Totale vezelproductie 2011 82 miljoen ton (in 2001 55 miljoen ton).
kunstmatig natuurlijk = gemaakt van cellulose
kunstmatig synthetisch= gemaakt van aardolie
Les 2
Irrigatie 53% vd katoenplantages. Katoenplant meestal 1-jarig gewas, maar in gedeeltes van Zuid
Amerika en Caribische gebied is permanent gewas .
Gescheiden vezels, lint hebben stapellengte afhankelijk vd kwaliteit en soort. Fibrillen zijn
kleine fibres. Goed vochtopnemend vermogend als vezel 20% van eigen gewicht aan vocht kan hebben
zonder nat aan te voelen.
Les 3 Wol (Wo)
Waterdamp wordt snel opgenomen. Waterdruppels worden ‘afgestoten’. Vloeibaar water wordt langzaam
opgenomen: buitenkant vd wolvezel is waterafstotend en binnenkant vochtabsorberend daarom neemt
vezel langzaam maar relatief veel vocht op zonder nat te voelen.
Blends
- Verbeterde kwaliteit
Verbeteren eigenschappen: treksterkte, slijtweerstand, kreukherstellend vermogen.
Draageigenschappen: verbeteren van comfort door warmte-isolerend vermogen, vocht
absorberend vermogen, next-to-skin comfort.
Onderhoudseigenschappen: verbeteren onderhoud door wassen, drogen, strijken en krimpen
- Veranderen uiterlijk door kleur, glans en structuur
- Verlagen kosten door vezelkosten, uniformiteit van garen, verzeltoevoer, fijnheid van garen en
efficiency van proces
Les 4
Zijdeteler haspelt meerdere cocons tegelijk af en maakt 1 dik stevig draad van. Kleine
hoeveelheid lucht in filament garens zorgt dat vezels zacht aanvoelen, geeft verkoelend effect.
Recycled CO is downcyclen omdat vezels korter worden en treksterkte afneemt.
Les 6
Fysische verschijningsvorm (physical forms). Fases:
- vast: moleculen in vaste positie (bijv ijskristal)
- vloeibaar: moleculen in lossere vorm, waarin ze relatief vrij kunnen bewegen (bijv water)
- gas: moleculen kunnen onafhankelijk bewegen (bijv waterdamp)
Fase overgang= bijv smeltpunt of kookpunt .
Kunstmatig natuurlijke grondstoffen gemaakt van plantaardige cellulose polymeren. Door
synthese gewonnen gebruikt in natuurlijke vorm of chemisch gemodificeerd (aangepaste
molecuulstructuur). Om cellulose spinbaar te maken moet ‘t opgelost worden:
- viscose proces
- cuprammonium proces (cupro)
- acetaat proces (acetaat/tri-acetaat)
- lyocell proces
Vormingstechniek kunstmatige filamenten
Extruderen= vormingstechniek waarbij je materiaal perst door matrijs. Stoffen van filamentgarens zijn glad
en glanzend. Extruderen vd spinmassa/spinvloeistof (stroperigheid=viscotiteit):
- onder hoge druk door spindop persen (kleine dop met gaatjes)
1 gaatje: mono filamentgaren
Meerdere gaatjes: multi filamentgaren
- Gespoten vezels stollen en uitrekken/strekken. Eindeloos lange vezels= filament
- Spindopprofiel en extrudeerproces zijn bepalend voor eigenschappen en kenmerken filament
Bamboo is viscose soort met mooiere glans, betere vochtopname, helderende kleuren. Eigenschappen:
ademend, koel, antibacterieel, grote slijtkracht, anti UV-werking en afbreekbaar in afvalfase . Bij handdoeken,
sweaters, ondergoed, shirts, sokken.
