Bewustzijnsfilosofie samenvatting
8 questions about the conscious mind
Hoofdstuk 1. ‘What is the conscious mind?’
Ervaringen als dingen proeven, gedachtes en gevoelens hebben zijn voorbeelden van
mentale staten die het bewuste brein vormen. Het afvragen of een bewust brein bestaat en
de mentale staten die we hebben bevestigd dat het bestaat.
Thomas Nagel zei dat wanneer onze zintuigen gestimuleerd worden we allerlei soorten
ervaringen hebben. The what-it-is-likeness.
1ste mentale staat:
Fenomenale ervaringen, deze zijn gekarakteriseerd bij het kwalitatieve gevoel (hoe voelt
iets). Qualia zijn de kwalitatieve aspecten van fenomenale ervaringen.
2de mentale staat:
Cognitieve staat, kunnen gekarakteriseerd worden doordat ze een intentie zijn. Intentie is het
terrein van ‘being about something’, aboutness. (een gedachte over een vriend)
Een concept van intentie is propositionele attitude.
Vb Jan gelooft dat het regent. De propositie is het regent, de attitude is jan gelooft.
3de mentale staat:
Emotie, het gaat altijd over iets of iemand. Dus het is een fenomenale ervaring (hoe het
voelt) en het gaat altijd over iets of iemand (de cognitieve staat)
De fenomenale en cognitieve staat kunnen los van elkaar bestaan.
De relatie tussen het bewuste en het onbewuste is dat de staten van het onbewuste brein in
de juiste omstandigheden bewust kunnen worden. Maar sommige dingen zijn onbewust die
nooit bewust kunnen worden en eigenlijk ook geen mentale staat zijn zoals het brein regelen
van de hartkloppingen.
Veel cognitieve staten zijn mentale staten die vaak niet onderdeel zijn van het bewuste maar
dat wel kunnen worden. De fenomenale staat is bij definitie al bewust.
,Het debat over de bewuste geest wordt vaak gezien als alleen filosofie maar is ook een
metafysiek debat. De wetenschap verteld wat er in de wereld is en de metafysica verteld wat
er verder is dan dat. Als dit debat alleen een metafysisch debat zou zijn zou de geest en de
relatie tot de fysieke wereld in een domein vallen waar wetenschap geen zeggenschap over
heeft. Dan zou geen enkel onderdeel van de wetenschap ons iets over deze relatie kunnen
vertellen. Veel filosofen zeggen dat dit meer een leun onderdeel is van de filosofie, die
losstaat van de echte wereld.
Metafysica neemt niet mee wat de wetenschap ons over de wereld heeft verteld, het kiest
speculaties en fantasie daarboven.
Dus we kunnen de bewuste geest niet alleen dmv filosofie uitleggen maar moet ook mbv
wetenschap. Als we wetenschap negeren dan houden we theorieën over die goed voelen
maar helemaal fout kunnen zijn en wetenschap kan soms een andere uitkomst hebben dan
dat de filosofie in theorieën dachten.
David Hume zei dat boeken die geen ideeën bevatten over logica en empirische data beter
verbrand kunnen worden.
Begrippen
Qualia:
De kwalitatieve aspecten van ervaringen.
Propositie:
De betekenis van een zin, dit gaat altijd over iets (intentie).
Cognitie:
Wordt in dit boek gebruikt als een deel van de mentale staat dat over iets gaat.
Metafysiek:
De discipline van filosofie dat verder gaat dan fysica. Het verteld ons hoe het mogelijk is dat
de wereld überhaupt bestaat.
Filosofie:
Abstract redeneren, out of the box denken, conceptuele verheldering. Wat bedoel je met
concept x? Ook kritisch nadenken.
Substantie dualisme:
De geest bestaat onafhankelijk van het lichaam.
Idealisme:
,De fysische wereld is afhankelijke van de geestelijke wereld.
