KT1 AFP
Week 1
Hoe de celdeling verloopt
Mitose: algemene celdeling
1. Interfase
- DNA rolt zich op
- 46 chromosomen → chromosoom bestaat uit
twee chromatiden en een centromeer
- Kernmembraan verdwijnt
2. Profase
- Celkern verdwijnt
- Spoellichamen zichtbaar aan uiteinde van cel
3. Metafase
- Chromosomen gaan naar midden van cel
(metavlak)
- Trekdraden vanuit spoellichamen, hechten
zich aan centromeren
4. Anafase
- Chromatiden niet meer verbonden
- Trekdraden halen chromatiden naar eigen spoellichaam
- Beide helften hebben zelfde aantal chromosomen (46)
5. Telofase
- Spoellichamen verdwijnen
- Er vormt een nieuwe celkern
- Chromosomen ontvouwen
6. Cytokinese
- Ontstaan van twee cellen uit één cel
Meiose: celdeling van geslachtscellen
1. Interfase I
- DNA rolt zich op
- 46 chromosomen → chromosoom bestaat
uit twee chromatiden en een centromeer
- Kernmembraan verdwijnt
- Elk chromosoom is gekopieerd (4n)
2. Profase I
- Celkern verdwijnt
- Polen zichtbaar aan uiteinde van cel
3. Metafase I
- Chromosomen gaan naar midden van cel (metavlak)
, - Trekdraden vanuit pool, hechten zich aan centromeren
- Homologe chromosomenparen liggen onder elkaar
4. Anafase I
- Homologe chromosomenparen uit elkaar
- Trekdraden halen chromatiden naar eigen pool
- Beide helften hebben zelfde aantal chromosomen (46)
5. Telofase I
- Elke kant bevat nu één van de homologe chromosomenparen
- Nieuwe cel vormt zich
Wat de begrippen DNA, RNA en genen inhouden
DNA = lange keten van moleculen die afwisselend bestaan uit desoxyribose en fosforzuur. Er
zijn steeds twee stikstofbasen gebonden aan het de desoxyribose
Stikstofbasen:
- Adenine
- Thymine
- Cytosine
- Guanine
RNA = bijna identiek aan DNA, maar bestaat uit één keten en thymine is vervangen door
uracil
Genen = stukje DNA dat de code van een eiwit bevat
Welke risicofactoren van invloed zijn op het ontstaan van carcinomen
- Roken
- Leeftijd
- Overgewicht
- Ongezond eten
- Onvoldoende bewegen
- Alcohol
- Zonnen (Uv-straling)
- Ioniserende straling
- Infecties (HPV-virus)
- Genetische factoren
- Hormonale factoren
Exogeen = risicofactoren van buitenaf
Endogeen = risicofactoren van binnenuit
, Hoe een carcinoom ontstaat
Kanker is een verzamelnaam voor ziekten waarbij er een ongeremde deling van
lichaamscellen is
Carcinoom ontstaat wanneer in bepaald weefsel cellen gaan woekeren doordat de normale
celdeling verstoord wordt: de cellen vormen zo uiteindelijk een gezwel (neoplasma =
nieuwvorming)
- DNA-schade en mutaties (celkern)
- Risicofactoren
- Koppeling aan cel onderdelen: tabak, Uv-straling kunnen leiden tot mutaties in
DNA. Dit zorgt voor ongecontroleerde celdeling
Benigne tumoren Maligne tumoren
Langzame groei Snelle groei
Expansieve groei met wegdrukking van Expansieve, infiltratieve groei met
omgeving destructie van omgeving
Glad oppervlak, omgeven met Onregelmatig oppervlak
bindweefselkapsel
Geen metastasering Metastasering
In principe niet levensbedreigend: zelden In principe levensbedreigend onbehandeld
fataal meestal fataal
Oorspronkelijk weefsel microscopisch Oorspronkelijk weefsel microscopisch
herkenbaar (differentiatie) meestal moeilijk herkenbaar (verlies van
differentiatie)
