Inleiding Recht
Hoofdstuk 2 Verbintenissenrecht
Het vermogensrecht bestaat uit twee onderdelen: het verbintenisrecht en het goederenrecht. Dit is een
onderdeel van het privaatrecht.
Feitelijke handeling je hebt niet de bedoeling op rechtsgevolg te laten ontstaan.
Rechtshandeling is een handeling waarbij je de bedoeling hebt om een rechtsgevolg te laten ontstaan.
Een afspraak die juridisch gevolgen heeft noemen we een overeenkomst. (Juridisch bindend)
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen op grond
waarvan de ene persoon een recht heeft op de prestatie die door de andere persoon verricht moet
worden de rechten en plichten tussen twee of meer partijen noemen we een verbintenis.
Bij een verbintenis is de een verplicht een prestatie te leveren (dit wordt vaak een schuldenaar of
debiteur genoemd) de ander heeft recht op die prestatie (dit wordt vaak schuldeiser of crediteur
genoemd).
Er zijn drie voorwaarden om van een verbintenis te spreken, er moet sprake zijn van;
1. Een rechtsbetrekking, die (er is een relatie met juridische gevolgen)
2. Vermogensrechtelijk is, en (het moet op geld waardeerbaar zijn)
3. Tussen twee of meer personen geldt.
Het verbintenisrecht regelt dus de rechten en plichten van de bij de verbintenis betrokken personen.
Een verbintenis ontstaat vanuit twee manieren
Een verbintenis ontstaat vanuit een overeenkomst (rechtshandeling) maar let op, een verbintenis kan
ook ontstaan uit de wet (art 6:162 BW).
Verbintenis uit een overeenkomst: twee personen gaan met elkaar een overeenkomst aan, ze kiezen
er zelf voor om een verbintenis te laten ontstaan.
Verbintenis uit de wet: Verbintenissen uit de wet ontstaan zonder dat partijen dit gewild hebben. Een
persoon doet iets, waarna volgens de wet een verbintenis ontstaat.
Hoofdstuk 3 Verbintenissen uit de overeenkomst
Om van een overeenkomst te spreken moet er sprake zijn van een meerzijdige rechtshandeling Artikel
6:213 BW bepaalt:
Een overeenkomst in de zin van deze titel is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer
partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.
Bovendien moet er volgens artikel 6:217 BW sprake zijn van aanbod en aanvaarding om een
overeenkomst tot stand te brengen. (Vaak wordt dit een contract genoemd)
Een rechtshandeling is een handeling die je verricht met de bedoeling om een rechtsgevolg (=juridisch
gevolgd) te laten ontstaan.
Voor een overeenkomst is dus een meerzijdige rechtshandeling nodig. Geen rechtshandeling = geen
overeenkomst. Een overeenkomst is nodig om een andere persoon juridisch te binden aan de ‘afspraak’
die hij met jou maakt. Uit een overeenkomst vloeien een of meer verbintenissen voort. Wanneer een
,van de partijen de verbintenis niet nakomt is er sprake van tekortkoming in de nakoming. Dat kan ertoe
leiden dat een bij de overeenkomst betrokken partij verplicht wordt schadevergoeding te betalen.
Wanneer een verbintenis niet tijdig of goed wordt nagekomen = tekortkoming in de nakoming
(wanprestatie)
Tekortkoming in de nakoming: een der partijen de verbintenis volledig niet nakomt, slechts
gedeeltelijk nakomt, niet goed nakomt of niet tijdig nakomt.
6:74 BW: moet tekortkoming van de nakoming zijn, schade moet zijn gemaakt, causaal verband, en het
moet toegeëigend kunnen worden
Aanmaning, art 6:82 aanmaning krijg je als tweede kans, een schriftelijke aanmaning met een redelijk
termijn. Moet je die ander altijd een kans geven? Nee; Art. 6:83 BW lid 1 sub a; als er van tevoren een
termijn is bepaald, dus die 8 dagen verven waren verstreken. Ook als er sprake is van onrechtmatige
daad en ook bij het niet nuttig zijn om een ander de kans te geven als je al hoort dat die ander het toch
niet aangaat.
Schade kan materieel en immaterieel zijn
Een tekortkoming kan bijv niet worden toegerekend door overmacht
Rechtshandelingen worden onderverdeeld in eenzijdige rechtshandelingen en meerzijdige
rechtshandelingen.
Wanner voor het intreden van het rechtsgevolg de wilsverklaring van een persoon voldoende is, dan
spreek je van een eenzijdige rechtshandeling. De eenzijdige rechtshandeling komt tot stand wanneer je
jouw wil kenbaar maakt en jouw verklaring degene bereikt tot wie deze gericht is.
Voor een meerzijdige rechtshandeling zijn de wilsverklaringen (of handelingen) van twee of meer
personen vereist. De wilsverklaring van beide personen is dan gericht op hetzelfde rechtsgevolg. Een
meerzijdige rechtshandeling komt tot stand wanneer de wilsverklaring van persoon A persoon B heeft
bereikt en de wilsverklaring van persoon B persoon A heeft bereikt. Een meerzijdige rechtshandeling
kan een overeenkomst tot stand brengen?
