Lesweek 3: Opdracht anatomie werkcollege - Programmeren
Noteer de namen, van de spieren, in het Latijn van de onderstaande Nederlandse benamingen
Latijnse naam Nederlandse benaming Gewricht Functie(s)
Grote bilspier (blz. 7) heupgewricht Abductie (bovenste vezels).
1. Grote bilspier Spier geeft retroflexie en
1. Gluteus maximus exorotatie van het
bovenbeen.
Dijbeenspier (blz.20) Heup- en kniegewricht
1. Brede zijspier Extensie van het been, en bij
1. Vastus lateralis 2. Rechte dijspier …femoris ook nog anteflexie
2. Rectus femoris 3. Middelste brede spier van het bovenbeen.
4. Brede middenspier
3. Vastus medialis
4. Vastus intermedius
Achterdijbeenspieren (4 spieren) (blz. 18) Heup- en kniegewricht Flexie van het been.
1. Tweehoofdige dijspier Retroflexie aan het
1. Biceps femoris caput longum 2. Tweehoofdige dijspier bovenbeen. Bij
2. Biceps femoris caput breve 3. Hamstring semitendinosus endorotatie
4. Halfvliezige spier van het onderbeen. Bij biceps
3. Semitendinosus femoris exorotatie bij het
4. Semimembranosus onderbeen. Bij
semimembranosus retroflexie
van het bovenbeen.
Schuine buikspieren (3 spieren) (blz. 89/90) ruggengraat Buigt de wervelkolom
voorover. De obli. Abdu.
1. Rectus abdominis 1. Rechte buikspier Internus vindt er een buiging
2. Obliquus abdominis externus 2. Buitenste schuine buikspier bij de romp plaats, wanneer
3. Binnenste schuine buikspier er 2zijdig contractie is.
3. Obliquus abdominis internus
1
Noteer de namen, van de spieren, in het Latijn van de onderstaande Nederlandse benamingen
Latijnse naam Nederlandse benaming Gewricht Functie(s)
Grote bilspier (blz. 7) heupgewricht Abductie (bovenste vezels).
1. Grote bilspier Spier geeft retroflexie en
1. Gluteus maximus exorotatie van het
bovenbeen.
Dijbeenspier (blz.20) Heup- en kniegewricht
1. Brede zijspier Extensie van het been, en bij
1. Vastus lateralis 2. Rechte dijspier …femoris ook nog anteflexie
2. Rectus femoris 3. Middelste brede spier van het bovenbeen.
4. Brede middenspier
3. Vastus medialis
4. Vastus intermedius
Achterdijbeenspieren (4 spieren) (blz. 18) Heup- en kniegewricht Flexie van het been.
1. Tweehoofdige dijspier Retroflexie aan het
1. Biceps femoris caput longum 2. Tweehoofdige dijspier bovenbeen. Bij
2. Biceps femoris caput breve 3. Hamstring semitendinosus endorotatie
4. Halfvliezige spier van het onderbeen. Bij biceps
3. Semitendinosus femoris exorotatie bij het
4. Semimembranosus onderbeen. Bij
semimembranosus retroflexie
van het bovenbeen.
Schuine buikspieren (3 spieren) (blz. 89/90) ruggengraat Buigt de wervelkolom
voorover. De obli. Abdu.
1. Rectus abdominis 1. Rechte buikspier Internus vindt er een buiging
2. Obliquus abdominis externus 2. Buitenste schuine buikspier bij de romp plaats, wanneer
3. Binnenste schuine buikspier er 2zijdig contractie is.
3. Obliquus abdominis internus
1