PRAKTIJKLEREN 4
, Verpleegkundig leiderschap
Fase 1: Het verkennen van het begrip ‘leiderschap’
Hier beschrijf jij hoe jij het begrip ‘leiderschap’ hebt verkend.
In deze fase laat jij zien hoe jij bent gegroeid in het hebben van kennis rondom het begrip
leiderschap. Je reflecteert daarin op het doorgemaakte leerproces.
Enkele hulpvragen die je beschrijving kunnen ondersteunen:
Wat was je aanpak? Wat heeft dit je opgeleverd?
Welke nieuwe inzichten heb je gekregen rondom leiderschap?
Hoe wordt leiderschap ingezet door collega’s op je stageplaats?
Welke facetten uit de literatuur rondom leiderschap zie je terug tijdens je stage in het team/ bij collega’s?
In mijn leerproces rondom het begrip leiderschap heb ik stap voor stap ontdekt hoe veelzijdig en
complex leiderschap werkelijk is. Ik ben begonnen met theoretische kennis over leiderschapsstijlen
en -modellen, maar de echte verdieping kwam door de praktijkervaringen tijdens mijn stage. Hier
zag ik hoe verschillende vormen van leiderschap worden toegepast en hoe dit de dynamiek en de
prestaties van een team beïnvloedt. Door reflectie en observatie kon ik mijn theoretische kennis aan
de praktijk koppelen en beter begrijpen welke aspecten voor mij persoonlijk waardevol zijn.
Mijn aanpak en wat dit opleverde
Mijn aanpak was om eerst literatuur over leiderschap te bestuderen en vervolgens te observeren hoe
deze concepten werden toegepast in mijn stageomgeving. Ik heb specifiek gekeken naar kenmerken
zoals communicatie, teamontwikkeling, en besluitvaardigheid, omdat deze vaak centraal staan in de
literatuur. Door de theorie af te stemmen op concrete situaties en gedragspatronen binnen het team,
begon ik te zien hoe leiderschap echt functioneert binnen een werkcontext. Dit gaf me een dieper
begrip van hoe de theorieën toepasbaar zijn, maar ook van de nuances die in de praktijk ontstaan,
zoals de rol van empathie en timing in beslissingen.
Nieuwe inzichten over leiderschap
Een belangrijk inzicht dat ik tijdens dit proces heb gekregen, is dat effectief leiderschap niet per se
één vaste stijl of methode is, maar eerder een flexibele benadering die kan verschillen afhankelijk
van de context en de mensen die je aanstuurt. Zo zag ik dat sommige collega’s een meer directieve
aanpak hadden wanneer er onder tijdsdruk beslissingen moesten worden genomen, terwijl andere
collega’s juist de tijd namen om het team actief te betrekken bij het besluitvormingsproces. Dit
bracht me tot het inzicht dat goede leiders in staat zijn om te schakelen en hun stijl aan te passen aan
de behoeften van de situatie en hun teamleden.
Daarnaast heb ik geleerd dat leiderschap ook heel erg persoonlijk is. Iedere leider brengt zijn eigen
unieke vaardigheden en kwaliteiten mee, en dit bepaalt voor een groot deel hoe hij of zij anderen
inspireert en motiveert (V&VN, 2021). Zo werd mij bijvoorbeeld duidelijk dat sommige leiders
charismatisch zijn en mensen weten mee te nemen puur door hun enthousiasme, terwijl anderen
juist respect verdienen door hun technische expertise en probleemoplossend vermogen.
Observaties over leiderschap op de werkvloer
Tijdens mijn stage zag ik hoe verschillende collega's leiderschapsvaardigheden inzetten, zowel in
formele als informele situaties. Bijvoorbeeld, een teamleider toonde sterk transformationeel
leiderschap door teamleden actief aan te moedigen hun ideeën te delen en te ontwikkelen. Ze zette
het GROW-model in door mensen uit te dagen om hun doelen concreet te maken en ondersteunde
hen vervolgens in het uitstippelen van een stappenplan (Van Dijk, 2018). Deze aanpak stimuleerde
groei en zorgde ervoor dat het team zich gemotiveerd voelde.
Ook zag ik hoe meer ervaren collega’s, zonder formele leiderschapsrol, een sterke invloed hadden