Welkom bij deze oefentoets voor de opleiding MBO Onderwijsassistent niveau 4. Deze toets is
speciaal ontwikkeld om je voor te bereiden op het examen en omvat 46 meerkeuzevragen over de
belangrijkste kernthema's: pedagogiek, didactiek, communicatie en begeleiding. Door deze
oefentoets te maken, krijg je inzicht in de vraagstelling en kun je testen of je de leerstof goed
beheerst.
De onderwerpen in deze toets sluiten aan op de lesstof en praktijkervaringen die je in de opleiding
hebt opgedaan. Neem na het maken van de toets de tijd om je antwoorden te controleren en gebruik
de feedback om te bepalen welke onderwerpen je nog verder moet bestuderen.
Voorbereiding op de echte toets
Een goede voorbereiding is essentieel om het examen succesvol af te leggen. Hier zijn enkele tips:
1. Studieplan maken: Verdeel de leerstof over meerdere dagen en werk gestructureerd aan de
kernthema’s. Besteed extra aandacht aan onderwerpen waar je minder sterk in bent.
2. Actief leren: Gebruik samenvattingen, oefen met oude toetsen, en bespreek de stof met
medestudenten of je docent.
3. Praktijkervaring koppelen aan theorie: Denk na over hoe je de theorie uit de opleiding toepast in
je stages of werkplek. Dit helpt je de leerstof beter te begrijpen.
Regels tijdens de echte toets
Tijdens de echte toets gelden de volgende regels:
1. Toegestaan:
- Gebruik van een pen en kladpapier, indien aangegeven door de examinator.
- Identiteitsbewijs en uitnodiging voor de toets moeten altijd bij je zijn.
- Rustig werken in de aangewezen toetsruimte zonder anderen te storen.
2. Niet toegestaan:
- Gebruik van mobiele telefoons, tablets of andere digitale hulpmiddelen.
- Spieken of overleggen met medestudenten.
- Aantekeningen, boeken of andere hulpmiddelen meenemen naar de toetsruimte, tenzij dit
specifiek is toegestaan.
Elke overtreding van deze regels kan leiden tot uitsluiting van de toets en verdere gevolgen binnen
de opleiding.
Hoe haal je het meeste uit deze oefentoets?
- Maak de toets in een rustige omgeving, alsof het een echte toets is.
- Neem de tijd om na te denken en probeer eerst zelf het antwoord te vinden zonder direct de
antwoorden te raadplegen.
- Controleer na afloop je antwoorden en bestudeer de leerstof bij vragen die je fout had.
- Maak de toets eventueel meerdere keren om je voortgang te meten.
Veel succes met het oefenen!
NTI/2425.MBOOA
, Thema 1: Pedagogiek..............................................................................2
Thema 2: Didactiek.................................................................................3
Thema 3: Communicatie.........................................................................5
Thema 4: Begeleiding.............................................................................6
Thema 5: Klassenmanagement...............................................................7
Thema 6: Ontwikkelingspsychologie.......................................................9
Thema 7: Zorg en begeleiding..............................................................10
Thema 8: Samenwerken met collega’s en ouders.................................11
Thema 9: Praktische vaardigheden.......................................................13
Thema 1: Pedagogiek
1. Wat is een belangrijke taak van een onderwijsassistent in de klas?
a) Het opstellen van lesplannen
b) Het ondersteunen van leerlingen bij taken en activiteiten
c) Het beoordelen van de leerlingen
d) Het controleren van de financiële administratie
Antwoord: b
2. Wat wordt bedoeld met ‘ontwikkelingsgericht werken’?
a) Het volgen van een strak lesprogramma
b) Het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van kinderen
c) Het uitvoeren van administratieve taken
d) Het bijhouden van technische ontwikkelingen
Antwoord: b
NTI/2425.MBOOA
, 3. Wat is een voorbeeld van fysieke ontwikkeling bij jonge kinderen?
a) Leren samenwerken
b) Het leren van nieuwe woorden
c) Het leren lopen
d) Het oplossen van een puzzel
Antwoord: c
4. Wat is een kenmerk van sociaal-emotionele ontwikkeling?
a) Het leren lezen
b) Het ontwikkelen van empathie
c) Het verbeteren van motorische vaardigheden
d) Het bouwen van constructies
Antwoord: b
5. Hoe kun je het beste omgaan met een boos kind in de klas?
a) Het negeren totdat het kalmeert
b) Straf geven voor boos gedrag
c) Luisteren naar het kind en begrip tonen
d) Het kind direct wegsturen
Antwoord: c
Thema 2: Didactiek
6. Wat is een didactische werkvorm?
a) Een methode om leerlingen te straffen
b) Een manier om lesmateriaal te organiseren
c) Een manier om leerstof over te dragen
d) Een hulpmiddel voor administratieve taken
NTI/2425.MBOOA