100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Internationaal recht tentamenstof €7,16
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Internationaal recht tentamenstof

 0 keer verkocht

Alle belangrijke leerdoelen en vragen die je kan verwachten staan uitgewerkt in deze duidelijke en beknopte samenvatting. Ik heb dankzij deze uitwerkingen een 8 weten te behalen. De stappen zijn uitgewerkt die nodig zijn bij het maken van het tentamen.

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 6 februari 2025
  • 18
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (7)
avatar-seller
sophiextimmer
TENTAMENSTOF UITGEWERKTE LEERDOELEN (stappenplan)
BELANGRIJKSTE KENMERKEN INTERNATIONALE RECHTSORDE
- Recht van co-existentie: vreedzaam naast elkaar bestaan van
onafhankelijke soevereine staten.
- Recht van samenwerking: belangen realiseren door actieve
samenwerking.
- Recht van integratie: bescherming en uitvoeren van publieke
taken worden vaak op bovennationaal niveau georganiseerd. Staten
moeten kunnen deelnemen aan dat soort taken.

RECHTSBRONNEN
Er zijn meerdere belangrijke rechtsbronnen in het internationaal recht:
1. Verdragenrecht:
Gebondenheid aan verdragen geldt alleen voor staten op het moment dat
je partij bent bij een verdrag. Deze zijn in vergaande mate vormvrij.
Ondertekening van een verdrag leidt niet direct tot binding, maar kan wel
rechtsgevolgen hebben. Bij een bekrachtiging stemt een staat in om
gebonden te zijn aan een verdrag.
Pacta sunt servanda: art. 26 Verdragenverdrag. Een in werking getreden
verdrag verbindt de partijen en dat een verdrag door de staten te goeder
trouw ten uitvoer moet worden gebracht.

Jus cogens (dwingend recht): internationaal recht kent een categorie
regels die zo fundamenteel voor de internationale rechtsorde worden
beschouwd en daarvan niet mag worden afgeweken (regels worden
gedefinieerd als jus cogens (art. 53 Verdragenverdrag). Indien een verdrag
in strijd is dan is het nietig op grond van art. 64 Verdragenverdrag. Zoals
het folterverbod.

Een verdrag kan worden beëindigd. Dit kan uitdrukkelijk voorzien zijn in
het verdrag (art. 54 sub a Verdragenverdrag).

2. Gewoonterecht:
Dit geldt voor alle staten, ongeacht of ze partij zijn bij internationale regel.
Dit betekent dat zelfs staten die geen partij zijn bij een verdrag gebonden
kunnen zijn aan regels die voortvloeien uit gewoonterecht.
- Algemene praktijk (statenpraktijk): Staten moeten consistent en
over een bepaalde periode een bepaald gedrag vertonen. Deze is
onderverdeeld in meerdere staten.
- Opinio juris (rechtsovertuiging): Staten moeten er ook van overtuigd
zijn dan dit recht is (gebaseerd op een rechtsregel). Nicaragua arrest
en legalitiy of nuclear waepons, zijn hierbij van belang.

3. Besluiten van internationale organisaties:
Worden opgericht via een verdrag, waarbij in het verdrag wordt bepaald of
de organisatie bindende of niet-bindende besluiten mag nemen.

,Besluiten zijn meest efficiënte manier om rechtsregels tot stand te
brengen. In beginsel hebben deze alleen werking binnen de rechtsorde
van de organisatie en niet binnen de algemene internationale rechtsorde.
- Niet-bindende besluiten: vaak aangeduid als aanbevelingen.
Kunnen bijdragen aan de vorming van gewoonterecht.
- Bindende besluiten: of organisatie deze besluiten kan nemen,
wordt bepaald door het verdrag waarbij deze organisatie is
opgericht. Oprichtingsverdrag moet dit uitdrukkelijk en impliciet
opnemen.

4. Algemene rechtsbeginselen:
Behoren tot het schaarste objectieve en algemene recht in de
internationale rechtsorde. Deze vervullen grote delen van het
gewoonterecht. Zoals het beginsel van rechtvaardigheid, gelijkheid en
eerlijkheid.

