Sportstimulering
Hoorcollege 1
Gezondheid omvat verschillende aspecten zoals lichamelijk, geestelijk en
sociaal welzijn. Dit betekent niet alleen vrij zijn van ziekten, maar ook een
goede levenskwaliteit.
Mentale voordelen:
Lichaamsbeweging vermindert stress en angsten. Regelmatige sport
verhoogt de endorfineproductie, wat bijdraagt aan een betere mentale
gezondheid.
Fysiek voordelen
Sport bevordert de lichamelijke gezondheid. Het versterkt de spieren,
verbetert de conditie en helpt bij het behoud van een gezond gewicht.
Barrieres, drempels waarom mensen NIET willen of kunnen bewegen
Sociale barrieres: Een gebrek aan sociale steun kan mensen
belemmeren om te sporten. Vrienden en familie spelen een cruciale rol.
Fysieke barrieres: Fysieke beperkingen zoals blessures of chronische
ziekten kunnen deelname aan sportactiviteiten bemoeilijken
Milieu- en infrastructuur problemen: Slechte infrastructuur of een
onveilige omgeving kan mensen ontmoedigen om te bewegen of deel te
nemen aan sport.
Het percentage volwassenen in Nederland dat de eigen gezondheid als
(zeer) goed ervaart, daalde in 2022 ten opzichte van 2020 (79% naar
70%)
In 2023 had 16% van de bevolking van 20 jaar of ouder obesitas. Dat is 3x
zo veel als begin jaren 80, toen dat 5% was.
In 2023 voldeed 45% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder aan de
beweegrichtlijnen. Kinderen van 4 tm 11 jaar voldoen het vaakst aan de
richtlijnen (60%), gevolgd door mensen van 18 tm 64 jaar (45%), 65+’ers
(40%) en jongeren van 12 tm 17 jaar (39%)
Ons (buik)vet is een orgaan dat honderden hormonen aanmaakt. Die
communiceren met andere organen en met het brein. Hebben we te veel
vet, dan raakt het laaggradig ontstoken. Dat kan leiden tot ruim 200
aandoeningen, waaronder diabetes, hart- en vaatziekten en
gewrichtsklachten. Maar ook tot 13 vormen van kanker. Depressie en
,angststoornissen, onvruchtbaarheid of een ernstiger beloop van infecties,
zoals we bij corona hebben gezien. Obesitas is daarmee een “gateway
disease”: een poortziekte naar andere ziekten.
NEAT: Non-Exercise Activity Thermogenesis
Trends en ontwikkelingen die bijdragen aan obesitas: Internationalisering,
duurzaamheid, digitalisering, leefstijl, anders georganiseerde sport, etc.
50% in NL heeft overgewicht.
Gewone mensen in beweging brengen doe je door:
- Op basis van theorieën gedragsverandering.
- De omgeving leren kennen (sterktes/zwaktes/kansen/bedreigingen)
- De mensen en hun motieven en barrières leren kennen
Wat is gedrag?
- Gedrag dat je eenmalig of zelden vertoont, zoals bijvoorbeeld het
kopen van een nieuw huis
- Gedrag dat je regelmatig vertoont, zoals het plannen van vakantie,
het opruimen van je huis
- Gedrag dat je dagelijks vertoont, zoals de manier waarop je eet,
werkt, luistert of reageert
Onbewust vs bewust gedrag
- Bewust (eerst denken, dan doen)
- Onbewust (eerst doen, dan denken)
Voor gedragsverandering moet je van bewust naar onbewust gedrag.
Gedragsverandering is een complex proces waarbij oud gedrag moet
worden losgelaten en nieuw gedrag moet worden aangeleerd
gewoonte
Doel: Het kunnen duiden van veranderingsprocessen en het kunnen
toepassen van de theorie.
,Hoorcollege 2
De belangrijkste belemmering om niet (vaker) dagelijks in beweging te
komen is tijdsgebrek. Hierbij wordt tijdgebrek door werk of
gezinsverplichtingen genoemd, gevolgd door vermoeidheid en een gebrek
aan energie. Ook het weer speelt een rol: regen en harde wind houden
mensen vaak binnen.
