrijwel vlak.
De Himalaya is een jong gebergte, omdat het nog steeds groeit. De Schotse
Hooglanden daarentegen zijn een oud gebergte, dat in miljoenen jaren is afgesleten.
Hoofdstuk 1: Landschappen
,BuiteNLand Leerjaar 2 HAVO/VWO
3. Je kunt uitleggen op welke manier bergen ontstaan.
De tekst legt uit dat bergen ontstaan door platentektoniek, oftewel het bewegen van
aardplaten.
• De Himalaya is een voorbeeld van een gebergte dat is ontstaan door de botsing
van de Indische plaat met de Euraziatische plaat.
• Eerst dook een deel van de oceaanbodem onder de Euraziatische plaat.
• Daarna botste India tegen Azië, waardoor de Himalaya omhoog werd gedrukt en
begon te groeien.
• Dit proces begon ongeveer 50 miljoen jaar geleden en gaat nog steeds door.
Hoofdstuk 1: Landschappen
, BuiteNLand Leerjaar 2 HAVO/VWO
Woordenlijst paragraaf 2
Chemische verwering Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert als gevolg van de
werking door zuurstof en vocht
Kalksteen Gesteente dat ontstaat door het samenpersen van kalkhoudende resten van zeedieren
Mechanische verwering Verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling verandert
Reliëf Hoogteverschillen in het landschap
Verwering Het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten
Leerdoelen
1. Je weet hoe verwering werkt en kent het verschil tussen mechanische en
chemische verwering.
Verwering betekent het uiteenvallen van gesteente door verschillende natuurlijke
processen. Er zijn twee hoofdtypen verwering:
• Mechanische verwering (ook wel fysieke verwering genoemd): hierbij valt het
gesteente uiteen zonder dat de samenstelling verandert. Dit kan op drie manieren
gebeuren:
1. Vorstverwering: Water komt in scheuren van gesteente en bevriest 's
nachts. Bevroren water zet uit, waardoor de scheuren groter worden en
uiteindelijk brokken steen afbreken.
2. Temperatuurschommelingen: Overdag wordt gesteente heet door de zon
en 's nachts koelt het af. Dit voortdurende uitzetten en krimpen
veroorzaakt scheuren en breuk.
3. Wortelwerking: Plantenwortels groeien in spleten en worden steeds
dikker, waardoor het gesteente uit elkaar wordt gedrukt.
• Chemische verwering: Hierbij verandert de samenstelling van het gesteente
door reactie met zuurstof, water of zuren. Een goed voorbeeld hiervan is
roestvorming bij ijzer. Chemische verwering gebeurt sneller in warme, vochtige
klimaten.
2. Je kunt uitleggen op welke manier grotten ontstaan.
Grotten ontstaan door een bijzondere vorm van chemische verwering. Dit gebeurt als
volgt:
• In gebieden met kalksteen sijpelt regenwater door spleten in de grond.
• Dit water wordt een beetje zuur doordat het in contact komt met plantenwortels.
• Het zure water lost kalksteen op, waardoor gangenstelsels ontstaan.
Hoofdstuk 1: Landschappen