Opbouw wetenschappelijk artikel:
Inleiding:
- Beschrijven van het probleem, de onderzoeksvraag, verwachtingen en
onderzoekshypothese.
Materiaal en methoden:
- Welke databanken je hebt geraadpleegd en welke limieten en in- en exclusiecriteria je hebt
gebruikt. Flowchart.
Resultaten:
- De resultaten uit je onderzoek.
Discussie:
- De zwakke punten en sterke punten van het onderzoek.
Conclusie:
- De onderzoeksvraag en of deze is beantwoord en de aanbevelingen.
De 4 meetniveau 's/ meetschalen:
Deze zeggen iets over hoe nauwkeurig de variabelen in een experiment zijn gemeten. In
wetenschappelijk onderzoek worden variabelen geïdentificeerd als de elementen uit je data set die
verschillende waarden kunnen aannemen zoals lengte, proefwerkcijfer.
1. Nominaal: kenmerken zich door het feit dat het categorieën zijn die willekeurig gerangschikt
kunnen worden. Een goed voorbeeld is de variabele 'meubelen'. Meubelen zijn in
verschillende categorieën in te delen (stoelen, tafels, bedden, etc.) waarbij de volgorde van
de indeling er volstrekt niet toe doet.
2. Ordinaal: Variabelen op ordinaal niveau laten zich ordenen. Een goed voorbeeld daarvan is
de aankomst in een schaatswedstrijd, namelijk als eerste, tweede, derde, vierde, etc. Men
kan ook zeggen de snelste, de een na snelste, de twee na snelste, de drie na snelste, etc. Of
de beste, de een na beste, de twee na beste, etc. In al deze voorbeelden zit impliciet een
rangordening die ook in de Nederlandse taal voorkomt als de overtreffende en de
superlatieve trap (groot - groter - grootst; lang - langer - langst; klein - kleiner - kleinst).
3. Interval: Variabelen op interval niveau kenmerken zich doordat er - voor je gevoel - een
gemiddelde kan worden berekend. Een goed voorbeeld van een interval variabele is de
temperatuur. Zo kun je uit metingen van de maximale temperatuur op de dagen in een
maand een gemiddelde temperatuur berekenen. De schaal loopt in theorie van min oneindig
naar plus oneindig.
4. Ratio: Variabelen op ratio niveau kenmerken zich doordat er wel rekenkundige operaties
kunnen worden uitgevoerd, maar dat deze niet negatief kunnen zijn. Er is met andere
woorden een absoluut nulpunt. Een goed voorbeeld daarvan is gewicht, leeftijd, afstand.
Tussen deze niveaus van de variabelen zit een ordening: de variabelen op nominaal niveau bevinden
zich op het laagste niveau. Een stap hoger zijn de variabelen op ordinaal niveau, en weer een stap