Inhoudstafel
1. Inleiding .................................................................................................................................. 3
2. Belangrijkste begrippen.......................................................................................................... 4
2.1 Chemische samenstelling van organismen ...................................................................... 4
2.1.1 Belang van water en mineralen voor de cel ............................................................ 4
2.1.2 Chemische structuur en belang van sachariden, lipiden, proteïnen, enzymen en
ATP .................................................................................................................................... 4
2.2 Energetische omzettingen in een cel ............................................................................... 8
2.2.1 Fotosynthese............................................................................................................ 8
2.2.2 Celademhaling.......................................................................................................... 8
2.2.3 Alcoholische gisting en melkzuurgisting .................................................................. 9
2.3 Homeostase .................................................................................................................... 10
2.3.1 Betekenis................................................................................................................ 10
2.3.2 Homeostatische functie van bloed en lymfe, met inbegrip van hormonale
regulatie .......................................................................................................................... 10
2.3.3 Thermoregulatie .................................................................................................... 10
3. Vragen uit vorige examens................................................................................................... 11
4. Oplossingen oefeningen....................................................................................................... 13
dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2
Downloaded by youn sam ()
, 1. Inleiding
Deze cursus is opgebouwd vanuit het officiële leerstofoverzicht voor het toelatingsexamen
Arts Tandarts. Per onderwerp geef ik de vragen van vorige examens die bij dat gedeelte
horen. Zo kan je na elk item de bijbehorende vragen inoefenen.
De antwoorden zijn telkens gebaseerd op antwoorden die ik uit diverse bronnen op internet
heb gevonden. Mijn bijdrage is enkel het bij elkaar plaatsen van de vragen bij de
bijbehorende leerstof.
dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 3
Downloaded by youn sam ()
, 2. Belangrijkste begrippen
2.1 Chemische samenstelling van organismen
2.1.1 Belang van water en mineralen voor de cel
Cellen zijn compartimenten gevuld met een geconcentreerde waterige oplossing die omhuld
is door een membraan. De hoeveelheid aan water varieert met de soort, leeftijd,
leefomgeving, orgaan, het gehalte aan lipiden. Gemiddeld gezien bevatten planten meer
water (75%) dan dieren (65%). Water in een organisme bestaat uit intercellulair water (ca.
25%), dat zich tussen de cellen bevindt en intracellulair water (ca.75%), dat zich binnen de
cellen bevindt.
Functies van water binnen een organisme:
oplossen van stoffen (ionen,moleculen, ...)
transporteren van stoffen (CO2, O2, ...)
reagens bij reacties (hydrolyse, fotosynthese)
belangrijk voor temperatuurregeling
zorgt voor stevigheid bij planten
milieu waar zeer veel reacties in plaatsgrijpen
Het grootste deel van de chemische stoffen in de cel zijn organische verbindingen. Meer
dan 90% zijn grote moleculen met veel C-atomen. Dat zijn macromoleculen, waaronder
suikers, lipiden, eiwitten en nucleïnezuren. De overige 10% bestaat uit kleine organische
verbindingen, bouwstenen voor de macromoleculen. Daarnaast zijn er mineralen die
meestal worden opgenomen onder de vorm van anorganische ionen (die in zouten
voorkomen) zoals NH4+, K+, Mg2+, fosfaat en Fe3+
Op basis van de hoeveelheid die we dagelijks moeten innemen, onderscheiden we micro-
(<100mg/dag) en macro-elementen (>100mg/dag).
