, lOMoARcPSD|2668334
Aantekeningen o.b.v. alle colleges organisatiekunde 2024
Alles in blauw en groen belangrijk voor tentamen
Ze willen vooral dat je de figuren uit kunt leggen!!
Organisatie kunde 2
Literatuur : psychologie van gedrag in
organisaties. Hoofdstuk 1. Emoties, stres en
bevlogenheid
Emotie > is een interne toestand die richting en intensiteit geeft aan
denken en gedrag.
➢ Het is een primaire reactie waar je vaak geen invloed op hebt
➢ Emoties hebben een functie en zetten je aan
tot actie Emotie kenmerkt zich door gevoel, richting en
intensiteit
➢ Gevoel (subjectieve ervaring)
➢ Richting (soort emotie)
➢ Intensiteit (hoe sterk een emotie is) beïnvloeding van de
gebeurtenis is afhankelijk van je situatie > de intensiteit
hangt samen met de arousal
Arousal > Is de staat van opwinding waarin iemand
verkeer Verschillende soorten emoties
• Angst
• Vreugde
• Boosheid > Woede > Frustratie > furieus > ziedend > jaloersie
• Verdriet
Emoties ontstaan in de samenspel tussen situatie ( bijvoorbeeld de
organisatie context) belangen en ervaringen controle. De emotie
creëert een motivationele toestand.
Motivationele toestand > Is een interne toestand die een intentie vormt
om iets te doen. (zet iemand aan tot actie)
Context
Primaire beoordeling Secundaire beoordeling
Hoe worden mijn belangen Heb ik controle over de
situatie? geraakt?
Emotie proces
, lOMoARcPSD|2668334
Belangen Controle
Wat is belangrijk - zelfbeeld
Voor iemand? - competentie
Motivationele - persoonlijkheid
Toestand
, lOMoARcPSD|2668334
Cognitie > Het geheel aan kennis, overtuiging en denkprocessen van een individu.
Emotie, motivatie en houding (attitude)
Attitude > heeft betrekking op de waardering van iets of
iemand Motivatie > hebben betrekking op gevoelens en
doelen.
Cogniti
e
Denke
n
Overtuiging Doelen/verwachtingen
(over iets of iemand) ( over de toekomst)
Houding Motivatie
Emoti
e
Voele
n
Gevoelens Gevoelens
(Over iets / iemand) ( OVER DOEL VERWACHTINGEN)
Fundamentele belangen > Hebben betrekking op zaken die universeel
belangrijk zijn voor mensen.
5 fundamentele belangen > de MARCS
Meesterschap > Het belang ergens goed in te zijn / worden door te blijven
leren en ontwikkelen van kennis en vaardigheden
Autonomie > Het belang eigen beslissingen te kunnen nemen en zo
zelfsturend te ‘ kunnen zijn in eigen leven.
Rechtvaardigheid > Het belang dat zaken eerlijk en rechtvaardig verlopen.
Connectie > Het belang een positieve en betekenisvolle verbinding aan te
gaan met andere mensen. ( bijv. goede band aangaan met
collega’s, deel uitmaken van een groep)
Status > Het belang de eigen sociale positie en daarmee sociale invloed
te optimaliseren