Netwerkorganisaties
Wat is cultuur?
Een complex geheel dat kennis, geloof, kunst, moralen, rechten en andere mogelijkheden
en gewoontes bevat, verworven door de mens als lid van de samenleving.
Cultuur in organisatiecultuur & Leadership
● Gedragsregelmatigheden: Taalgebruik, tradities, rituelen in situaties.
● Groepsnormen: Impliciete standaarden & waarden (grenzen die ze trekken).
● Omarmde waarden: Publiek aangekondigde principes & waarden die een groep
probeert te bereiken (productkwaliteit, respect, werkethiek).
● Formele filosofie: Principes en ideologieën die de acties van een groep leiden naar
stakeholders en klanten (klantcultuur).
● Rules of the game: Impliciete, ongeschreven regels over hoe men met elkaar
omgaat in een organisatie.
● Climate: Het gevoel dat ontstaat in gedrag door fysieke lay-out en interacties.
● Embedded skills: Dingen die worden aangeleerd (bijv. autorijden).
● Habits of thinking, mental models, linguistic paradigms: Gedeelde cognitieve
raamwerken die percepties, gedachten en taal beïnvloeden en worden overgebracht
op nieuwe leden.
● Shared meanings: Begrippen die ontstaan tijdens interactie (betekenis aan data).
● Root metaphors or integrating symbols: Karakteristiek van een groep (bijv. office
lay-out).
● Formal rituals and celebrations: Manier waarop een groep belangrijke
gebeurtenissen viert.
Ontwikkeling van cultuur in groepen
Fasen van groepsevolutie
1. Group formation
○ Dominante aanname: Afhankelijkheid (leider weet welke waarden belangrijk
zijn).
○ Sociaal-emotionele focus: Zelforiëntatie.
2. Group building
○ Dominante aanname: Fusie (wij zijn goed, we worden erkend).
○ Sociaal-emotionele focus: De groep als geïdealiseerd object.
○ Member differences are not valued.
3. Group work
, ○ Dominante aanname: Werk (welkom & accepteer elkaar).
○ Sociaal-emotionele focus: Groepsmissie en doelen.
○ Member differences are valued.
4. Group maturity
○ Dominante aanname: Volwassenheid.
○ Sociaal-emotionele focus: Groepsoverleving en comfort.
Hoe leiders hun gewenste cultuur embedden
Primaire inbedmechanismen
● Hoe leiders opletten, meten & controleren.
● Hoe leiders reageren op kritieke incidenten & organisatorische crises.
● Hoe leiders middelen toewijzen.
● Doelbewuste rolmodelling, onderwijs & coaching.
● Hoe leiders beloning & status toewijzen.
● Hoe leiders rekruteren, selecteren, promoten & communiceren.
Secundaire articulatie & versterkingsmechanismen
● Organisatorische structuren & ontwerp.
● Organisatorische systemen & procedures.
● Rituelen van de organisatie.
● Ontwerp fysieke ruimte.
● Verhalen over belangrijke mensen & gebeurtenissen.
● Formele verklaringen van organisatorische filosofie, geloofsovertuigingen &
documenten.
Culture change mechanisms
1. Founding and early growth
2. Incremental change through general and specific evolution
3. Inzicht & promotie van hybride binnen de cultuur
4. Midlife
○ Systematische promotie van geselecteerde subculturen.
○ Technologische revolutie en infusie van buitenstaanders.
5. Maturing and decline
○ Schade en erosie van mythen.
○ Herinterpretatie & acquisities.
○ Destruction & wedgebuilding.
Omgaan met veranderingen
● Denial
● Scapegoating (schuld afschuiven).
● Manipuleren/onderhandelen
● Leren en overleven
Wat is cultuur?
Een complex geheel dat kennis, geloof, kunst, moralen, rechten en andere mogelijkheden
en gewoontes bevat, verworven door de mens als lid van de samenleving.
Cultuur in organisatiecultuur & Leadership
● Gedragsregelmatigheden: Taalgebruik, tradities, rituelen in situaties.
● Groepsnormen: Impliciete standaarden & waarden (grenzen die ze trekken).
● Omarmde waarden: Publiek aangekondigde principes & waarden die een groep
probeert te bereiken (productkwaliteit, respect, werkethiek).
● Formele filosofie: Principes en ideologieën die de acties van een groep leiden naar
stakeholders en klanten (klantcultuur).
● Rules of the game: Impliciete, ongeschreven regels over hoe men met elkaar
omgaat in een organisatie.
● Climate: Het gevoel dat ontstaat in gedrag door fysieke lay-out en interacties.
● Embedded skills: Dingen die worden aangeleerd (bijv. autorijden).
● Habits of thinking, mental models, linguistic paradigms: Gedeelde cognitieve
raamwerken die percepties, gedachten en taal beïnvloeden en worden overgebracht
op nieuwe leden.
● Shared meanings: Begrippen die ontstaan tijdens interactie (betekenis aan data).
● Root metaphors or integrating symbols: Karakteristiek van een groep (bijv. office
lay-out).
● Formal rituals and celebrations: Manier waarop een groep belangrijke
gebeurtenissen viert.
Ontwikkeling van cultuur in groepen
Fasen van groepsevolutie
1. Group formation
○ Dominante aanname: Afhankelijkheid (leider weet welke waarden belangrijk
zijn).
○ Sociaal-emotionele focus: Zelforiëntatie.
2. Group building
○ Dominante aanname: Fusie (wij zijn goed, we worden erkend).
○ Sociaal-emotionele focus: De groep als geïdealiseerd object.
○ Member differences are not valued.
3. Group work
, ○ Dominante aanname: Werk (welkom & accepteer elkaar).
○ Sociaal-emotionele focus: Groepsmissie en doelen.
○ Member differences are valued.
4. Group maturity
○ Dominante aanname: Volwassenheid.
○ Sociaal-emotionele focus: Groepsoverleving en comfort.
Hoe leiders hun gewenste cultuur embedden
Primaire inbedmechanismen
● Hoe leiders opletten, meten & controleren.
● Hoe leiders reageren op kritieke incidenten & organisatorische crises.
● Hoe leiders middelen toewijzen.
● Doelbewuste rolmodelling, onderwijs & coaching.
● Hoe leiders beloning & status toewijzen.
● Hoe leiders rekruteren, selecteren, promoten & communiceren.
Secundaire articulatie & versterkingsmechanismen
● Organisatorische structuren & ontwerp.
● Organisatorische systemen & procedures.
● Rituelen van de organisatie.
● Ontwerp fysieke ruimte.
● Verhalen over belangrijke mensen & gebeurtenissen.
● Formele verklaringen van organisatorische filosofie, geloofsovertuigingen &
documenten.
Culture change mechanisms
1. Founding and early growth
2. Incremental change through general and specific evolution
3. Inzicht & promotie van hybride binnen de cultuur
4. Midlife
○ Systematische promotie van geselecteerde subculturen.
○ Technologische revolutie en infusie van buitenstaanders.
5. Maturing and decline
○ Schade en erosie van mythen.
○ Herinterpretatie & acquisities.
○ Destruction & wedgebuilding.
Omgaan met veranderingen
● Denial
● Scapegoating (schuld afschuiven).
● Manipuleren/onderhandelen
● Leren en overleven