Kennisclip 1: Onderscheid in het recht
Leerdoelen:
Welke vijf rechtsgebieden kun je onderscheiden?
Wat is het verschil tussen privaatrecht en publiekrecht?
Wat is verschil tussen materieel en formeel recht?
Wat is wat het verschil tussen nationaal recht en internationaal recht?
Wat is het verschil tussen objectieve rechten en subjectieve rechten?
Verschil tussen materieel en formeel recht
Materieel recht: alle rechten en plichten die mensen in een samenleving hebben.
Bijvoorbeeld wanneer je iets koopt ben je verplicht de prijs ervoor te betalen.
Formeel recht (procesrecht): wanneer inbreuk op een recht is gemaakt of wanneer er in strijd met
een plicht is gehandeld, zal over de juiste toepassing van die rechtsregel een beslissing moeten
worden genomen. Regels van dit juridische proces noemen we formeel recht.
Bijvoorbeeld de rechter beslist dat jij alsnog de prijs moet betalen.
Strafprocesrecht
Burgerlijkprocesrecht
Bestuursprocesrecht
,Verschil tussen publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht: verhouding tussen burgers en overheid staat centraal. Hieronder vallen bijvoorbeeld
staatsrecht bestuursrecht strafrecht en het volkenrecht, dit kun je terugvinden in de collegebundel II.
Privaatrecht: verhouding tussen burgers onderling centraal. Belangrijkste voorbeeld burgerlijk recht,
dit kun je terugvinden in de collegebundel deel I.
Vijf belangrijkste rechtsgebieden
Staatsrecht: bevat rechtsregels die betrekking hebben op de organisatie van een staat en de organen
daarvan. Een van de belangrijkste onderdelen is de grondwet. Bijvoorbeeld, welke bevoegdheden
heeft onze koning? Hoe maken de eerste en de tweede kamer wetgeving?
Bestuursrecht: hierin wordt geregeld hoe de overheid haar uitvoerende taak moet invullen. De
belangrijkste wet daarbij is de algemene wet bestuursrecht. Hierin ligt vast hoe een overheidsorgaan
een beslissing voor een individuele burger moet nemen. Bijvoorbeeld, het verlenen van een
bouwvergunning of het toekennen van studiefinanciering. Ben je het niet eens met een beslissing?
Dan kun je hierin tegen opkomen via het bestuursprocesrecht.
Strafrecht: om het gedrag van mensen te beïnvloeden kun je hen stimuleren, maar moet je hen soms
ook straffen. Vooraf is bepaald welk gedrag niet wenselijk is en met welke straf je te maken kunt
krijgen. Dit is vastgelegd in het wetboek van strafrecht. Ook is vastgelegd wie bij uitsluiting bevoegd
is om deze regels de handhaven en straffen op te leggen. De regels voor handhaving kun je vinden in
het wetboek van strafvordering.
Volkenrecht: dit gaat over mensen die de hele wereld rondreizen om handel te drijven, om familie te
bezoeken of om op vakantie te gaan. Dit vraagt om internationale regels die voornamelijk vastliggen
in verdragen gewoonterecht en besluiten van volkenrechtelijke organisaties zoals bijvoorbeeld de
Verenigde Naties.
Burgerlijk recht: hierin liggen de regels vast van personen en over het vermogen van die personen.
De volgende onderwerpen kun je vinden in het burgerlijk wetboek: personen en familierecht,
erfrecht, rechtspersonenrecht (NV of BV), overeenkomstenrecht en arbeidsrecht. Wanneer er tussen
, personen een geschil ontstaat dat moet worden opgelost, kom je in het burgerlijk procesrecht
terecht. Die regels kun je vinden in het wetboek van burgerlijke rechtsvorming.
Verschil tussen nationaal en internationaal recht
Internationaal recht (volkenrecht): samenwerking tussen landen, zowel op Europees niveau als
wereldwijd. Wereldwijd opgenomen in verdragen tussen individuele landen onder elkaar. In Europa
verdrag van Europese Unie.
Nationaal recht: ieder land bepaalt voor zijn grondgebied de omvang en inhoud van zijn eigen
rechtsregels, Dat noemen we soevereiniteit.
Verschil tussen objectief en subjectief recht
Objectief recht: de bevoegdheden en verplichtingen die iedereen heeft, en die in de rechtsregels
beschreven zijn. Het gaat om de algemene regels die in de wet opgeschreven zijn.
Subjectief recht: de individuele bevoegdheid of individuele recht die een persoon in een concrete
situatie heeft. Dan wordt een rechtsregel toegepast op een praktijksituatie.