Minder dan 50% van de Nederlandse bevolking boven de 4 jaar voldoet
aan de beweegrichtlijnen.
De beweegrichtlijnen volwassenen en ouderen:
- Matig of zwaar intensieve inspanning minimaal 150 minuten per
week, verspreid over 2 diverse dagen
- Spier- en botversterkende activiteiten (voor ouderen inclusief
balansoefeninigen), minimaal 2x per week
- Voorkom veel stilzitten
Voor kinderen:
- Matig of zwaar intensieve inspanning voor minimaal 1 uur per dag
- Spier- en botversterkende activiteiten, minimaal 3x per week
- Voorkom veel stilzitten
Heel veel redenen waarom mensen niet willen of kunnen sporten
complex vraagstuk
Sallis systeem: systeemaanpak, om een actieve leefomgeving te
creëren.
Multilevel interventies (op meerdere lagen van de sociaalecologische
omgeving) op basis van ecologische modellen en gericht op individuen,
sociale omgevingen, fysieke
Omgevingen en beleid moeten worden geïmplementeerd om effectieve
(communities).
- Interventies zijn alleen effectief als zij worden ingezet op al deze
verschillende niveaus (multi level interventie)
- Samenwerking met vele stakeholders/partners/organisaties en
overheid (kabinet)/2e
kamer/provincie/gemeente/buurtsportcoaches/sportclubs/scholen/bu
urthuizen/commerciele sport/etc. zal moeten.
- Dit sociaal Ecologisch model, met als doel: stimuleren van fysieke
activiteit, dient gespecificeerd te worden in: Recreatie, transport,
beroep en huishouden
, Multilevel interventies Zo veel mogelijk lagen van het model
meenemen om mensen te stimuleren om te sporten
Versimpelt sociaalecologisch model:
Individual: dingen die vanuit jou zelf komen
Interpersonal: familie, vrienden, sociaal netwerk
Organizational: school, werk, sociale instituties
Community: culturele normen en warden, relaties tussen organisaties
Policy: wetten, beleid, staat
Natural environment hoe dichtbij is de gym? Woon je in een bos?
Social cultural environment Als je sociale omgeving beweegt, is de
drempel klein om zelf ook te gaan bewegen
Information environment Informatie over hoe je kunt bewegen
Gedragsverandering gaat in stapjes,
Dit noemen we de stages of change, dus nieuw gedrag aanleren
The transtheoretical model (TTM); Prochaska & DiClemente
Prochaska en DiClemente hebben de stadia van gedragsverandering, ook
wel de cirkel van verandering genoemd, in kaart gebracht, zodat
hulpverleners, beleidsmedewerkers, sportkundigen, buurtsportcoaches en
leefstijlcoaches kunnen aansluiten bij het stadium waarin de client zich
bevindt: de client passend begeleiden bij het bewust worden van de
problematiek, bij het nemen van beslissingen en het uitvoeren en
volhouden van de ingezette verandering.
Ontkennen/onbewust (pre-contemplatie)
Advies: Patiënt is nog niet klaar om te veranderen, je kunt het belang
nadrukken door te informeren en bewust te maken van het risicogedrag
Overwegen (contemplatie)
Steun bieden foor de juiste informatie aan te bieden en in het maken van
beslissingen, bijvoorbeeld door samen een voor- en nadelenmatrix te
maken, ook kun je al beginnen met doelen stellen
Beslissen en voorbereiden
Laat de patiënt een eigen plan van aanpak bedenken, het werkt beter als
je patiënt dit zelf bedenkt, maar hier kun je wel bij helpen
Actie en uitvoeren
Advies: letten op terugval, stel daarvoor open vragen, niet insteken op een
schuldvraag
Volhouden Klaar, of Terugvallen, en weer af bij start
Advies: letten op terugval
Hoorcollege 1
Gezondheid omvat verschillende aspecten zoals lichamelijk, geestelijk en
sociaal welzijn. Dit betekent niet alleen vrij zijn van ziekten, maar ook een
goede levenskwaliteit.
