1. Wat doet een CAST-model?
Geeft de hiërarchie in de marketingtheorie weer.
2. Wat zijn de 4 onderdelen van het CAST-model?
Cultuur, analyse, strategie en tactiek.
3. Wat valt onder 'marketing als cultuur'?
Resourced based view = aanbod (merkidentiteit)+ vraag (huidige
marketingparadigma) => nieuw marketingparadigma.
4. Wat zijn 5 voorwaarden van een marketingconcept?
Afnemersgericht, verdedigbaar concurrentievoordeel producten op markten =>
concurrentievoordeel gebaseerd op de langetermijnbelangen van de afnemers =>
Goede relaties met diverse belangengroepen binnen én buiten de organisatie,
winstgevend.
5. Waarvoor staat STP-model?
Segmenteren - targeting - positionering.
6. Wat zijn de 3 niveau's in een onderneming?
1. Ondernemingsniveau/topmanagement.
2. divisie/SBU niveau.
3. Product- en marktinstrumenten (4P's, PMC's, etc. ).
7. Welke 3 beslissingen moeten op elk niveau worden gemaakt?
1. Waar we gaan concurreren.
2. Met wie we gaan concurreren.
3. Hoe we gaan concurreren.
8. Wat is een verdedigbaar concurrentievoordeel?
Sterk punt van een merk, waar concurrentie niet goed in is, wat van belang is voor de
afnemers.
9. Welk model kan er gebruikt worden voor het verdedigbaar concurrentievoordeel? 3C
= model.
10. Wat zijn de 3 facetten van een 3C-model?
1. Company.
2. Customer.
3. Competitor.
11. Wat moet een verdedigbaar concurrentievoordeel aan voldoen? (2 voorwaarden)?
Het verdedigbaar concurrentievoordeel moet relatief en relevant zijn.
1
,Hoofdstuk 3:
Vraag: Antwoord:
2
, Vraag: Antwoord:
3