Burgerlijke cultuur van Nederland in de 17e eeuw
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1: De Nederlanden in de 17e eeuw
Het calvinisme was voor een kleine maar belangrijke groep het geloof. Zij waren belangrijk in
de strijd tegen de katholieke Spanjaarden die Nederland op dat moment overheersten.
De overgrote meerderheid van de Nederlanden was nog katholiek.
In de strijd tegen de Spanjaarden, waren het de calvinisten die zich het felst verzetten, en die
de rooms-katholieken ervan wisten te overtuigen dat ook ij zich tegen de Spaanse
overheersing zouden moeten verzetten. Dat was niet zomaar iets want dan zouden de
katholieken tegen de katholieken Spanjaarden en voor de calvinisten moesten kiezen.
Onder invloed van het Humanisme was gewetensvrijheid, tolerantie tav
andersdenkenden een belangrijk iets geworden, en dat gaf de katholieken de
mogelijkheid toch mee te doen in de strijd tegen de katholieke Spanjaarden.
Ook wisten ze dat ze niet werden vervolgd vanwege hun geloof. In het verdrag van
de Unie van Utrecht (= overeenkomst tussen aantal Nederlandse gewesten om
Spanjaarden te verdrijven) was vastgesteld dat de religie vrij was en dat er
gewetensvrijheid zou heersen.
In die tijd uniek want in omringde landen felle godsdiensttwisten.
Dat dit zo anders was in Nederland had te maken met de unieke situatie in Ned: het
was namelijk een republiek waarin zeven Nederlandse provinciën verenigd waren, een
absoluut gezag ontbrak en de zeven provinciën hadden ieder hun eigen inbreng.
Dit zorgde voor een tolerante samenleving. Want in andere landen waren er
monarchieën waar de vorst de centrale macht had.
, 1.2: De machthebbers: De burgerij
Nederlandse steden werden bestuurd door regenten, dat waren veelal leden van
invloedrijke koopmansfamilies. In de meeste gewesten hadden de steden en daarmee vaak
ook de regenten de grootste inbreng in de gewestelijke Statenvergadering.
Volgens het verdrag van de Unie van Utrecht, zouden de gewesten in de Staten-Generaal
gezamenlijk beslissen over belangrijke zaken.
Situatie platteland: er waren nog steeds adellijke grootgrondbezitters, die lieten de boeren
delen van de opbrengst op de markten in de steden verkopen.
Met die winst kochten ze allerlei gereedschap en middelen om het land beter te bewerken
waardoor de opbrengst steeds verder kon stijgen.
Dit zorgde voor steeds sterkere ontwikkelde handel tussen dorpen en steden.
Daarnaast had je in de steden nog een belangrijk instituut: de gilden (ambacht). Zij waren
belangrijk om de kwaliteit van het ambachtswerk in stand te houden.
Amsterdam werd de nieuwe wereldhaven (i.p.v. Antwerpen) -> Nadat in 1648 de Vrede van
Munster gesloten was – het eind van de tachtigjarige oorlog.
Nederlandse Republiek kon met de gewetensvrijheid en gunstig handelsklimaat
uitgroeien tot een van de machtigste en welvarendste landen van de 17e eeuw.
Terwijl omringende landen druk bezig waren met vervolging ketters en naar zich toe
trekken van de macht.
Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1: De Nederlanden in de 17e eeuw
Het calvinisme was voor een kleine maar belangrijke groep het geloof. Zij waren belangrijk in
de strijd tegen de katholieke Spanjaarden die Nederland op dat moment overheersten.
De overgrote meerderheid van de Nederlanden was nog katholiek.
In de strijd tegen de Spanjaarden, waren het de calvinisten die zich het felst verzetten, en die
de rooms-katholieken ervan wisten te overtuigen dat ook ij zich tegen de Spaanse
overheersing zouden moeten verzetten. Dat was niet zomaar iets want dan zouden de
katholieken tegen de katholieken Spanjaarden en voor de calvinisten moesten kiezen.
Onder invloed van het Humanisme was gewetensvrijheid, tolerantie tav
andersdenkenden een belangrijk iets geworden, en dat gaf de katholieken de
mogelijkheid toch mee te doen in de strijd tegen de katholieke Spanjaarden.
Ook wisten ze dat ze niet werden vervolgd vanwege hun geloof. In het verdrag van
de Unie van Utrecht (= overeenkomst tussen aantal Nederlandse gewesten om
Spanjaarden te verdrijven) was vastgesteld dat de religie vrij was en dat er
gewetensvrijheid zou heersen.
In die tijd uniek want in omringde landen felle godsdiensttwisten.
Dat dit zo anders was in Nederland had te maken met de unieke situatie in Ned: het
was namelijk een republiek waarin zeven Nederlandse provinciën verenigd waren, een
absoluut gezag ontbrak en de zeven provinciën hadden ieder hun eigen inbreng.
Dit zorgde voor een tolerante samenleving. Want in andere landen waren er
monarchieën waar de vorst de centrale macht had.
, 1.2: De machthebbers: De burgerij
Nederlandse steden werden bestuurd door regenten, dat waren veelal leden van
invloedrijke koopmansfamilies. In de meeste gewesten hadden de steden en daarmee vaak
ook de regenten de grootste inbreng in de gewestelijke Statenvergadering.
Volgens het verdrag van de Unie van Utrecht, zouden de gewesten in de Staten-Generaal
gezamenlijk beslissen over belangrijke zaken.
Situatie platteland: er waren nog steeds adellijke grootgrondbezitters, die lieten de boeren
delen van de opbrengst op de markten in de steden verkopen.
Met die winst kochten ze allerlei gereedschap en middelen om het land beter te bewerken
waardoor de opbrengst steeds verder kon stijgen.
Dit zorgde voor steeds sterkere ontwikkelde handel tussen dorpen en steden.
Daarnaast had je in de steden nog een belangrijk instituut: de gilden (ambacht). Zij waren
belangrijk om de kwaliteit van het ambachtswerk in stand te houden.
Amsterdam werd de nieuwe wereldhaven (i.p.v. Antwerpen) -> Nadat in 1648 de Vrede van
Munster gesloten was – het eind van de tachtigjarige oorlog.
Nederlandse Republiek kon met de gewetensvrijheid en gunstig handelsklimaat
uitgroeien tot een van de machtigste en welvarendste landen van de 17e eeuw.
Terwijl omringende landen druk bezig waren met vervolging ketters en naar zich toe
trekken van de macht.