Macro-elementen: Ca / P / Mg / Na / Cl / K:
Micro-elementen: Fe / Zn / Cu / Se / I / Mn / Mo / Cr / F / S / Co /Si
2.1.2 Chemische structuur en belang van sachariden, lipiden, proteïnen, enzymen
en ATP
Sachariden: bevatten de elementen Koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Er zijn drie
soorten:
Monosachariden: Monosacchariden zijn de enkelvoudige suikers en hebben een
formule CnH2nOn. Meestal zijn het pentosen (C5H10O5) of hexosen (6 koolstofatomen)
dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 4
Downloaded by youn sam ()
1. Inleiding .................................................................................................................................. 3
2. Belangrijkste begrippen.......................................................................................................... 4
2.1 Chemische samenstelling van organismen ...................................................................... 4
2.1.1 Belang van water en mineralen voor de cel ............................................................ 4
2.1.2 Chemische structuur en belang van sachariden, lipiden, proteïnen, enzymen en
ATP .................................................................................................................................... 4
2.2 Energetische omzettingen in een cel ............................................................................... 8
2.2.1 Fotosynthese............................................................................................................ 8
2.2.2 Celademhaling.......................................................................................................... 8
2.2.3 Alcoholische gisting en melkzuurgisting .................................................................. 9
2.3 Homeostase .................................................................................................................... 10
2.3.1 Betekenis................................................................................................................ 10
2.3.2 Homeostatische functie van bloed en lymfe, met inbegrip van hormonale
regulatie .......................................................................................................................... 10
2.3.3 Thermoregulatie .................................................................................................... 10
3. Vragen uit vorige examens................................................................................................... 11
4. Oplossingen oefeningen....................................................................................................... 13
dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2
Downloaded by youn sam ()
, 1. Inleiding
Deze cursus is opgebouwd vanuit het officiële leerstofoverzicht voor het toelatingsexamen
Arts Tandarts. Per onderwerp geef ik de vragen van vorige examens die bij dat gedeelte
horen. Zo kan je na elk item de bijbehorende vragen inoefenen.
De antwoorden zijn telkens gebaseerd op antwoorden die ik uit diverse bronnen op internet
heb gevonden. Mijn bijdrage is enkel het bij elkaar plaatsen van de vragen bij de
bijbehorende leerstof.
dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 3
Downloaded by youn sam ()
, 2. Belangrijkste begrippen
2.1 Chemische samenstelling van organismen
2.1.1 Belang van water en mineralen voor de cel
Cellen zijn compartimenten gevuld met een geconcentreerde waterige oplossing die omhuld
is door een membraan. De hoeveelheid aan water varieert met de soort, leeftijd,
leefomgeving, orgaan, het gehalte aan lipiden. Gemiddeld gezien bevatten planten meer
water (75%) dan dieren (65%). Water in een organisme bestaat uit intercellulair water (ca.
25%), dat zich tussen de cellen bevindt en intracellulair water (ca.75%), dat zich binnen de
cellen bevindt.
Functies van water binnen een organisme:
oplossen van stoffen (ionen,moleculen, ...)
transporteren van stoffen (CO2, O2, ...)
reagens bij reacties (hydrolyse, fotosynthese)
belangrijk voor temperatuurregeling
zorgt voor stevigheid bij planten
milieu waar zeer veel reacties in plaatsgrijpen
Het grootste deel van de chemische stoffen in de cel zijn organische verbindingen. Meer
dan 90% zijn grote moleculen met veel C-atomen. Dat zijn macromoleculen, waaronder
suikers, lipiden, eiwitten en nucleïnezuren. De overige 10% bestaat uit kleine organische
verbindingen, bouwstenen voor de macromoleculen. Daarnaast zijn er mineralen die
meestal worden opgenomen onder de vorm van anorganische ionen (die in zouten
voorkomen) zoals NH4+, K+, Mg2+, fosfaat en Fe3+
Op basis van de hoeveelheid die we dagelijks moeten innemen, onderscheiden we micro-
(<100mg/dag) en macro-elementen (>100mg/dag).
Macro-elementen: Ca / P / Mg / Na / Cl / K:
Micro-elementen: Fe / Zn / Cu / Se / I / Mn / Mo / Cr / F / S / Co /Si
2.1.2 Chemische structuur en belang van sachariden, lipiden, proteïnen, enzymen
en ATP
Sachariden: bevatten de elementen Koolstof (C), waterstof (H) en zuurstof (O). Er zijn drie
soorten:
Monosachariden: Monosacchariden zijn de enkelvoudige suikers en hebben een
formule CnH2nOn. Meestal zijn het pentosen (C5H10O5) of hexosen (6 koolstofatomen)
dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 4
Downloaded by youn sam ()