e met…. e vezel?
Reukzin
S – Dendrieten van sensorische neuronen starten in reukepitheel, bovenin neusholte
Nervus olfactorius
Diencephalon – Vezels/axonen lopen door zeefbeen naar bulbus olfactorius
(N.I)
– Geen synaps in thalamus (uitzondering)
– Naar smaakgebied in temporale kwab
Geleiden van sensorische info die verantwoordelijk is voor zicht
– Dendrieten liggen in netvlies van het oog
Nervus opticus – Axonen kruisen gedeeltelijk ter hoogte van optisch chiasma
S Diencephalon
(N.II) – Synaps in thalamus
– Schakelneuronen lopen door tot visuele cortex in occipitale kwab
(hier worden we ons bewust van wat we zien)
Motorische controle over 4 van de 6 uitwendige oogspieren
Autonome functie: regelt pupilgrootte
Nervus
Middenhersene
oculmotorius M x -Pupil dilatatie = mydriase: bij stress/weinig lichinval zal pupil opengaan om meer licht
n
(N.III) binnen te krijgen
-Pupil vernauwing = miose
Nervus trochlearis Middenhersene Motorische controle over bovenste schuine oogspier zorgt ervoor dat het oog naar
M
(N.IV) n beneden kan roteren en weg van de middellijn
– Sensoriek: pijnreceptoren, temperatuurreceptoren, tastreceptoren, drukreceptoren
Nervus trigeminus – Motoriek
G Pons
(N.V)
, Grootste hersenzenuw: 3 takken
1. De n. ophtalmicus (V1)
- Puur sensorische functie.
- Hij voorziet de bovenste oogleden, voorhoofd, de voorzijde van de hoofdhuid en het
slijmvlies van de neus.
2. De n. maxillaris (V2)
- Puur sensorische functie.
- Hij voorziet de wangen, tanden en tandvlees in de bovenkaak en de onderste oogleden.
3. De n. mandibularis (V3)
- Gemengde functie
- Verzorgt de tanden en kiezen van de onderkaak, oorlellen, onderlip en tong
- Motorische controle kauwspieren en keelspieren: de m. temporalis, de m. masseter en
de m. pterygoidei.
Nervus abducens Motorische controle over laterale rechte oogspier (musculus rectus lateralis)
M Pons
(N.VI) zorgt voor abductiebeweging (wegkijken)
Nervus facialis G Pons x Intracraniaal deel:
(N.VII) A. Traanklier
B. M stapedius (niet zichtbaar op figuur)
C. Chorda tympani:
– 2 speekselklieren (sublinguale en submandibulaire)
– de smaak van het voorste 2/3 van de tong
(A en C: autonome functies)
Extracraniaal deel (mimische musculatuur)
1. Ramus temporales
2. Ramus zygomatici
3. Ramus buccales