Algemene biologie en
weefselleer
7. Kraakbeen
Kraakbeen = extracellulaire matrix met GAG, proteoglycanen, interactie
met collageen en elastische vezels
3 vormen van kraakbeen met samenstelling in functie van
biomechanische noden
Functies:
- Gespecialiseerd BW met goede consistentie van extracellulaire
matrix => mechanische stress zonder permanente vervorming
- Verbindt botten en vormt lagering voor gewrichten: glad
oppervlak en veerkrachtig => shock-absorptie en glijden van
oppervlakten in gewrichten
Faciliteren van botbeweging
- Essentieel voor ontwikkeling en groei van lange beenderen
Kraakbeen = chondrocyten (cellen) + extracellulaire matrix (vezels
+ grondsubstantie)
- Chondrocyten: synthetiseren + secreteren de extracellulaire
matrix
Liggen in holten van de matrix (lacunae)
- Hoofdbestanddelen: collageen, hyaluronzuur, proteoglycanen,
glycoproteïnen (kleine hoeveelheid) + elastine bij elastisch
kraakbeen
Veerkracht van kraakbeenmatrix door:
- Elektrostatische binding tussen collagene vezels en GAG keten
van proteoglycanen
- Vasthoude van water door negatief geladen GAG ketens van de
proteoglycanen
- Buigbaarheid en onderlinge verschuifbaarheid van collagene
vezels
Hyaluronzuur: lange molecule met daarop
proteoglycanen
, Vorming van kraakbeen:
Hyalien kraakbeen: met collageen type 2
Elastisch kraakbeen: collageen type 2 en elastine
Vezelig kraakbeen: in regio’s met veel druk- en trekkrachten,
netwerk van collageen type 1
Additionele eigenschappen
Avasculair
- Voeding door diffusie uit capillairen van het perichondrium of
vanuit het synoviaal vocht
Perichondrium omsluit kapsel bijna overal (niet op facies articularis)
- Met vasculair systeem, zenuwen, lymfatische vezels
- Gewrichtskraakbeen gevoed via synoviaal vocht
7.1 Hyalien kraakbeen
Waar?
In de articulaire oppervlakten van beweegbare gewrichten
In de epifysaire schijven
Embryonaal tijdelijk skelet
Matrix
Bestaat tot 40% uit collageen type 2
Sterk gehydrateerde grondsubstantie van proteoglycanen en
glycoproteïnen
- Proteoglycanen bevatten volgende GAG: choindroïtine 4-sulfaat,
chondroïtine 6-sulfaat, keratansulfaat,
- Proteoglycanen zijn niet-covalent aan lange molecules
hyaluronzuur
- Elektrostatische binding van proteoglycaanaggregaten met
collageen
- GAG als schokbreker door grote hoeveelheid water
(ladingsverschil)
Structurele glycoproteïne (chondronectine)
- Bindt specifiek aan GAG en collageen type 2
- Bevordert hechting van chondrocyten aan extracellulair matrix
Matrix rond chondrocyten:
- Rijk aan GAG
- Weinig collageen
- Omgevende zone = kraakbeenhof / territoriale matrix
- Verder van deze zone => meer collageen aanwezig
weefselleer
7. Kraakbeen
Kraakbeen = extracellulaire matrix met GAG, proteoglycanen, interactie
met collageen en elastische vezels
3 vormen van kraakbeen met samenstelling in functie van
biomechanische noden
Functies:
- Gespecialiseerd BW met goede consistentie van extracellulaire
matrix => mechanische stress zonder permanente vervorming
- Verbindt botten en vormt lagering voor gewrichten: glad
oppervlak en veerkrachtig => shock-absorptie en glijden van
oppervlakten in gewrichten
Faciliteren van botbeweging
- Essentieel voor ontwikkeling en groei van lange beenderen
Kraakbeen = chondrocyten (cellen) + extracellulaire matrix (vezels
+ grondsubstantie)
- Chondrocyten: synthetiseren + secreteren de extracellulaire
matrix
Liggen in holten van de matrix (lacunae)
- Hoofdbestanddelen: collageen, hyaluronzuur, proteoglycanen,
glycoproteïnen (kleine hoeveelheid) + elastine bij elastisch
kraakbeen
Veerkracht van kraakbeenmatrix door:
- Elektrostatische binding tussen collagene vezels en GAG keten
van proteoglycanen
- Vasthoude van water door negatief geladen GAG ketens van de
proteoglycanen
- Buigbaarheid en onderlinge verschuifbaarheid van collagene
vezels
Hyaluronzuur: lange molecule met daarop
proteoglycanen
, Vorming van kraakbeen:
Hyalien kraakbeen: met collageen type 2
Elastisch kraakbeen: collageen type 2 en elastine
Vezelig kraakbeen: in regio’s met veel druk- en trekkrachten,
netwerk van collageen type 1
Additionele eigenschappen
Avasculair
- Voeding door diffusie uit capillairen van het perichondrium of
vanuit het synoviaal vocht
Perichondrium omsluit kapsel bijna overal (niet op facies articularis)
- Met vasculair systeem, zenuwen, lymfatische vezels
- Gewrichtskraakbeen gevoed via synoviaal vocht
7.1 Hyalien kraakbeen
Waar?
In de articulaire oppervlakten van beweegbare gewrichten
In de epifysaire schijven
Embryonaal tijdelijk skelet
Matrix
Bestaat tot 40% uit collageen type 2
Sterk gehydrateerde grondsubstantie van proteoglycanen en
glycoproteïnen
- Proteoglycanen bevatten volgende GAG: choindroïtine 4-sulfaat,
chondroïtine 6-sulfaat, keratansulfaat,
- Proteoglycanen zijn niet-covalent aan lange molecules
hyaluronzuur
- Elektrostatische binding van proteoglycaanaggregaten met
collageen
- GAG als schokbreker door grote hoeveelheid water
(ladingsverschil)
Structurele glycoproteïne (chondronectine)
- Bindt specifiek aan GAG en collageen type 2
- Bevordert hechting van chondrocyten aan extracellulair matrix
Matrix rond chondrocyten:
- Rijk aan GAG
- Weinig collageen
- Omgevende zone = kraakbeenhof / territoriale matrix
- Verder van deze zone => meer collageen aanwezig