Aanbod en aanvaarding (schenkingsovereenkomst) hier is bijvoorbeeld ook sprake van een verbintenis.
Kunnen rechtshandelingen en daarmee overeenkomsten altijd geldig zijn?
Nee, een rechtshandeling en daarmee overeenkomst kan niet altijd geldig zijn want een overeenkomst
kan vernietigbaar of nietig zijn.
Een overeenkomst kun je achteraf vernietigen, een overeenkomst is nietig wanneer deze vanaf het
begin nooit geldig is geweest.
Een overeenkomst is nietig wanneer:
1. Geval van wilsontbreken/ wilsdefect (= hetgeen wat je wilt en wat je zegt in de verklaring komt
niet overeen) (voorbeeld een verspreking, iets wat niet reëel is) (Art 3:33 BW)
2. In geval de overeenkomst in strijd is met de wet of openbare orde of goede zeden (Art 3:40 lid
1)
3. De rechtshandeling is niet verricht in de voorgeschreven norm (art 3:37 BW)
Verduidelijking punt 1
Wanneer de wil van iemand niet overeenkomst met zijn verklaring, dan is er sprake van discrepantie
tussen wil en verklaring. = wilsontbreken ook wel ‘oneigenlijke dwaling’
, Ter verduidelijking:
Geldige rechtshandeling = je wilt een rechtsgevolg intreden + je verklaart je wil + je ‘wil’ en ‘verklaring’
komen overeen + jouw verklaring bereikt de ander tot wie deze gericht is.
Wilsontbreken, rechtshandeling in beginsel nietig = je wilt een rechtsgevolg intreden + je verklaart iets
anders.
Artikel 3:35 BW uitgelegd (uitzondering nietigverklaring, in beginsel) Wanneer jij erop mocht
vertrouwen dat de verklaring van de andere partij overeenkwam met zijn wil, dan is er sprake van een
geldige rechtshandeling van zijn kant.
Verduidelijking punt 2
Artikel 3:40 BW lid 1 een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zede
of openbare orde, is nietig
De inhoud van de overeenkomst is datgene waartoe partijen verplicht zijn. De prestatie die partijen
moeten leveren. Wanneer de inhoud in strijd is met de wet of goede zeden, is deze nietig.
Een overeenkomst kan nietig worden verklaard wanneer de strekking in strijd is met de openbare orde
of goede zeden (voorbeeld: het kopen van een wapen om iemand te vermoorden).
Verduidelijking punt 3
Art 3:37BW luidt: ‘tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen, met inbegrip van mededelingen, in
iedere vorm geschieden, en kunnen zij in een of meer gedragingen besloten liggen.’
In sommige gevallen is de verklaring die je geeft toch niet vormvrij. Je moet je dan aan die
voorgeschreven norm houden. Wordt dit niet gedan dan is de rechtshandeling niet rechtsgeldig. Dit
bepaald artikel 3:39 BW: ‘tenzij uit de wet anders voortvloeit, zijn rechtshandelingen die niet in de
voorgeschreven norm zijn verricht, nietig.
Bepaalde overeenkomsten moeten bijvoorbeeld schriftelijk worden aangegaan: kopen van een huis
(7:2BW, 1:115BW) maar ook partijen kunnen bepalen dat een rechtshandeling in een bepaalde vorm
moeten worden verricht, dit wordt dan van tevoren bepaald
In beginsel = er zijn uitzonderingen
Indien een rechtshandeling vernietigbaar is, dan is deze rechtshandeling in beginsel geldig, maar kan
deze vernietigd worden door (of: in het belang van) degene die door de wet beschermd wordt. Doet de
persoon die door de wet beschermd wordt niet aan de rechtshandeling, dan blijft deze gewoon geldig.
Degene die door de wet beschermd wordt, wordt ook wel de ‘kwetsbare partij’ bij de overeenkomst
genoemd.
Een overeenkomst is vernietigbaar wanneer deze handelingsonbekwame (niet bevoegd) is aangegaan
dit zijn minderjarige en onder curatele gestelde. Een overeenkomst is ook vernietigbaar in geval van
wilsgebreken (= Een wilsgebrek is het gebrekkig tot stand komen van de wil tot het sluiten van een
overeenkomst, waardoor een overeenkomst vernietigbaar kan zijn.) (Je zegt iets als partij wat je wil en
je wil dat verklaring maar de ja is een gebrekige wijze tot stand gekomen, niet zo het hoort)
Er zijn drie redenen gronden voor vernietigbaarheid.
1. Handelingsonbekwaamheid (art 3:32 BW lid 1 en lid 2)
2. Wilsgebreken (art 3:44BW)
3. Geestelijke stoornis
Verduidelijking punt 1
Handelingsbekwaam zijn betekent dat je bekwaam bent om rechtshandelingen te verrichten (en dus
overeenkomsten aan te gaan). Artikel 3:32BW bepaalt wie bekwaam zijn om rechtshandelingen te
verrichten: ‘iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover
de wet niet anders bepaalt.’ Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een