- Amorf. Molecuulstructuur is minder/niet geordend, vormloos -> waar verfstoffen en water vezel
kunnen binnendringen. Geeft vezel flexibiliteit. Onregelmatigheid en zorgt voor elasticiteit
kunstmatig natuurlijk = gemaakt van cellulose
kunstmatig synthetisch= gemaakt van aardolie
Les 2
Irrigatie 53% vd katoenplantages. Katoenplant meestal 1-jarig gewas, maar in gedeeltes van Zuid
Amerika en Caribische gebied is permanent gewas .
Gescheiden vezels, lint hebben stapellengte afhankelijk vd kwaliteit en soort. Fibrillen zijn
kleine fibres. Goed vochtopnemend vermogend als vezel 20% van eigen gewicht aan vocht kan hebben
zonder nat aan te voelen.
Les 3 Wol (Wo)
Waterdamp wordt snel opgenomen. Waterdruppels worden ‘afgestoten’. Vloeibaar water wordt langzaam
opgenomen: buitenkant vd wolvezel is waterafstotend en binnenkant vochtabsorberend daarom neemt
vezel langzaam maar relatief veel vocht op zonder nat te voelen.
Blends
- Verbeterde kwaliteit
Verbeteren eigenschappen: treksterkte, slijtweerstand, kreukherstellend vermogen.
Draageigenschappen: verbeteren van comfort door warmte-isolerend vermogen, vocht
absorberend vermogen, next-to-skin comfort.
Onderhoudseigenschappen: verbeteren onderhoud door wassen, drogen, strijken en krimpen
- Veranderen uiterlijk door kleur, glans en structuur
- Verlagen kosten door vezelkosten, uniformiteit van garen, verzeltoevoer, fijnheid van garen en
efficiency van proces
Les 4
Zijdeteler haspelt meerdere cocons tegelijk af en maakt 1 dik stevig draad van. Kleine
hoeveelheid lucht in filament garens zorgt dat vezels zacht aanvoelen, geeft verkoelend effect.
Recycled CO is downcyclen omdat vezels korter worden en treksterkte afneemt.
Les 6
Fysische verschijningsvorm (physical forms). Fases:
- vast: moleculen in vaste positie (bijv ijskristal)
- vloeibaar: moleculen in lossere vorm, waarin ze relatief vrij kunnen bewegen (bijv water)
- gas: moleculen kunnen onafhankelijk bewegen (bijv waterdamp)
Fase overgang= bijv smeltpunt of kookpunt .
Kunstmatig natuurlijke grondstoffen gemaakt van plantaardige cellulose polymeren. Door
synthese gewonnen gebruikt in natuurlijke vorm of chemisch gemodificeerd (aangepaste
molecuulstructuur). Om cellulose spinbaar te maken moet ‘t opgelost worden:
- viscose proces
- cuprammonium proces (cupro)
- acetaat proces (acetaat/tri-acetaat)
- lyocell proces
Vormingstechniek kunstmatige filamenten
Extruderen= vormingstechniek waarbij je materiaal perst door matrijs. Stoffen van filamentgarens zijn glad
en glanzend. Extruderen vd spinmassa/spinvloeistof (stroperigheid=viscotiteit):
- onder hoge druk door spindop persen (kleine dop met gaatjes)
1 gaatje: mono filamentgaren
Meerdere gaatjes: multi filamentgaren
- Gespoten vezels stollen en uitrekken/strekken. Eindeloos lange vezels= filament
- Spindopprofiel en extrudeerproces zijn bepalend voor eigenschappen en kenmerken filament
Bamboo is viscose soort met mooiere glans, betere vochtopname, helderende kleuren. Eigenschappen:
ademend, koel, antibacterieel, grote slijtkracht, anti UV-werking en afbreekbaar in afvalfase . Bij handdoeken,
sweaters, ondergoed, shirts, sokken.
- Amorf. Molecuulstructuur is minder/niet geordend, vormloos -> waar verfstoffen en water vezel
kunnen binnendringen. Geeft vezel flexibiliteit. Onregelmatigheid en zorgt voor elasticiteit