Mentale voordelen:
Lichaamsbeweging vermindert stress en angsten. Regelmatige sport
verhoogt de endorfineproductie, wat bijdraagt aan een betere mentale
gezondheid.
Fysiek voordelen
Sport bevordert de lichamelijke gezondheid. Het versterkt de spieren,
verbetert de conditie en helpt bij het behoud van een gezond gewicht.
Barrieres, drempels waarom mensen NIET willen of kunnen bewegen
Sociale barrieres: Een gebrek aan sociale steun kan mensen
belemmeren om te sporten. Vrienden en familie spelen een cruciale rol.
Fysieke barrieres: Fysieke beperkingen zoals blessures of chronische
ziekten kunnen deelname aan sportactiviteiten bemoeilijken
Milieu- en infrastructuur problemen: Slechte infrastructuur of een
onveilige omgeving kan mensen ontmoedigen om te bewegen of deel te
nemen aan sport.
Het percentage volwassenen in Nederland dat de eigen gezondheid als
(zeer) goed ervaart, daalde in 2022 ten opzichte van 2020 (79% naar
70%)
In 2023 had 16% van de bevolking van 20 jaar of ouder obesitas. Dat is 3x
zo veel als begin jaren 80, toen dat 5% was.
In 2023 voldeed 45% van de Nederlanders van 4 jaar en ouder aan de
beweegrichtlijnen. Kinderen van 4 tm 11 jaar voldoen het vaakst aan de
richtlijnen (60%), gevolgd door mensen van 18 tm 64 jaar (45%), 65+’ers
(40%) en jongeren van 12 tm 17 jaar (39%)
Ons (buik)vet is een orgaan dat honderden hormonen aanmaakt. Die
communiceren met andere organen en met het brein. Hebben we te veel
vet, dan raakt het laaggradig ontstoken. Dat kan leiden tot ruim 200
aandoeningen, waaronder diabetes, hart- en vaatziekten en
gewrichtsklachten. Maar ook tot 13 vormen van kanker. Depressie en
,angststoornissen, onvruchtbaarheid of een ernstiger beloop van infecties,
zoals we bij corona hebben gezien. Obesitas is daarmee een “gateway
disease”: een poortziekte naar andere ziekten.
NEAT: Non-Exercise Activity Thermogenesis
Trends en ontwikkelingen die bijdragen aan obesitas: Internationalisering,
duurzaamheid, digitalisering, leefstijl, anders georganiseerde sport, etc.
50% in NL heeft overgewicht.
Gewone mensen in beweging brengen doe je door:
- Op basis van theorieën gedragsverandering.
- De omgeving leren kennen (sterktes/zwaktes/kansen/bedreigingen)
- De mensen en hun motieven en barrières leren kennen
Wat is gedrag?
- Gedrag dat je eenmalig of zelden vertoont, zoals bijvoorbeeld het
kopen van een nieuw huis
- Gedrag dat je regelmatig vertoont, zoals het plannen van vakantie,
het opruimen van je huis
- Gedrag dat je dagelijks vertoont, zoals de manier waarop je eet,
werkt, luistert of reageert
Onbewust vs bewust gedrag
- Bewust (eerst denken, dan doen)
- Onbewust (eerst doen, dan denken)
Voor gedragsverandering moet je van bewust naar onbewust gedrag.
Gedragsverandering is een complex proces waarbij oud gedrag moet
worden losgelaten en nieuw gedrag moet worden aangeleerd
gewoonte
Doel: Het kunnen duiden van veranderingsprocessen en het kunnen
toepassen van de theorie.
