1. DE OUDSTE BOUWSTENEN VAN HET (PUBLIEK)RECHT AAN DE
MIDDELLANDSE ZEE
A. DE ALLEROUDSTE RECHTSTEKSTEN
Religies komen van Jeruzalem
Rationaliteit van Athene
Recht van Rome
Niet veel geschreven dus drm blijft vaag enkel verhalen (door Caesar
bv)
Rome katholiek recht, wnr romeins rijk verdwijnt: blijft kerk
Regels uit bijbel influenceerde ons recht
De WBen van koningen zoals Hammoerabi alleroudste bewaarde
rechtsteksten
Is een steen (nu in Louvre), gevonden in Iran
Recht van god (zodat het publiek de regels naleven, leugentje van bestwil)
Ook talioprincipe (oog om oog...)
B. DE GRIEKSE FILOSOFIE
Griekse filosofen (Socrates, Plato…) blijven inspiratiebron
Monarchie = 1 leider (Hitler, Mussolini)
Oligarchische organisatie = macht in handen van kleine groep mensen
2. HET SPONTAAN GEGROEIDE RECHT: HET GEWOONTERECHT
A. WAT IS DE GEWOONTE? LEGITIMATIE EN BRON
Gewoonterecht = een ongeschreven rechtsbron die ontstaat uit
langdurige, algemene gebruiken of gewoonten die als bindend worden
beschouwd binnen een gemeenschap Het wordt erkend als rechtsbron
wanneer het consistent wordt nageleefd en als rechtvaardig wordt
ervaren.
Pragmatische benadering van de maatschappelijke organisatie
legimitatie = legitimatie van instellingen of regels gebaseerd is op wat in
de praktijk werkt en effectief is, in plaats van op ideologische of
theoretische principes Het gaat om het creëren van structuren die
nuttig en werkbaar zijn voor de samenleving
, Historische belangrijkste formele rechtsbron = de wet Dit komt
doordat geschreven wetten door de tijd heen een centrale rol hebben
gespeeld in het vastleggen en organiseren van juridische regels en
verplichtingen binnen een samenleving
Regels werden gewoon toegepast recht word “gevonden”
Gewoonterecht = wat rechtbanken in feite (de facto) doen
B. BESTAANSVOORWAARDEN: HERHALING EN DWANG
We spreken van gewoonterecht als: rechtshandeling altijd dezelfde sanctie
heeft
Subjectieve element = dwang Rechtssubject moet zicht gedwongen
voelen
Herhaling (objectief) en sanctie (subjectief) basis van gewoonterecht
C. KENMERKEN
Gewoonterecht = ongeschreven positief: spontaan; negatief: onzeker
Maar moeilijk te bewijzen (bv. wnr er een proces is, 1 partij zegt dit andere
partij dat)
Versnipperd (territorialiteit-personaliteit) positief: lokaal aangepast;
negatief: conflicten
Typisch voor kleinere maatschappijen
Gewoonte-publiekrecht – eerst macht, dan recht: bv. Heerlijkheden (=
kasteelheer had ook gewoonte publiekrechten en sommige namen de
mensen harder aan en was hij soms streng en moest je hem iets geven
(kip), belastingen, En ieder jaar kwamen ze langs en was het dus een
gewoonte geworden)
Gebruik= doen iets en doen het altijd op dezelfde manier nie omda het
moet maar omda het zo is maar het kan wel een plicht worden in je hoofd
(sanctie)
D. DE VERHOUDING WET-GEWOONTE
NIET TE KENNEN
3. HET RECHT WORDT EEN AUTONOME WETENSCHAP: HET
ROMEINSE RECHT
A. BELANG EN PERIODISERING
• Aandeel in de studie (cf. tweede bachelor)