Gehandicaptenzorg (GHZ):
- Iemand met een verstandelijke beperking is over het algemeen minder goed in staat
om voor zichzelf te zorgen.
- Het interpreteren van zorgvragen van mensen met een verstandelijke beperking kan
lastig zijn. Er is vaak sprake van een combinatie van factoren, zoals levensvragen,
gedragsproblematiek, handicaps en problematische gezinsomstandigheden.
De niveaus van functioneren van de zorgvrager met een verstandelijke beperking:
- Er zijn verschillende indelingen en categorieën: indeling in algemene niveaus, in
ontwikkelingsniveaus en in graden van beperking. De vijf algemene niveaus:
1) Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking
2) Mensen met een ernstige verstandelijke beperking
3) Mensen met een matige verstandelijke beperking
4) Mensen met een lichte verstandelijke beperking
5) Mensen met een meervoudige beperking
1.Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking:
- Bij mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking is er sprake van een sterk
vertraagde of stilstaande ontwikkeling op vrijwel alle gebieden, zoals motoriek,
contact met anderen en zintuiglijke waarneming. Zij zijn totaal afhankelijk.
- Vaak is er sprake van bijkomende beperkingen of stoornissen, zoals motorische
problemen, lichamelijke handicaps en epilepsie. Ook komt veel probleemgedrag voor,
zoals automutilatie en dwanggedrag.
- Bij mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking is het bewustzijn meestal
weinig helder. Ze maken een indruk alsof ze zich niet bewust zijn van hun omgeving.
Contact met ze maken is moeilijk, zo niet onmogelijk. Hoewel de vergelijking niet
helemaal opgaat, is het mogelijk om het ontwikkelingsniveau te vergelijken met dat
van een kind van maximaal een jaar oud.
- Ze leven in hun eigen wereldje waarin alleen lust- en onlustgevoelens aan de orde
zijn. Vaak kunnen mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking wel horen,
zien, voelen, proeven en ruiken. Je kunt dus zeggen dat ze hun omgeving
voornamelijk lichaamsgebonden ervaringsfase ervaren. Ze reageren op vertrouwde
situaties.
2. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking:
- Het ontwikkelingsniveau van iemand met een ernstige verstandelijke beperking kun je
vergelijken met dat van een kind tussen de een en twee jaar. In deze
ontwikkelingsfase speelt het ontdekken een belangrijke rol. Via de motoriek en de
zintuigen wordt er van alles uitgeprobeerd.
- Erover nadenken is echter onmogelijk: het is een kwestie van eerst handelen en
kijken wat er gebeurt. Door het ontdekken begint het inzicht te ontstaan dat er tussen
bepaalde gebeurtenissen en handelingen verbanden bestaan. Bijvoorbeeld: als de
tafel wordt gedekt, gaan we eten. Dit noemen we associatief ervaren.
- Mensen met een ernstige verstandelijke beperking zijn weinig zelfredzaam en hun
ontwikkelingstempo is traag. Als verpleegkundige kan gewoontevorming een
belangrijke steun zijn. De verpleegkundige zal zo veel mogelijk structuur moeten
aanbrengen in het dagprogramma.
- Mensen met een ernstige verstandelijke beperking kunnen vaak erg gehecht zijn aan
rituelen bij het slapen gaan of bij de maaltijd. Ze raken in de war bij veranderingen,
zoals wijzigingen in het dagprogramma, een andere indeling van de ruimte of vreemd
personeel. Door de vertraagde taalontwikkeling hebben ze moeite om hun wensen en
behoeften duidelijk te maken. Pijn of verdriet kan op een heel andere manier geuit
worden dan dat je gewend bent.