,Hoorcollege 2
De belangrijkste belemmering om niet (vaker) dagelijks in beweging te
komen is tijdsgebrek. Hierbij wordt tijdgebrek door werk of
gezinsverplichtingen genoemd, gevolgd door vermoeidheid en een gebrek
aan energie. Ook het weer speelt een rol: regen en harde wind houden
mensen vaak binnen.
Minder dan 50% van de Nederlandse bevolking boven de 4 jaar voldoet
aan de beweegrichtlijnen.
De beweegrichtlijnen volwassenen en ouderen:
- Matig of zwaar intensieve inspanning minimaal 150 minuten per
week, verspreid over 2 diverse dagen
- Spier- en botversterkende activiteiten (voor ouderen inclusief
balansoefeninigen), minimaal 2x per week
- Voorkom veel stilzitten
Voor kinderen:
- Matig of zwaar intensieve inspanning voor minimaal 1 uur per dag
- Spier- en botversterkende activiteiten, minimaal 3x per week
- Voorkom veel stilzitten
Heel veel redenen waarom mensen niet willen of kunnen sporten
complex vraagstuk
Sallis systeem: systeemaanpak, om een actieve leefomgeving te
creëren.
Multilevel interventies (op meerdere lagen van de sociaalecologische
omgeving) op basis van ecologische modellen en gericht op individuen,
sociale omgevingen, fysieke
Omgevingen en beleid moeten worden geïmplementeerd om effectieve
(communities).
- Interventies zijn alleen effectief als zij worden ingezet op al deze
verschillende niveaus (multi level interventie)
- Samenwerking met vele stakeholders/partners/organisaties en
overheid (kabinet)/2e
kamer/provincie/gemeente/buurtsportcoaches/sportclubs/scholen/bu
urthuizen/commerciele sport/etc. zal moeten.
- Dit sociaal Ecologisch model, met als doel: stimuleren van fysieke
activiteit, dient gespecificeerd te worden in: Recreatie, transport,
beroep en huishouden
, Multilevel interventies Zo veel mogelijk lagen van het model
meenemen om mensen te stimuleren om te sporten
Versimpelt sociaalecologisch model:
Individual: dingen die vanuit jou zelf komen
Interpersonal: familie, vrienden, sociaal netwerk
Organizational: school, werk, sociale instituties
Community: culturele normen en warden, relaties tussen organisaties
Policy: wetten, beleid, staat
Natural environment hoe dichtbij is de gym? Woon je in een bos?
Social cultural environment Als je sociale omgeving beweegt, is de
drempel klein om zelf ook te gaan bewegen
Information environment Informatie over hoe je kunt bewegen
Gedragsverandering gaat in stapjes,
Dit noemen we de stages of change, dus nieuw gedrag aanleren
The transtheoretical model (TTM); Prochaska & DiClemente
Prochaska en DiClemente hebben de stadia van gedragsverandering, ook
wel de cirkel van verandering genoemd, in kaart gebracht, zodat
hulpverleners, beleidsmedewerkers, sportkundigen, buurtsportcoaches en
leefstijlcoaches kunnen aansluiten bij het stadium waarin de client zich
bevindt: de client passend begeleiden bij het bewust worden van de
problematiek, bij het nemen van beslissingen en het uitvoeren en
volhouden van de ingezette verandering.
Ontkennen/onbewust (pre-contemplatie)
Advies: Patiënt is nog niet klaar om te veranderen, je kunt het belang
nadrukken door te informeren en bewust te maken van het risicogedrag
Overwegen (contemplatie)
Steun bieden foor de juiste informatie aan te bieden en in het maken van
beslissingen, bijvoorbeeld door samen een voor- en nadelenmatrix te
maken, ook kun je al beginnen met doelen stellen
Beslissen en voorbereiden
Laat de patiënt een eigen plan van aanpak bedenken, het werkt beter als
je patiënt dit zelf bedenkt, maar hier kun je wel bij helpen
Actie en uitvoeren
Advies: letten op terugval, stel daarvoor open vragen, niet insteken op een
schuldvraag
Volhouden Klaar, of Terugvallen, en weer af bij start
Advies: letten op terugval