Week 1
Hoe de celdeling verloopt
Mitose: algemene celdeling
1. Interfase
- DNA rolt zich op
- 46 chromosomen → chromosoom bestaat uit
twee chromatiden en een centromeer
- Kernmembraan verdwijnt
2. Profase
- Celkern verdwijnt
- Spoellichamen zichtbaar aan uiteinde van cel
3. Metafase
- Chromosomen gaan naar midden van cel
(metavlak)
- Trekdraden vanuit spoellichamen, hechten
zich aan centromeren
4. Anafase
- Chromatiden niet meer verbonden
- Trekdraden halen chromatiden naar eigen spoellichaam
- Beide helften hebben zelfde aantal chromosomen (46)
5. Telofase
- Spoellichamen verdwijnen
- Er vormt een nieuwe celkern
- Chromosomen ontvouwen
6. Cytokinese
- Ontstaan van twee cellen uit één cel
Meiose: celdeling van geslachtscellen
1. Interfase I
- DNA rolt zich op
- 46 chromosomen → chromosoom bestaat
uit twee chromatiden en een centromeer
- Kernmembraan verdwijnt
- Elk chromosoom is gekopieerd (4n)
2. Profase I
- Celkern verdwijnt
- Polen zichtbaar aan uiteinde van cel
3. Metafase I
- Chromosomen gaan naar midden van cel (metavlak)
, - Trekdraden vanuit pool, hechten zich aan centromeren
- Homologe chromosomenparen liggen onder elkaar
4. Anafase I
- Homologe chromosomenparen uit elkaar
- Trekdraden halen chromatiden naar eigen pool
- Beide helften hebben zelfde aantal chromosomen (46)
5. Telofase I
- Elke kant bevat nu één van de homologe chromosomenparen
- Nieuwe cel vormt zich
Wat de begrippen DNA, RNA en genen inhouden
DNA = lange keten van moleculen die afwisselend bestaan uit desoxyribose en fosforzuur. Er
zijn steeds twee stikstofbasen gebonden aan het de desoxyribose
Stikstofbasen:
- Adenine
- Thymine
- Cytosine
- Guanine
RNA = bijna identiek aan DNA, maar bestaat uit één keten en thymine is vervangen door
uracil
Genen = stukje DNA dat de code van een eiwit bevat
Welke risicofactoren van invloed zijn op het ontstaan van carcinomen
- Roken
- Leeftijd
- Overgewicht
- Ongezond eten
- Onvoldoende bewegen
- Alcohol
- Zonnen (Uv-straling)
- Ioniserende straling
- Infecties (HPV-virus)
- Genetische factoren
- Hormonale factoren
Exogeen = risicofactoren van buitenaf
Endogeen = risicofactoren van binnenuit
, Hoe een carcinoom ontstaat
Kanker is een verzamelnaam voor ziekten waarbij er een ongeremde deling van
lichaamscellen is
Carcinoom ontstaat wanneer in bepaald weefsel cellen gaan woekeren doordat de normale
celdeling verstoord wordt: de cellen vormen zo uiteindelijk een gezwel (neoplasma =
nieuwvorming)
- DNA-schade en mutaties (celkern)
- Risicofactoren
- Koppeling aan cel onderdelen: tabak, Uv-straling kunnen leiden tot mutaties in
DNA. Dit zorgt voor ongecontroleerde celdeling
Benigne tumoren Maligne tumoren
Langzame groei Snelle groei
Expansieve groei met wegdrukking van Expansieve, infiltratieve groei met
omgeving destructie van omgeving
Glad oppervlak, omgeven met Onregelmatig oppervlak
bindweefselkapsel
Geen metastasering Metastasering
In principe niet levensbedreigend: zelden In principe levensbedreigend onbehandeld
fataal meestal fataal
Oorspronkelijk weefsel microscopisch Oorspronkelijk weefsel microscopisch
herkenbaar (differentiatie) meestal moeilijk herkenbaar (verlies van
differentiatie)