Belangrijke begrippen:
Decision making unit (DMU): groep mensen die betrokken is bij een
aankoopbeslissing, elke persoon heeft een rol:
o Initiator: start het proces
o Beïnvloeder: geeft advies en informatie
o Gatekeeper: controleert de informatiestroom
o Beslisser: maakt de keuze
o Inkoper: voert de aankoop uit
o Gebruiker: maakt gebruik van het product
o Afdanker: beslist over afdanken of recycleren
Buyer persona: een fictief profiel van een ideale klant, gebaseerd op
demografische gegevens, gedrag, behoeften en doelen.
o Om gerichte marketingacties te creëren. Helpt te begrijpen wat klanten
nodig hebben + hoe je hen kunt bereiken.
Cohortentheorie: deze theorie groepeert consumenten op basis van
hun geboortejaar en gedeelde ervaringen.
o stille generatie, baby boomers, generatie X/ verloren generatie,
millennials/ generatie Y, generatie Z/ digital natives, generatie
alpha
o Om generatiespecifieke trends te analyseren en marketingcampagnes
te richten op gedeelde waarden en voorkeuren.
MBTI-model (Myers-Briggs type indicator): categoriseert mensen
in 16 persoonlijkheidstypes op basis van 4 dimensies, zoals:
o Extraversion Introversion
o Sensing iNtuition
o Thinking Feeling
o Judging Perceiving
1
, o Handig bij klantenservice, teamsamenstelling of gepersonaliseerde
marketing
Ocean-model (Big five): een persoonlijkheidsmodel met 5 dimensies
om klantsegmentatie te verbeteren door persoonlijkheidstypes in kaart
te brengen:
o Openheid: nieuwsgierigheid naar nieuwe ideeën
o Consciëntieusheid: georganiseerd en betrouwbaar
o Extraversie: hoe sociaal iemand is
o Altruïsme: aardigheid tegenover anderen
o Neuroticisme: emotionele stabiliteit
VALS-model: verdeelt consumenten in 8 groepen op basis van
waarden, houding en levensstijl. Dimensies zijn middelen (bv. Inkomen)
en levensoriëntatie (bv. Gericht op status of principes).
Reboundeffect: na een periode van beperking (zoals een pandemie)
willen consumenten intensiever consumeren.
Perceptieproces: het proces waarbij consumenten stimuli
waarnemen, interpreteren en erop reageren. (bv. Reclamebeelden)
2
Decision making unit (DMU): groep mensen die betrokken is bij een
aankoopbeslissing, elke persoon heeft een rol:
o Initiator: start het proces
o Beïnvloeder: geeft advies en informatie
o Gatekeeper: controleert de informatiestroom
o Beslisser: maakt de keuze
o Inkoper: voert de aankoop uit
o Gebruiker: maakt gebruik van het product
o Afdanker: beslist over afdanken of recycleren
Buyer persona: een fictief profiel van een ideale klant, gebaseerd op
demografische gegevens, gedrag, behoeften en doelen.
o Om gerichte marketingacties te creëren. Helpt te begrijpen wat klanten
nodig hebben + hoe je hen kunt bereiken.
Cohortentheorie: deze theorie groepeert consumenten op basis van
hun geboortejaar en gedeelde ervaringen.
o stille generatie, baby boomers, generatie X/ verloren generatie,
millennials/ generatie Y, generatie Z/ digital natives, generatie
alpha
o Om generatiespecifieke trends te analyseren en marketingcampagnes
te richten op gedeelde waarden en voorkeuren.
MBTI-model (Myers-Briggs type indicator): categoriseert mensen
in 16 persoonlijkheidstypes op basis van 4 dimensies, zoals:
o Extraversion Introversion
o Sensing iNtuition
o Thinking Feeling
o Judging Perceiving
1
, o Handig bij klantenservice, teamsamenstelling of gepersonaliseerde
marketing
Ocean-model (Big five): een persoonlijkheidsmodel met 5 dimensies
om klantsegmentatie te verbeteren door persoonlijkheidstypes in kaart
te brengen:
o Openheid: nieuwsgierigheid naar nieuwe ideeën
o Consciëntieusheid: georganiseerd en betrouwbaar
o Extraversie: hoe sociaal iemand is
o Altruïsme: aardigheid tegenover anderen
o Neuroticisme: emotionele stabiliteit
VALS-model: verdeelt consumenten in 8 groepen op basis van
waarden, houding en levensstijl. Dimensies zijn middelen (bv. Inkomen)
en levensoriëntatie (bv. Gericht op status of principes).
Reboundeffect: na een periode van beperking (zoals een pandemie)
willen consumenten intensiever consumeren.
Perceptieproces: het proces waarbij consumenten stimuli
waarnemen, interpreteren en erop reageren. (bv. Reclamebeelden)
2