Samenvatting OBS-5 en OBS-
6
1.0 Maternale adaptatie van de orgaansystemen met fysiologische problemen en
menstruele cyclus
,Menstruele cyclus
de menstruele cyclus regelt via een
uitgekiende
terugkoppelingsmechanisme
(feedback) dat slecht een follikel de
gelegenheid krijgt om tot ovulatie te
komen onder invloed van hormonen:
GnRh: zorgt ervoor dat de
hypofyse FSH en/of LH gaan
maken
FSH: follikel stimuleren
hormoon. Dit is zorgt voor rijping
van een follikel
LH: luteïniserend hormoon zorgt
ervoor dat de eicel vrijkomt
Oestradiol: groeiende follikels produceren oestrogeen en is verantwoordelijk voor de opbouw
van het endometrium. Remt de productie van FSH via negatieve terugkoppeling.
Progesteron wordt gemaakt door het corpus luteum remt de productie van FSH, activeert
groei endometrium en stimuleert de productie van de placenta.
HCG wordt door de placenta/trofoblastcellen geproduceerd en neemt de werking van
oestrogeen over.
Als de eicel niet bevrucht wordt is degenereert het gele lichaam. De productie van progesteron en
oestrogeen vermindert snel en de slijmlaag van de baarmoeder wordt afgestoten.
Menstruele fase dagen dat je bloedt
Proliferatiefase opbouwfase
Secretiefase uitrijpingsfase
,2.0 Afweer kraamvrouw
15e dag pp is endometrium/decidua weer bedekt met epitheellaag.
Onder invloed van oestrogenen ontstaat er een slijmvlieslaag (bij BV vertraagd)
Na het verdwijnen van hyperprolactinemie komen ovaria, uterus en hypofyse weer op gang
rijping follikels en ovulatie
Eerst ovulatie, dan 1e menstruatie
Lactatieamenorroe: niet betrouwbaar als anticonceptie!
o 3-4 mnd pp: 50% van de vrouwen weer cyclus
o 6 mnd pp: 75% van de vrouwen weer cyclus
Anticonceptie
2.1 Uterus
Involutie (onder invloed van afname progesteron & oestrogeen)
Involutie door: Afname spiermassa en afname vochtverlies
Corpus Uteri:
Na 1 week 300 gram
Na 3 weken 100 gram
Na 2 weken niet meer palpabel
De spiermassa neemt weer af.
Bij BV snellere involutie door oxytocine en laag oestrogeengehalte
, 2.2 Veranderingen
Cervix: Na de bevalling verdwijnt het OUS (onderste uterus segment) weer en wordt de cervix weer
dikker. Er vormt zich een kanaal.
Ostium Cervix: Blijft wijder en spleetvormiger waardoor deze altijd te onderscheiden is van een
nullipara (zie ook plaatje)
Endometrium:
• Doorbloeding neemt af
• Verandering opbouw (basale laag, necrotische laag)
• Regeneratie van het endometrium
Lochia:
Lochia wordt gevormd en bestaat uit:
• leukocyten
• necrotisch weefsel
• slijmvliesresten van de decidua
• micro-organisme
• erytrocyten
Lochia rubra: rood, 1e dagen pp
Lochia serosa: bruin, sereus
Lochia alba: witgelig, veel leukocyten, >10 dgn pp
Dagelijks controle van lochia: kleur, hoeveelheid (stolsels), geur
en maternale temperatuur.
Ovarium:
• Placenta hormonen dalen
• Negatieve feedback valt weg → hypofyse gaat FSH en LH produceren
• Er kan binnen 4 weken weer een eisprong plaatsvinden
Als een vrouw BV geeft komt dit proces later op gang
Vagina:
• Bij BV is er een lage concentratie oestrogeen waardoor atrofie van de vagina
• Vagina blijft altijd wat wijder na een partus en krijgt nooit meer de diameter van voor de
zwangerschap
(herstel)perineum:
• Gaaf
• Episiotomie
• Rupturen: eerste, tweede en derdegraads
• Combinatie van beide
Bekkenbodem:
• Door verslapping van de bekkenbodem kan incontinentie ontstaan
• Epi of ruptuur kunnen pijnklachten veroorzaken zoals pijn bij zitten en later dyspareunie
• Beschadiging van de sfincter-ani kan incontinentie en flatulentie veroorzaken
6
1.0 Maternale adaptatie van de orgaansystemen met fysiologische problemen en
menstruele cyclus
,Menstruele cyclus
de menstruele cyclus regelt via een
uitgekiende
terugkoppelingsmechanisme
(feedback) dat slecht een follikel de
gelegenheid krijgt om tot ovulatie te
komen onder invloed van hormonen:
GnRh: zorgt ervoor dat de
hypofyse FSH en/of LH gaan
maken
FSH: follikel stimuleren
hormoon. Dit is zorgt voor rijping
van een follikel
LH: luteïniserend hormoon zorgt
ervoor dat de eicel vrijkomt
Oestradiol: groeiende follikels produceren oestrogeen en is verantwoordelijk voor de opbouw
van het endometrium. Remt de productie van FSH via negatieve terugkoppeling.
