Hoofdstuk 16: het spijsverteringsstelsel
Histologie (weefselleer) spijsverteringsstelsel:
- Muscosa (slijmvlies)
Glanzend, vochtig dekweefsel
Waar: luchtwegen, spijsverteringskanalen,
voorplantingsorganen
- Submucosa (verbinding slijmvlies)
- Muscularis externa (kring- en lengtespieren)
- Serosa (weefselmembraan/ darmvlies)
Visceraal: aan de structuur gehecht (ingewanden)
Pariëtaal: aan lichaamswand borst/buik
- Beweging (tong en tanden vermalen en voorverteren)
- Mondholte: nasopharynx (keelholte), tong, oropharnyx (keelholte),
oesophagus (slokdarm) en larnyx (strottenhoofd)
Peristaltiek: in bijna gehele
spijsverteringskanaal
De maag:
Functies van de maag:
- Opslag voeding
- Chemisch afbreken van voedsel
- Mechanisch afbreken van voedsel
- Bevordert vit D
3 soorten cellen in de maag:
- Partiëtale cellen
Geven IF af: op name vitaminen B12 in dunnen darm
Geven zoutzuur af: vertering van plant/vlees
- Zymogene cellen
Geven pepsinogeen af
+ HCI omzetting naar pepsine
- Endocriene cellen (hormoon)
Gastrine: stimuleert maagzuurproductie
Alvleesklier (pancreas), lever (hepar) en galblaas (vesica fellea):
Alvleesklier:
- Afgeven enzymen en hormonen
- Endocrien (hormonen: insuline/glucagon) en exocrien (pancreassap)
Lever:
- Maakt gal
- Verwijdert gifstoffen; zuivert bloed
- Hepatitis
Vitamine A, D, E, K worden opgeslagen in de lever en kan schadelijk zijn als je
extra inneemt. Vitamine C en B kan je nooit een overschot van krijgen.
, 1. Regulering stofwisseling
2. Hematologische regulering
3. Vorming en functie van gal
Galblaas:
- Opslag gal (chole) vanuit lever (hepar)y
- 1 liter per dag, oiv hormoon CCK
De dunne darm:
pH omhoog van zuur (laag) naar neutraal.
Opname nutriënten en vitamines
3 delen:
- Duodenum (twaalfvingerige darm)
- Jejunum (nuchtere darm, dood= leeg)
- Ileum (kronkeldarm)
Functies dunne darm: neutraliseert zure maaginhoud en opname 90% van onze
voedingstoffen kan gebeuren door darmwant met darmvillie.
4 hormonen voor werking van de maag en dunne darm: gastrine, secretine, CCK,
GIP
Gastrine stimuleert beweging maag
CCK stimuleert contractie galblaas
De dikke darm:
3 delen van de dikke darm:
- Opstijgende dikke darm (ascending colon)
- Dwarse dikke darm (transverse colon)
- Dalen dikke darm (descending colon)
Vochtopname en zoutopname
Opname:
- Water
- Vitamines
- Bruikbare (organische) stoffen
- Galzure zouten
Ontlasting:
- Door rek, druk, reflex
- Peristaltiek
Histologie (weefselleer) spijsverteringsstelsel:
- Muscosa (slijmvlies)
Glanzend, vochtig dekweefsel
Waar: luchtwegen, spijsverteringskanalen,
voorplantingsorganen
- Submucosa (verbinding slijmvlies)
- Muscularis externa (kring- en lengtespieren)
- Serosa (weefselmembraan/ darmvlies)
Visceraal: aan de structuur gehecht (ingewanden)
Pariëtaal: aan lichaamswand borst/buik
- Beweging (tong en tanden vermalen en voorverteren)
- Mondholte: nasopharynx (keelholte), tong, oropharnyx (keelholte),
oesophagus (slokdarm) en larnyx (strottenhoofd)
Peristaltiek: in bijna gehele
spijsverteringskanaal
De maag:
Functies van de maag:
- Opslag voeding
- Chemisch afbreken van voedsel
- Mechanisch afbreken van voedsel
- Bevordert vit D
3 soorten cellen in de maag:
- Partiëtale cellen
Geven IF af: op name vitaminen B12 in dunnen darm
Geven zoutzuur af: vertering van plant/vlees
- Zymogene cellen
Geven pepsinogeen af
+ HCI omzetting naar pepsine
- Endocriene cellen (hormoon)
Gastrine: stimuleert maagzuurproductie
Alvleesklier (pancreas), lever (hepar) en galblaas (vesica fellea):
Alvleesklier:
- Afgeven enzymen en hormonen
- Endocrien (hormonen: insuline/glucagon) en exocrien (pancreassap)
Lever:
- Maakt gal
- Verwijdert gifstoffen; zuivert bloed
- Hepatitis
Vitamine A, D, E, K worden opgeslagen in de lever en kan schadelijk zijn als je
extra inneemt. Vitamine C en B kan je nooit een overschot van krijgen.
, 1. Regulering stofwisseling
2. Hematologische regulering
3. Vorming en functie van gal
Galblaas:
- Opslag gal (chole) vanuit lever (hepar)y
- 1 liter per dag, oiv hormoon CCK
De dunne darm:
pH omhoog van zuur (laag) naar neutraal.
Opname nutriënten en vitamines
3 delen:
- Duodenum (twaalfvingerige darm)
- Jejunum (nuchtere darm, dood= leeg)
- Ileum (kronkeldarm)
Functies dunne darm: neutraliseert zure maaginhoud en opname 90% van onze
voedingstoffen kan gebeuren door darmwant met darmvillie.
4 hormonen voor werking van de maag en dunne darm: gastrine, secretine, CCK,
GIP
Gastrine stimuleert beweging maag
CCK stimuleert contractie galblaas
De dikke darm:
3 delen van de dikke darm:
- Opstijgende dikke darm (ascending colon)
- Dwarse dikke darm (transverse colon)
- Dalen dikke darm (descending colon)
Vochtopname en zoutopname
Opname:
- Water
- Vitamines
- Bruikbare (organische) stoffen
- Galzure zouten
Ontlasting:
- Door rek, druk, reflex
- Peristaltiek