Behaviorisme:
De geest is eigenlijk gedrag.
Reductionisme:
Mentale toestanden zijn hersentoestanden.
Eliminativisme:
De geest bestaat niet.
Functionalisme:
Mentale toestanden worden gerealiseerd door hersentoestanden.
Hoofdstuk 2. ‘Can the mind function seperately from the brain?’
Michel de Montagne zag dat alles een twijfel kon zijn, maar hij zei niet dat hij niets wist. Je
kan niet zeggen dat je weet dat je iets niet weet, want dan zeg je dat je iets wel weet. Dus
Montagne zei ‘What do i know?’.
René Descartes accepteerde de methode van skeptics maar wilde heel graag kennis over de
wereld. Als mensen Descartes bedrogen hadden kon hij hen daarna niet meer vertrouwen als
een bron van kennis, hetzelfde geldt voor de zintuigen. Op een bepaalde moment dacht hij
dat er een slechte duivel was die hem deed geloven dat hij een lichaam had en er een fysieke
wereld is. Maar hij dacht, als ik kan denken moet ik wel bestaan toch? (i think therefore i
am). Maar wat is ik? Dat wisten ze nog niet en daarom zei hij, ik ben een denkend ding.
Volgens Descartes was de cogito (denken) geen argument maar een inzicht. Hoe weet ik dat
ik denk dus ik ben echt is? Het antwoord wat hij geeft: wat ik duidelijk waarneem is waar.
Dingen die hij niet zelf heeft bedacht, god, moet ergens vandaan komen dat perfect is en dat
is god. Dit zou het bewijs zijn voor god. Omdat god niemand misleidt en dus ook niet de
ideeën van Descartes over zijn lichaam en de wereld moet dat wel echt zijn.
Descartes zegt dat de denkende substantie geen plaats heeft in de ruimte dus denkende
dingen en fysieke (uitgebreide) dingen zijn onafhankelijke dingen, ze hebben elkaar niet
nodig om te bestaan. De geest heeft de macht om naar de animal spirits te bewegen in de
pijnappelklier en de spirits maken dit naar bewegingen in het lichaam.
Volgens occasionalisten is alles wat gebeurd komt door god. Dualisten zeggen dat we de
relatie tussen geest een lichaam niet kennen maar de dualisten zouden wel de goede
, redenen hebben om te bewijzen dat substantie dualisme de juiste positie is in het geest-
lichaam debat.
De parapsychologen onderzoeken het abnormale, hierbij is de separability theorie
geaccepteerd
Clairvoyance zou een voorbeeld moeten zijn van extrasensory perception, wat bewijs moet
zijn dat geest en lichaam los kunnen functioneren.
Andere uitleg voor evp zou kunnen zijn dat je geluid hoort van een 3de station. En veel
woorden waren eigenlijk hetzelfde dus interpreteren mensen dat het een betekenis heeft.
Begrippen
The separability thesis:
Kan de geest los functioneren van het brein.
Skeptics:
De mensen die beweren dat we nergens zeker over kunnen zijn en dat we altijd onze mening
uit moeten stellen.
Substantie:
Iets wat op zichzelf kan bestaan, het heeft in plaats in de ruimte.
Het interactie probleem:
Hoe kan het fysieke lichaam en de niet fysieke geest samenwerken met elkaar. (vroeg prinses
Elizabeth aan Descartes)
Clairvoyance:
De vaardigheid van sommige mensen om informatie te krijgen over een persoon, een event,
object op een manier die niet de normale zintuigen gebruikt.
Elektronische stem fenomeen:
Een radio of tv afstellen naar een zender tussen 2 stations in waardoor je wit geluid krijgt en
berichten van ‘de andere kant’ zou kunnen krijgen.
Pareidolia:
Herkennen van betekenisvolle berichten in random stimuli.
Theory ladenness of perception:
Wat we waarnemen wordt beïnvloedt door een theorie dat ons vertelt wat we waarnemen.
