Argumentatie, retorica en publiek debat
Tentamen:
- toulmin analyse
- logische analyse 4.2
- argumentatieschema 4.5
- retorica h3
- coherentieanalyse 2 - 2.4
- achtergronden pragma dialectiek / drogredenen/ geschiedenis retorica 2.4 evlg. + 3.2
- argumentatie: retorica: coherentie = 6 : 2 : 2
→ vel met stijlfiguren en argumentatieschema’s krijg je erbij op tentamen
1
,College 1
Spelfouten en taalfouten zijn belangrijk maar daar gaat dit vak niet over
Wel over:
Retorica: register, stijlfiguren
Coherentie: samenhang, verwijzingen
Argumentatie: logica, implicaties, inferenties
Drie onderdelen
1. Argumentatieanalyse (week 1,2,3) (hoofdstuk 4, kopie van oude versie)
Wat zijn standpunten en argumenten? Hoe zit een argumentatie in elkaar, waar zitten
zwakheden, wat zijn drogredenen?
2. Retorische analyse (week 4 en 5) (hoofdstuk 3)
Welke middelen gebruikt een spreker (schrijver) om zijn gehoor (lezer) te overtuigen?
3. Coherentieanalyse (week 6) (hoofdstuk 2)
Waarom tekstanalyse in gereedschapskist?
- Inzicht
Hoe realiseert deze tekst zijn functie? Hoe coherent is de tekst? (descriptief)
- Oordeel over een tekst
Zit de tekst goed in elkaar (descriptief)
- Verbetersuggesties
Als de tekst (deels niet goed in elkaar zit: concreet aangeven hoe de tekst verbeterd
kan worden
Argumentatie analyse
Wat is een argumentatie?
Standpunt + argumenten = argumentatie
Wat is een standpunt en wat is een argument?
Standpunten zijn uitspraken waarvan de aanvaardbaarheid door andere uitspraken
(argumenten) aangetoond/aannemelijk gemaakt moeten worden in een ‘betoog’
Synoniemen van standpunt en argument:
Drie fasen in een argumentatieanalyse:
1. Wordt er wel geargumenteerd?
2
, → Feitenrelaas is geen argumentatie
2. Argumentatiestrategie
→ Toulmin
3. Argumentatiekwaliteit
→ Evaluatie & kritische vragen
Benaderingen:
- Logica (Aristoteles)
- Pragma-dialectiek (Van Eemeren & Grotendorst)
- Periodiek systeem (Wagemans & Hornikx)
- Evaluatievragen (Schellens & Verhoeven)
Bijvoorbeeld:
Wat is het standpunt en wat het argument?
1. Piet is vreselijk dom en lui. Hij haalt alleen maar onvoldoendes voor zijn tentamens.
- Standpunt want argument (immers, dat blijkt wel uit)
2. Piet is vreselijk dom en lui. Hij gaat vast al zijn tentamens niet halen.
- Argument dus standpunt
De rechtvaardiging
De rechtvaardiging maakt een argumentatie aanvaardbaar of aannemelijk
Piet haalt enkel onvoldoendes.
Piet is dom en lui.
(R = Als argument dan standpunt)
Premisse is een argument. De premisse major (als-dan zin) biedt de algemene context of
regel waarop het argument is gebaseerd, terwijl de premisse minor (als-zin) specifieke
informatie biedt die wordt toegepast op een individueel geval.
Voorbeeld wat is standpunt en wat niet?
→ pp
Voorbeeld argumentatie of redengeving
→ pp
3
Tentamen:
- toulmin analyse
- logische analyse 4.2
- argumentatieschema 4.5
- retorica h3
- coherentieanalyse 2 - 2.4
- achtergronden pragma dialectiek / drogredenen/ geschiedenis retorica 2.4 evlg. + 3.2
- argumentatie: retorica: coherentie = 6 : 2 : 2
→ vel met stijlfiguren en argumentatieschema’s krijg je erbij op tentamen
1
,College 1
Spelfouten en taalfouten zijn belangrijk maar daar gaat dit vak niet over
Wel over:
Retorica: register, stijlfiguren
Coherentie: samenhang, verwijzingen
Argumentatie: logica, implicaties, inferenties
Drie onderdelen
1. Argumentatieanalyse (week 1,2,3) (hoofdstuk 4, kopie van oude versie)
Wat zijn standpunten en argumenten? Hoe zit een argumentatie in elkaar, waar zitten
zwakheden, wat zijn drogredenen?
2. Retorische analyse (week 4 en 5) (hoofdstuk 3)
Welke middelen gebruikt een spreker (schrijver) om zijn gehoor (lezer) te overtuigen?
3. Coherentieanalyse (week 6) (hoofdstuk 2)
Waarom tekstanalyse in gereedschapskist?
- Inzicht
Hoe realiseert deze tekst zijn functie? Hoe coherent is de tekst? (descriptief)
- Oordeel over een tekst
Zit de tekst goed in elkaar (descriptief)
- Verbetersuggesties
Als de tekst (deels niet goed in elkaar zit: concreet aangeven hoe de tekst verbeterd
kan worden
Argumentatie analyse
Wat is een argumentatie?
Standpunt + argumenten = argumentatie
Wat is een standpunt en wat is een argument?
Standpunten zijn uitspraken waarvan de aanvaardbaarheid door andere uitspraken
(argumenten) aangetoond/aannemelijk gemaakt moeten worden in een ‘betoog’
Synoniemen van standpunt en argument:
Drie fasen in een argumentatieanalyse:
1. Wordt er wel geargumenteerd?
2
, → Feitenrelaas is geen argumentatie
2. Argumentatiestrategie
→ Toulmin
3. Argumentatiekwaliteit
→ Evaluatie & kritische vragen
Benaderingen:
- Logica (Aristoteles)
- Pragma-dialectiek (Van Eemeren & Grotendorst)
- Periodiek systeem (Wagemans & Hornikx)
- Evaluatievragen (Schellens & Verhoeven)
Bijvoorbeeld:
Wat is het standpunt en wat het argument?
1. Piet is vreselijk dom en lui. Hij haalt alleen maar onvoldoendes voor zijn tentamens.
- Standpunt want argument (immers, dat blijkt wel uit)
2. Piet is vreselijk dom en lui. Hij gaat vast al zijn tentamens niet halen.
- Argument dus standpunt
De rechtvaardiging
De rechtvaardiging maakt een argumentatie aanvaardbaar of aannemelijk
Piet haalt enkel onvoldoendes.
Piet is dom en lui.
(R = Als argument dan standpunt)
Premisse is een argument. De premisse major (als-dan zin) biedt de algemene context of
regel waarop het argument is gebaseerd, terwijl de premisse minor (als-zin) specifieke
informatie biedt die wordt toegepast op een individueel geval.
Voorbeeld wat is standpunt en wat niet?
→ pp
Voorbeeld argumentatie of redengeving
→ pp
3