Progesteron wordt gemaakt door het corpus luteum remt de productie van FSH, activeert
groei endometrium en stimuleert de productie van de placenta.
HCG wordt door de placenta/trofoblastcellen geproduceerd en neemt de werking van
oestrogeen over.
Als de eicel niet bevrucht wordt is degenereert het gele lichaam. De productie van progesteron en
oestrogeen vermindert snel en de slijmlaag van de baarmoeder wordt afgestoten.
Menstruele fase dagen dat je bloedt
Proliferatiefase opbouwfase
Secretiefase uitrijpingsfase
,2.0 Afweer kraamvrouw
15e dag pp is endometrium/decidua weer bedekt met epitheellaag.
Onder invloed van oestrogenen ontstaat er een slijmvlieslaag (bij BV vertraagd)
Na het verdwijnen van hyperprolactinemie komen ovaria, uterus en hypofyse weer op gang
rijping follikels en ovulatie
Eerst ovulatie, dan 1e menstruatie
Lactatieamenorroe: niet betrouwbaar als anticonceptie!
o 3-4 mnd pp: 50% van de vrouwen weer cyclus
o 6 mnd pp: 75% van de vrouwen weer cyclus
Anticonceptie
2.1 Uterus
Involutie (onder invloed van afname progesteron & oestrogeen)
Involutie door: Afname spiermassa en afname vochtverlies
Corpus Uteri:
Na 1 week 300 gram
Na 3 weken 100 gram
Na 2 weken niet meer palpabel
De spiermassa neemt weer af.
Bij BV snellere involutie door oxytocine en laag oestrogeengehalte
, 2.2 Veranderingen
Cervix: Na de bevalling verdwijnt het OUS (onderste uterus segment) weer en wordt de cervix weer
dikker. Er vormt zich een kanaal.
Ostium Cervix: Blijft wijder en spleetvormiger waardoor deze altijd te onderscheiden is van een
nullipara (zie ook plaatje)
Endometrium:
• Doorbloeding neemt af
• Verandering opbouw (basale laag, necrotische laag)
• Regeneratie van het endometrium
Lochia:
Lochia wordt gevormd en bestaat uit:
• leukocyten
• necrotisch weefsel
• slijmvliesresten van de decidua
• micro-organisme
• erytrocyten
Lochia rubra: rood, 1e dagen pp
Lochia serosa: bruin, sereus
Lochia alba: witgelig, veel leukocyten, >10 dgn pp
Dagelijks controle van lochia: kleur, hoeveelheid (stolsels), geur
en maternale temperatuur.
Ovarium:
• Placenta hormonen dalen
• Negatieve feedback valt weg → hypofyse gaat FSH en LH produceren
• Er kan binnen 4 weken weer een eisprong plaatsvinden
Als een vrouw BV geeft komt dit proces later op gang
Vagina:
• Bij BV is er een lage concentratie oestrogeen waardoor atrofie van de vagina
• Vagina blijft altijd wat wijder na een partus en krijgt nooit meer de diameter van voor de
zwangerschap
(herstel)perineum:
• Gaaf
• Episiotomie
• Rupturen: eerste, tweede en derdegraads
• Combinatie van beide
Bekkenbodem:
• Door verslapping van de bekkenbodem kan incontinentie ontstaan
• Epi of ruptuur kunnen pijnklachten veroorzaken zoals pijn bij zitten en later dyspareunie
• Beschadiging van de sfincter-ani kan incontinentie en flatulentie veroorzaken