8 questions about the conscious mind
Hoofdstuk 1. ‘What is the conscious mind?’
Ervaringen als dingen proeven, gedachtes en gevoelens hebben zijn voorbeelden van
mentale staten die het bewuste brein vormen. Het afvragen of een bewust brein bestaat en
de mentale staten die we hebben bevestigd dat het bestaat.
Thomas Nagel zei dat wanneer onze zintuigen gestimuleerd worden we allerlei soorten
ervaringen hebben. The what-it-is-likeness.
1ste mentale staat:
Fenomenale ervaringen, deze zijn gekarakteriseerd bij het kwalitatieve gevoel (hoe voelt
iets). Qualia zijn de kwalitatieve aspecten van fenomenale ervaringen.
2de mentale staat:
Cognitieve staat, kunnen gekarakteriseerd worden doordat ze een intentie zijn. Intentie is het
terrein van ‘being about something’, aboutness. (een gedachte over een vriend)
Een concept van intentie is propositionele attitude.
Vb Jan gelooft dat het regent. De propositie is het regent, de attitude is jan gelooft.
3de mentale staat:
Emotie, het gaat altijd over iets of iemand. Dus het is een fenomenale ervaring (hoe het
voelt) en het gaat altijd over iets of iemand (de cognitieve staat)
De fenomenale en cognitieve staat kunnen los van elkaar bestaan.
De relatie tussen het bewuste en het onbewuste is dat de staten van het onbewuste brein in
de juiste omstandigheden bewust kunnen worden. Maar sommige dingen zijn onbewust die
nooit bewust kunnen worden en eigenlijk ook geen mentale staat zijn zoals het brein regelen
van de hartkloppingen.
Veel cognitieve staten zijn mentale staten die vaak niet onderdeel zijn van het bewuste maar
dat wel kunnen worden. De fenomenale staat is bij definitie al bewust.
,Het debat over de bewuste geest wordt vaak gezien als alleen filosofie maar is ook een
metafysiek debat. De wetenschap verteld wat er in de wereld is en de metafysica verteld wat
er verder is dan dat. Als dit debat alleen een metafysisch debat zou zijn zou de geest en de
relatie tot de fysieke wereld in een domein vallen waar wetenschap geen zeggenschap over
heeft. Dan zou geen enkel onderdeel van de wetenschap ons iets over deze relatie kunnen
vertellen. Veel filosofen zeggen dat dit meer een leun onderdeel is van de filosofie, die
losstaat van de echte wereld.
Metafysica neemt niet mee wat de wetenschap ons over de wereld heeft verteld, het kiest
speculaties en fantasie daarboven.
Dus we kunnen de bewuste geest niet alleen dmv filosofie uitleggen maar moet ook mbv
wetenschap. Als we wetenschap negeren dan houden we theorieën over die goed voelen
maar helemaal fout kunnen zijn en wetenschap kan soms een andere uitkomst hebben dan
dat de filosofie in theorieën dachten.
David Hume zei dat boeken die geen ideeën bevatten over logica en empirische data beter
verbrand kunnen worden.
Begrippen
Qualia:
De kwalitatieve aspecten van ervaringen.
Propositie:
De betekenis van een zin, dit gaat altijd over iets (intentie).
Cognitie:
Wordt in dit boek gebruikt als een deel van de mentale staat dat over iets gaat.
Metafysiek:
De discipline van filosofie dat verder gaat dan fysica. Het verteld ons hoe het mogelijk is dat
de wereld überhaupt bestaat.
Filosofie:
Abstract redeneren, out of the box denken, conceptuele verheldering. Wat bedoel je met
concept x? Ook kritisch nadenken.
Substantie dualisme:
De geest bestaat onafhankelijk van het lichaam.
Idealisme:
,De fysische wereld is afhankelijke van de geestelijke wereld.
Behaviorisme:
De geest is eigenlijk gedrag.
