Bijeenkomst 2
Partijen en competentie
Verschillende partijen:
- Natuurlijke personen
o Situaties waarin partij niet de bevoegdheid heeft om zelf in rechte op te
treden, geen procesbevoegdheid:
Onder curatele
art. 1:385 lid 1 BW jo. art. 1:250 BW -> bijzondere curator
art. 1:453 lid 2 BW -> mentor
art. 4:431 jo. 438 jo. art. 1:441 lid 1 BW -> bewindvoerder
Minderjarige
art. 1:234 lid 1 BW, art. 1:2445 lid 4 BW, art. 6:162, 6:164,
6:169 BW -> niet procesbevoegd
o art. 1:233, art. 1:234 lid 1 en art 1:245 lid 4 BW ->
minderjarige niet bevoegd om zelf in rechte op te
treden
handlichting art. 1:235 BW, arbeidsovk art. 7:612 BW,
benoeming curator bij tegenstrijdigheid minderjarige en
formele procesvertegenwoordiger art. 1:250 BW -> wel
procesbevoegd
! op dagvaarding moet zowel de minderjarige zelf als
voogd/ouder worden benoemd
Formele procespartij: degene in wiens naam de procedure wordt
gestart. De bewindvoerder, de curator of hoedanigheid als ouder/
voogd.
Materiele procespartij: het rechtssubject waar het proces over gaat.
de minderjarige/ onder curatele gestelde
- Rechtspersonen
o Publieke rechtspersonen (art. 2:1 BW)
o Kerkgenootschappen (art. 2:2 BW)
o Privaatrechtelijke rechtspersonen (art. 2:3 BW)
Bijv. je dagvaardt niet het college van B&W, maar de gemeente. Je bent het niet eens
met de Officier van Justitie, dan dagvaarding je de staat der Nederlanden die je
tekent via het parket van de Hoge Raad. Je moet dus zoeken wie
rechtspersoonlijkheid heeft.
, Competentie
1) Rechtsmacht
a. Extraneiteitselement: grensoverschrijdend, internationaal karakter?
i. Niet het geval -> artt. 1 t.e.m. 14 Rv
ii. Wel het geval -> via art. 1 Rv naar Brussel Ibis-vo. Verweerder moet
woonplaats hebben binnen EU-lidstaat.
1. Art. 6 -> grondgebied van de lidstaat
2. Art. 4 -> hoofdregel
3. Art. 7 -> in geval van de situaties in dit artikel, mag eiser kiezen
welk gerecht in welke lidstaat.
2) Absolute competentie: welke rechter is bevoegd
a. Eerste aanleg: art. 42 WRO
3) Relatieve competentie: welke rechter is geografisch bevoegd
a. Dagvaarding of verzoekschrift? Kijken naar wettelijke grondslag waarop partijen
elkaar baseren
i. Dagvaarding: art. 99 Rv -> woonplaats gedaagde
1. Art 100 Rv -> medebevoegdheid: gedaagde mag kiezen
ii. Verzoekschrift: art. 262 Rv -> woonplaats van de verzoeker. Artt. 264
t.e.m. 268 Rv
4) Kamercompetentie
a. Dagvaarding -> kantonrechter art. 93 Rv
b. Verzoekschrift -> moet expliciet blijken dat het naar de kantonrechter moet,
anders civiel.
Bijeenkomst 3
Schadestaatprocedure art. 612 Rv
Toepasselijk bij onrechtmatige daad of wanprestatie -> op een wet gebaseerde
verplichting tot schadevergoeding
o Kies hiervoor als je wilt laten zien wie aansprakelijk is. Hierdoor kan er over de
aansprakelijkheid niet meer getwist worden.
In hoofdzaak wordt aansprakelijkheid vastgelegd, in schadestaatprocedure de hoogte
hiervan
o In hoofdzaak moet eiser feiten stellen en bewijzen. De aannemelijkheid van
de mogelijkheid dat er sprake is van schade is al voldoende voor verwijzing
naar schadestaatprocedure. Hoeft dus niet concreet in te gaan op welke
schade.