Doorwerking in nationale rechtsorde is afhankelijk van:
- Geldigheid: omzetting is nodig bij dualistisch stelsel, automatisch
geldig bij monistisch stelsel
- Rechtstreekse werking: bij monistisch stelsel is geldigheid
afhankelijk van de vraag of er sprake is van rechtstreekse werking.
Art. 93 GW stelt dat bepalingen die na haar inhoud eenieder kunnen
verbinden verbindende kracht hebben.
- Voorrang: internationaal recht gaat voor nationaal recht binnen de
internationale rechtsorde. In geval van conflict bepaalde de staat
wat voorgaat.

WERKING VERDRAGEN
Totstandkoming verdrag  11 t/m 18
1. Onderhandelingen
2. Aannemen van tekst van verdrag (art. 9 Verdragenverdrag)
3. Ondertekening (art. 12 jo. 7 Verdragenverdrag). Ondertekening leidt
niet direct tot binding, maar kan wel rechtsgevolgen hebben.
4. Bekrachtiging (ratificatie): een staat stemt in om gebonden te zijn
aan een verdrag. Staten doorlopen hun eigen nationale procedure, bij
NL is dat goedkeurig van S-G (art. 91 GW).
5. Inwerkingtreding (art. 24 Verdragenverdrag)
Verdragen worden in het algemeen gepubliceerd. Verdragen kunnen ook
bepalingen bevatten die als gewoonterechtelijke regel bestaan.

Consent to be bound: een verdrag wordt pas juridisch bindend indien
staten hebben ingestemd om aan het verdrag te worden gebonden.

Verdragen met voorbehoud
Bij een voorbehoud geeft een staat een verklaring, waarbij hij aangeeft
dat het zich niet gebonden voelt aan bepaalde bepalingen van het
verdrag.
Dit is wel begrensd: bepaalde verdragen verbieden voorbehouden, het kan
essentieel zijn dat alle staten de bepalingen uitvoeren. Indien het
voorbehoud in kwestie niet verboden is kan het toch ontoelaatbaar zijn als

, het in strijd is met het voorwerp en doel van het verdrag en staten kunnen
ook stellen dat een staat alsnog is gebonden aan een verdrag.



Belangrijk om te bepalen of voorbehoud is toegestaan
Stap 1
Art. 19 sub a: Beoordelen of het voorbehoud is verboden door het verdrag
Art. 19 sub c: Beoordelen of het voorbehoud in strijd is met het doel van
het verdrag

Stap 2
Indien voorbehoud is toegestaan hoeft land A zich niet te houden aan de
bepaling en is deze niet toepasbaar. De andere landen wel, want deze
hebben geen voorbehoud gemaakt.
Conclusie geven: Land B kan zich niet beroepen op het voorbehoud ten
opzichte van land A, maar wel ten opzichte van de andere landen.

Ondertekening van een verdrag leidt niet direct tot binding, maar kan wel
rechtsgevolgen hebben. Bij een bekrachtiging stemt een staat in om
gebonden te zijn aan een verdrag.

Conflict bij een verdrag?
Belangrijkste rechtsbronnen van internationaal recht (gewoonterecht,
verdragsrecht en besluiten van internationale organisaties bestaat geen
hiërarchie en dus een gelijk gewicht.
1. Kijken of de verdragen of besluiten zelf een regel bevatten over hoe
het conflict opgelost dient te worden; andere conflictregels.
Voorbeeld hiervan is art. 103 VN-Handvest.
2. De latere regel heeft voorrang boven de eerdere regels;
3. Bijzondere regels gaan voor algemene regels;
4. Regels van dwingend recht of jus cogens hebben voorrang (art. 53
Verdragenverdrag). Art. 64 Verdragenverdrag geeft dat een verdrag
dat in strijd is met een jus cogens-norm nietig is.

KENMERKEN VAN STATEN EN INTERNATIONALE ORGANISATIES
- Rechtspersoonlijkheid: internationale rechten en plichten kunnen
worden verkregen, internationale persoonlijkheden kunnen
aansprakelijk worden gesteld en het aangaan van
rechtsbetrekkingen. Men beschikt over de rechten en plichten onder
internationaal recht om ze af te dwingen.

Staat
Belangrijkste rechtssubject in het internationale publiekrecht. Iemand bezit
rechtssubjectiviteit indien zij internationale bevoegdheden, rechten en
plichten bezitten. Staat heeft volledige rechtssubjectiviteit  sluiten van
verdragen, diplomatieke betrekkingen onderhouden, burgers te
beschermen en internationaal recht af te dwingen.

Drie vereisten om aangemerkt te worden als staat:

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sophiextimmer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67227 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€7,16
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd