100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Eerder door jou gezocht
Eerder door jou gezocht
logo
Samenvatting - Abdomen 2 partim spijsverteringsorganen (2020GENGE1) - NIEUW CURRICULUM €28,34
In winkelwagen
Snel navigeren naar
Voorbeeld
  2.  
  3. Universiteit Antwerpen (UA)
  4.  
  5. Geneeskunde
  6.  
  7. Abdomen 2 partim spijsverteringsorganen (2020GENGE1)

Samenvatting

Samenvatting - Abdomen 2 partim spijsverteringsorganen (2020GENGE1) - NIEUW CURRICULUM

1 beoordeling
 11 keer verkocht
  • Vak
  • Abdomen 2 partim spijsverteringsorganen (2020GENGE1)
  • Instelling
  • Universiteit Antwerpen (UA)

Alle vragen van abdomen 2 partim spijsvertering 2 uitgewerkt! NIEUW CURRICULUM Uitgewerkt met cursus + notities van de lessen

Voorbeeld 4 van de 336  pagina's

Document informatie

  • 21 september 2024
  • 336
  • 2023/2024
  • Samenvatting

Onderwerpen

  • slokdarm
  • diarreee
  • ibd
  • constipatie
  • proctologie
  • dio
  • pancreas
  • lever
  • galblaas
  • galblaas en galwegen
  • abdominale heelkunde
  • diverticulitis

Geschreven voor

  • Universiteit Antwerpen (UA)
  • Geneeskunde
  • Abdomen 2 partim spijsverteringsorganen (2020GENGE1)
Alle documenten voor dit vak (7)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: hayatkohsar • 1 maand geleden

Verkoper

avatar-seller
Geneeeskunde

Ontvangen beoordelingen

Voorbeeld van de inhoud

VRAAGJES SPIJSVERTERING
MASTER 1




1

,Vraagjes spijsvertering ..................................................................................................................................... 1
Slokdarm .......................................................................................................................................................... 7
1. Wat is GERD? Diagnose? Behandeling? .................................................................................................... 7
2. Geef een overzicht van de verschillende slikstoornissen en geef telkens een korte beschrijving van wat
stoornis inhoudt of wat het concrete letsel is .................................................................................................. 12
3. Bespreek diagnostiek en behandeling van achalasie .............................................................................. 14
4. Geef een overzicht van de 3 primaire motiliteitsstoornissen van de slokdarm en bespreek schematisch
de belangrijkste verschillen tussen de 3 ........................................................................................................... 17
5. Bespreek de eosinofiele oesophagitis. Prevalentie, diagnose en behandeling ...................................... 18
6. Wat weet u van een Barrett slokdarm? .................................................................................................. 19
Diarree (cursus p114-147 + p1-12)) ................................................................................................................ 21
7. Welke 3 types diarrhee kunnen we onderscheiden op basis van de physiopathologie? Beschrijf bij elk
type kort de onderliggende mechanismen ....................................................................................................... 21
8. Wat is de diagnostische aanpak van acute diarrhee? ............................................................................. 25
9. Welke soorten chronische diarrhee kan men onderscheiden? .............................................................. 26
10. Wat is de differentiaaldiagnose van chronische waterige diarrhee? ..................................................... 27
11. Bespreek galzoutendiarrhee ................................................................................................................... 30
12. Bespreek steatorrhee ............................................................................................................................. 31
13. Bespreek lactoseintolerantie .................................................................................................................. 33
14. Wat is coeliackie? Wat is de pathogenese? ............................................................................................ 35
15. Hoe wordt de diagnose van coeliackie gesteld? ..................................................................................... 37
16. Hoe wordt coeliackie behandeld? .......................................................................................................... 39
IBD ................................................................................................................................................................. 40
17. Bespreek de pathogenese van inflammatoire darmziekten ................................................................... 40
18. Welke zijn de verwikkelingen, die kunnen optreden bij de ziekte van Crohn en bij colitis ulcerosa? .... 43
19. Bespreek de mogelijke complicaties bij de ziekte van Crohn ................................................................. 46
20. Bespreek de mogelijke complicaties bij colitis ulcerosa ......................................................................... 48
DIO (p1-15, p72-98) ........................................................................................................................................ 50
21. Bespreek de benigne en maligne slokdarmtumoren .............................................................................. 50
22. Bespreek de benigne en maligne maagtumoren .................................................................................... 54
23. Bespreek het voorkomen van slokdarmkanker wereldwijd en in België ................................................ 60
24. Bespreek de risicofactoren in het ontwikkelen van slokdarmkanker ..................................................... 62
25. Bespreek het plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm ........................................................................... 63
26. Bespreek het adenocarcinoom van de slokdarm ................................................................................... 65
27. Bespreek de risicofactoren van het ontwikkelen van maagkanker ........................................................ 67
28. Geef een schematisch overzicht van de verschillende types colonpoliepen en hun belangrijkste
kenmerken ........................................................................................................................................................ 68
29. Bespreek de adenomateuze colonpoliepen ........................................................................................... 72

2

, 30. Bespreek de behandeling van het coloncarcinoom ................................................................................ 75
31. Bespreek de behandeling van het rectumcarcinoom ............................................................................. 79
32. Hoe wordt er gescreend voor colorectaal carcinoom?........................................................................... 82
Pancreas (p169-198) ....................................................................................................................................... 85
33. Bespreek de pathogenese van acute pancreatitis .................................................................................. 85
34. Bespreek de pathogenese van chronische pancreatitis en wat zijn de verschilpunten met acute
pancreatitis ....................................................................................................................................................... 87
35. Bespreek de benigne tumoren van het exocriene pancreas .................................................................. 90
36. Bespreek de risicofactoren van pancreaskanker .................................................................................... 92
37. Bespreek de meest voorkomende maligne solide tumor van het pancreas .......................................... 94
38. Wat zijn functionele neuro-endocriene tumoren en bespreek ze? ........................................................ 99
39. Wat zijn niet-functionele neuro-endocriene tumoren van de pancreas? ............................................ 103
40. Bespreek de verschillende vormen en oorzaken van pancreatitis ....................................................... 104
41. Beschrijf de symptomatologie en diagnostische aanpak van een acute pancreatitis .......................... 109
42. Hoe wordt de ernst van een acute pancreatitis ingeschat en wat zijn de mogelijke verwikkelingen? 114
43. Hoe wordt een acute pancreatitis behandeld? .................................................................................... 118
44. Bespreek de belangrijkste aspecten van chronische pancreatitis (oorzaken, kliniek, complicaties,
behandeling) ................................................................................................................................................... 120
45. Bespreek de pancreaticoduodenectomie met reconstructies. Wat zijn de mogelijke complicaties? .. 125
46. Wat is de behandeling van een pancreaspseudocyste? ....................................................................... 128
47. Wat kan de chirurgie betekenen in de aanpak van een chronische pancreatitis (indicaties +
technieken)? (ppt 31) ...................................................................................................................................... 129
GI BLOEDING (p92-99) .................................................................................................................................. 131
48. Hoe wordt de ernst van een gastrointestinale bloeding ingeschat? .................................................... 131
49. Bespreek de algemene aanpak van een hoge gastrointestinale bloeding............................................ 134
50. Bespreek de belangrijkste oorzaken van een hoge gastrointestinale bloeding en bespreek de
gelijkenissen en verschillen in diagnostische en therapeutische aanpak ....................................................... 136
Constipatie en IBS (p220-226) ...................................................................................................................... 141
51. Hoe stel je de diagnose van een prikkelbare darmsyndroom? Wanneer plan je een coloscopie? ...... 141
52. Bespreek de behandeling van het prikkelbare darmsyndroom en leg waar mogelijk een verband naar
onderliggende pathofysiologische mechanismen ........................................................................................... 144
53. Bespreek het FODMAP dieet ................................................................................................................ 148
54. Welke vormen van constipatie ken je? Welke onderzoeken zou je vragen om deze subtypes te
differentiëren? ................................................................................................................................................ 149
55. Bespreek de systematische behandeling van de patient met constipatie ........................................... 152
56. Welke prolaps syndromen ken je en op welke manieren spelen deze een rol bij therapie refractaire
constipatie? ..................................................................................................................................................... 155
Proctologie (cursus p99-114) ........................................................................................................................ 157



3

, 57. Bespreek de behandeling van hemorroïden. Opdelen in conservatief en chirurgisch. ........................ 157
58. Bespreek de differentieel diagnose van anale pijn ............................................................................... 160
59. Oorzaken en behandeling van pruritus ani ........................................................................................... 164
60. Bespreek de primaire anale fissuur ...................................................................................................... 166
Hepatologie.................................................................................................................................................. 168
61. Geef een schematisch overzicht van de belangrijkste complicaties van portale hypertensie en hun
onderliggende mechanismen .......................................................................................................................... 168
62. Bespreek slokdarmvarices en hun behandeling (p92-98) ..................................................................... 174
63. Bespreek de diagnose en behandeling van ascites door portale hypertensie (p100-111) ................... 177
64. Bespreek spontane bacteriële peritonitis (SBP) (P113-115) ................................................................. 182
65. Bespreek het hepatorenaal syndroom (fysiopathologie, diagnose, behandeling) (p117-118) ............ 184
66. Bespreek de diagnose en behandeling van hepatische encephalopathie (p121-123) ......................... 186
67. Bespreek het acuut leverfalen (p98-105) (ppt 18)................................................................................ 188
68. Wat zijn de indicaties voor levertransplantatie? (p98-105) (ppt 18) .................................................... 192
69. Geef een schematisch overzicht van de verschillende hepatitis virussen wat betreft infectiebron,
transmissie, chroniciteit en preventie............................................................................................................. 196
70. Wat weet u over hepatitis A? ............................................................................................................... 198
71. Wat weet u over hepatitis B? ............................................................................................................... 203
72. Wat weet u over hepatitis C? ............................................................................................................... 209
73. Bespreek de parasitaire leveraandoeningen (ppt 33.2: niet-virale infecties)....................................... 212
74. Bespreek hemochromatose (ppt14: erfelijke leveraandoeningen) ...................................................... 216
75. Wat weet u over alfa-1 antitrypsine deficiëntie? ................................................................................. 219
76. Welke systematische diagnostische en eventueel therapeutische stappen onderneemt u bij een
toevallig vastgesteld leverletsel? .................................................................................................................... 221
77. Geef in een schamtisch overzicht de verschillen tussen de benigne solide leverletsels ...................... 222
78. Bespreek de benigne soliede en cystische levertumoren (p77-90), (PPT 45-48) ................................. 223
79. Bespreek de goedaardige tumoren van hepatocellulaire origine......................................................... 228
80. Bespreek de kwaadaardige tumor(en) van hepatocellulaire origine bij de volwassene ...................... 233
81. Bespreek de goedaardige tumoren van biliaire origine in de lever ...................................................... 238
82. Geef in schematisch overzicht de verschillende klinische presentaties van toxisch leverlijden en geef 3
voorbeelden met hun respectievelijke aanpak ............................................................................................... 243
83. Wat weet u over PBC en over PSC? (p57-62) (PPT 15) ......................................................................... 247
84. Wat weet u over autoimmune hepatitis? (p54-57) (PPT 15) ................................................................ 251
85. Geef een schematisch overzicht van de verschillen en gelijkenissen tussen AIH, PBC en PSC. (p54-63)
(PPT 15) ........................................................................................................................................................... 254
86. Bespreek de zwangerschapsgerelateerde leverafwijkingen (p91-97) (PPT .......................................... 256
87. Wat is MASLD? Bespreek de verschillende subtypes ........................................................................... 264
88. Wat is het klinisch belang van MASLD? ................................................................................................ 267


4

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Geneeeskunde. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €28,34. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72317 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€28,34  11x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd