Kenmerkend Aspect: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm
van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en
de opkomst van het abolitionisme.
De Europese overheersing is een vervolg op
Kenmerkend Aspect 18 (Het begin van de
Europese overzeese expansie) en. Zonder dat we
begonnen waren met het ontdekken van de
wereldzeeën was er namelijk ook nooit een
overheersing gekomen overzee.
Toen we gebieden hadden veroverd gingen we
ons toeleggen op grote landbouwbedrijven, de
plantagekoloniën. Deze landbouwbedrijven
verbouwden vaak maar één gewas: tabak, suiker
en was arbeidsintensief. De werkkrachten werden
uit Afrika gehaald. overzee, begonnen we met het
verschepen van Afrikaanse slaven, de
zogenaamde driehoekshandel. We namen
goederen uit Europa mee die we in Afrika ruilden voor slaven van markten. Deze slaven
namen we vervolgens mee naar Zuid-Amerika om daar werken op plantages in de koloniën
in Zuid-Amerika. De goederen die dat opleverde brachten we dan weer naar Europa om
daar te verwerken en te verhandelen. Dit heet ook wel trans-Atlantische slavenhandel. De
slaven werden niet goed behandeld. Als ze niet hard genoeg werkten kregen ze straf en die
waren zo erg dat er soms zelfs doden bij vielen.
De meningen over de slavenhandel zijn altijd sterk bepaald door economische berekening
en door het denken over de waardigheid van de mens. In het begin, toen Nederland nog een
conflict had met Spanje (die dus al slaven verhandelde) waren de mensen nog tegen. Maar
toen Nederland zelf ook behoorlijk wat rijker werd door de driehoekshandel hoorde je er
niemand meer over. Pas in de Verlichting, toen Voltaire en Montesquieu lieten weten zwaar
tegen de handel te zijn werden er steeds meer mensen anti-slavenhandel. Zo ontstond
uiteindelijk de beweging van abolitionisten olv van William Wilberforce.
Ook in Amerika was de slavernij discussie een belangrijk onderwerp. Voorstanders van
slavernij betoogde dat een slavenhouder als een vader voor zijn kinderen zorgde en telkens
als een staat in het noorden aan de Verenigde Staten werd toegevoegd, ontstond er in het
zuiden angst voor een noordelijk antislavernij overwicht in het Congres. Toen president
Lincoln uiteindelijk de slavernij afschafte volgenden Engeland en Frankrijk als snel. De
Republiek kon toen niet meer achterblijven.
Kernbegrippen
Abolitionisme: Streven naar afschaffing van de slavernij en de slavenhandel.
trans-Atlantische slavenhandel: De koop van zwarte slaven in Afrika en de verkoop van deze