5 vwo deel B
uitwerkingen
Biologie voor jou
Uitwerkingen thema 9 Stofwisseling in de cel
RELEASE 7.0
MALMBERG ’S-HERTOGENBOSCH
WWW.BIOLOGIEVOORJOU .NL
, 5 vwo deel B uitwerkingen
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave (met uitzondering van de bijlagen) mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige
andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet
1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985,
St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen
te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van
gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16
Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
, 5 vwo deel B uitwerkingen
9 Stofwisseling in de cel
ORIËNTATIE
Snellere stofwisseling 4
BASISSTOF
1 Chemie in cellen 5
2 Enzymen 9
3 Koolstofassimilatie 13
4 Voortgezette assimilatie 17
5 Dissimilatie 21
SAMENHANG
Pandabeer overleeft kou door bacteriën 26
ONDERZOEK
Practica 28
AFSLUITING
Examenopgaven 30
Inhoudsopgave © Uitgeverij Malmberg
, 5 vwo deel B uitwerkingen
Oriëntatie Snellere stofwisseling
1
Je lichaam haalt energie uit voedingsmiddelen die je binnenkrijgt. Leg uit waar deze energie
vandaan komt.
De energie die je met voedingsmiddelen binnenkrijgt, komt uit planten en dieren. Dieren
halen hun energie uit planten of andere dieren. Planten doen aan fotosynthese. Hierbij
leggen ze energie uit zonlicht als glucose vast. Na het consumeren van voedingsmiddelen
komt deze energie in je lichaam. Ook na het consumeren van vlees krijg je energie binnen.
Een deel van de energie uit planten die een dier heeft gegeten, is opgeslagen in
verschillende stoffen in het vlees.
2
Verklaar waarom je lichaam meer zuurstof nodig heeft als je beweegt.
Je lichaam heeft meer zuurstof nodig als je beweegt, omdat er in je lichaam meer
verbranding plaatsvindt. Daarbij komt de energie vrij om te kunnen bewegen.
3
Welk weefsel bevat meer mitochondriën: wit of bruin vetweefsel? Leg uit waarom.
Bruin vetweefsel bevat meer mitochondriën dan wit vetweefsel. In bruin vetweefsel vindt
omzetting plaats van glucose en vet in energie. Dit gebeurt in de mitochondriën.
4
Uit onderzoek blijkt dat goed slapen belangrijk is voor je stofwisseling.
Welke onderzoeksvraag past bij dit onderzoek?
Wat is de invloed van (te weinig) slaap op de stofwisseling?
5
Bij te weinig slaap is de kans op diabetes (suikerziekte) groter. Leg uit hoe dit komt.
Bij te weinig slaap wordt het lichaam minder gevoelig voor insuline. Insuline zet glucose om
in glycogeen en slaat dit op. Als insuline minder goed werkt, blijft er meer glucose in het
bloed en dit verhoogt de kans op diabetes.
Thema 9 Stofwisseling in de cel 4 © Uitgeverij Malmberg
uitwerkingen
Biologie voor jou
Uitwerkingen thema 9 Stofwisseling in de cel
RELEASE 7.0
MALMBERG ’S-HERTOGENBOSCH
WWW.BIOLOGIEVOORJOU .NL
, 5 vwo deel B uitwerkingen
© Malmberg ’s-Hertogenbosch
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave (met uitzondering van de bijlagen) mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige
andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet
1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985,
St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen
te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van
gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16
Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
, 5 vwo deel B uitwerkingen
9 Stofwisseling in de cel
ORIËNTATIE
Snellere stofwisseling 4
BASISSTOF
1 Chemie in cellen 5
2 Enzymen 9
3 Koolstofassimilatie 13
4 Voortgezette assimilatie 17
5 Dissimilatie 21
SAMENHANG
Pandabeer overleeft kou door bacteriën 26
ONDERZOEK
Practica 28
AFSLUITING
Examenopgaven 30
Inhoudsopgave © Uitgeverij Malmberg
, 5 vwo deel B uitwerkingen
Oriëntatie Snellere stofwisseling
1
Je lichaam haalt energie uit voedingsmiddelen die je binnenkrijgt. Leg uit waar deze energie
vandaan komt.
De energie die je met voedingsmiddelen binnenkrijgt, komt uit planten en dieren. Dieren
halen hun energie uit planten of andere dieren. Planten doen aan fotosynthese. Hierbij
leggen ze energie uit zonlicht als glucose vast. Na het consumeren van voedingsmiddelen
komt deze energie in je lichaam. Ook na het consumeren van vlees krijg je energie binnen.
Een deel van de energie uit planten die een dier heeft gegeten, is opgeslagen in
verschillende stoffen in het vlees.
2
Verklaar waarom je lichaam meer zuurstof nodig heeft als je beweegt.
Je lichaam heeft meer zuurstof nodig als je beweegt, omdat er in je lichaam meer
verbranding plaatsvindt. Daarbij komt de energie vrij om te kunnen bewegen.
3
Welk weefsel bevat meer mitochondriën: wit of bruin vetweefsel? Leg uit waarom.
Bruin vetweefsel bevat meer mitochondriën dan wit vetweefsel. In bruin vetweefsel vindt
omzetting plaats van glucose en vet in energie. Dit gebeurt in de mitochondriën.
4
Uit onderzoek blijkt dat goed slapen belangrijk is voor je stofwisseling.
Welke onderzoeksvraag past bij dit onderzoek?
Wat is de invloed van (te weinig) slaap op de stofwisseling?
5
Bij te weinig slaap is de kans op diabetes (suikerziekte) groter. Leg uit hoe dit komt.
Bij te weinig slaap wordt het lichaam minder gevoelig voor insuline. Insuline zet glucose om
in glycogeen en slaat dit op. Als insuline minder goed werkt, blijft er meer glucose in het
bloed en dit verhoogt de kans op diabetes.
Thema 9 Stofwisseling in de cel 4 © Uitgeverij Malmberg