Reductionisme:
Mentale toestanden zijn hersentoestanden.
Eliminativisme:
De geest bestaat niet.
Functionalisme:
Mentale toestanden worden gerealiseerd door hersentoestanden.
Hoofdstuk 2. ‘Can the mind function seperately from the brain?’
Michel de Montagne zag dat alles een twijfel kon zijn, maar hij zei niet dat hij niets wist. Je
kan niet zeggen dat je weet dat je iets niet weet, want dan zeg je dat je iets wel weet. Dus
Montagne zei ‘What do i know?’.
René Descartes accepteerde de methode van skeptics maar wilde heel graag kennis over de
wereld. Als mensen Descartes bedrogen hadden kon hij hen daarna niet meer vertrouwen als
een bron van kennis, hetzelfde geldt voor de zintuigen. Op een bepaalde moment dacht hij
dat er een slechte duivel was die hem deed geloven dat hij een lichaam had en er een fysieke
wereld is. Maar hij dacht, als ik kan denken moet ik wel bestaan toch? (i think therefore i
am). Maar wat is ik? Dat wisten ze nog niet en daarom zei hij, ik ben een denkend ding.
Volgens Descartes was de cogito (denken) geen argument maar een inzicht. Hoe weet ik dat
ik denk dus ik ben echt is? Het antwoord wat hij geeft: wat ik duidelijk waarneem is waar.
Dingen die hij niet zelf heeft bedacht, god, moet ergens vandaan komen dat perfect is en dat
is god. Dit zou het bewijs zijn voor god. Omdat god niemand misleidt en dus ook niet de
ideeën van Descartes over zijn lichaam en de wereld moet dat wel echt zijn.
Descartes zegt dat de denkende substantie geen plaats heeft in de ruimte dus denkende
dingen en fysieke (uitgebreide) dingen zijn onafhankelijke dingen, ze hebben elkaar niet
nodig om te bestaan. De geest heeft de macht om naar de animal spirits te bewegen in de
pijnappelklier en de spirits maken dit naar bewegingen in het lichaam.
Volgens occasionalisten is alles wat gebeurd komt door god. Dualisten zeggen dat we de
relatie tussen geest een lichaam niet kennen maar de dualisten zouden wel de goede
, redenen hebben om te bewijzen dat substantie dualisme de juiste positie is in het geest-
lichaam debat.
De parapsychologen onderzoeken het abnormale, hierbij is de separability theorie
geaccepteerd
Clairvoyance zou een voorbeeld moeten zijn van extrasensory perception, wat bewijs moet
zijn dat geest en lichaam los kunnen functioneren.
Andere uitleg voor evp zou kunnen zijn dat je geluid hoort van een 3de station. En veel
woorden waren eigenlijk hetzelfde dus interpreteren mensen dat het een betekenis heeft.
Begrippen
The separability thesis:
Kan de geest los functioneren van het brein.
Skeptics:
De mensen die beweren dat we nergens zeker over kunnen zijn en dat we altijd onze mening
uit moeten stellen.
Substantie:
Iets wat op zichzelf kan bestaan, het heeft in plaats in de ruimte.
Het interactie probleem:
Hoe kan het fysieke lichaam en de niet fysieke geest samenwerken met elkaar. (vroeg prinses
Elizabeth aan Descartes)
Clairvoyance:
De vaardigheid van sommige mensen om informatie te krijgen over een persoon, een event,
object op een manier die niet de normale zintuigen gebruikt.
Elektronische stem fenomeen:
Een radio of tv afstellen naar een zender tussen 2 stations in waardoor je wit geluid krijgt en
berichten van ‘de andere kant’ zou kunnen krijgen.
Pareidolia:
Herkennen van betekenisvolle berichten in random stimuli.
Theory ladenness of perception:
Wat we waarnemen wordt beïnvloedt door een theorie dat ons vertelt wat we waarnemen.