o Art. 612: indien rechter zich niet kan uitlaten over begroting van de schade
(omdat dit nog niet duidelijk is bijvoorbeeld), dan moet hij verwijzen naar
schadestaatprocedure
Art. 613 Rv: overzicht van schadeposten moeten bij dagvaarding worden
meebetekend. Is dus een dagvaardingprocedure
Deelgeschilprocedure art. 1019w Rv
Bij letsel of overlijdensschade
Verzoekschriftprocedure
o Moet het deelgeschil omschrijven art. 1019w lid 3
Partijen en competentie
Verschillende partijen:
- Natuurlijke personen
o Situaties waarin partij niet de bevoegdheid heeft om zelf in rechte op te
treden, geen procesbevoegdheid:
Onder curatele
art. 1:385 lid 1 BW jo. art. 1:250 BW -> bijzondere curator
art. 1:453 lid 2 BW -> mentor
art. 4:431 jo. 438 jo. art. 1:441 lid 1 BW -> bewindvoerder
Minderjarige
art. 1:234 lid 1 BW, art. 1:2445 lid 4 BW, art. 6:162, 6:164,
6:169 BW -> niet procesbevoegd
o art. 1:233, art. 1:234 lid 1 en art 1:245 lid 4 BW ->
minderjarige niet bevoegd om zelf in rechte op te
treden
handlichting art. 1:235 BW, arbeidsovk art. 7:612 BW,
benoeming curator bij tegenstrijdigheid minderjarige en
formele procesvertegenwoordiger art. 1:250 BW -> wel
procesbevoegd
! op dagvaarding moet zowel de minderjarige zelf als
voogd/ouder worden benoemd
Formele procespartij: degene in wiens naam de procedure wordt
gestart. De bewindvoerder, de curator of hoedanigheid als ouder/
voogd.
Materiele procespartij: het rechtssubject waar het proces over gaat.
de minderjarige/ onder curatele gestelde
- Rechtspersonen
o Publieke rechtspersonen (art. 2:1 BW)
o Kerkgenootschappen (art. 2:2 BW)
o Privaatrechtelijke rechtspersonen (art. 2:3 BW)
Bijv. je dagvaardt niet het college van B&W, maar de gemeente. Je bent het niet eens
met de Officier van Justitie, dan dagvaarding je de staat der Nederlanden die je
tekent via het parket van de Hoge Raad. Je moet dus zoeken wie
rechtspersoonlijkheid heeft.
, Competentie
1) Rechtsmacht
a. Extraneiteitselement: grensoverschrijdend, internationaal karakter?
i. Niet het geval -> artt. 1 t.e.m. 14 Rv
ii. Wel het geval -> via art. 1 Rv naar Brussel Ibis-vo. Verweerder moet
woonplaats hebben binnen EU-lidstaat.
1. Art. 6 -> grondgebied van de lidstaat
2. Art. 4 -> hoofdregel
3. Art. 7 -> in geval van de situaties in dit artikel, mag eiser kiezen
welk gerecht in welke lidstaat.
2) Absolute competentie: welke rechter is bevoegd
a. Eerste aanleg: art. 42 WRO
3) Relatieve competentie: welke rechter is geografisch bevoegd
a. Dagvaarding of verzoekschrift? Kijken naar wettelijke grondslag waarop partijen
elkaar baseren
i. Dagvaarding: art. 99 Rv -> woonplaats gedaagde
1. Art 100 Rv -> medebevoegdheid: gedaagde mag kiezen
ii. Verzoekschrift: art. 262 Rv -> woonplaats van de verzoeker. Artt. 264
t.e.m. 268 Rv
4) Kamercompetentie
a. Dagvaarding -> kantonrechter art. 93 Rv
b. Verzoekschrift -> moet expliciet blijken dat het naar de kantonrechter moet,
anders civiel.
Bijeenkomst 3
Schadestaatprocedure art. 612 Rv
Toepasselijk bij onrechtmatige daad of wanprestatie -> op een wet gebaseerde
verplichting tot schadevergoeding
o Kies hiervoor als je wilt laten zien wie aansprakelijk is. Hierdoor kan er over de
aansprakelijkheid niet meer getwist worden.
In hoofdzaak wordt aansprakelijkheid vastgelegd, in schadestaatprocedure de hoogte
hiervan
o In hoofdzaak moet eiser feiten stellen en bewijzen. De aannemelijkheid van
de mogelijkheid dat er sprake is van schade is al voldoende voor verwijzing
naar schadestaatprocedure. Hoeft dus niet concreet in te gaan op welke
schade.
o Art. 612: indien rechter zich niet kan uitlaten over begroting van de schade
(omdat dit nog niet duidelijk is bijvoorbeeld), dan moet hij verwijzen naar
schadestaatprocedure
Art. 613 Rv: overzicht van schadeposten moeten bij dagvaarding worden
meebetekend. Is dus een dagvaardingprocedure
Deelgeschilprocedure art. 1019w Rv
Bij letsel of overlijdensschade
Verzoekschriftprocedure
o Moet het deelgeschil omschrijven art. 1019w lid 3