Friso de Zeeuw
Hoofdstuk 1: Gebiedsontwikkeling: Kern en concept
Definitie gebiedsontwikkeling (Friso de Zeeuw): Gebiedsontwikkeling is de kunst van het verbinden
van functies, disciplines, partijen, belangen en geldstromen, met het oog op de ontwikkeling van het
gebied
Definitie gebiedsontwikkeling door De Noto Ruimte 2006: Eem integrale ontwikkeling met een
gezamenlijk proces van complementaire partijen die streven naar verbetering van de ruimtelijke
kwaliteit, door uitvoering en financiering van een aantal samenhangende ruimtelijke projecten.
Ingrediënten gebiedsontwikkeling:
- Geografische begrenzing
- Meerder functies, inclusief openbare ruimte
- Aanzet tot verandering ingeven door marktvraag, maatschappelijk belang of particulier
belang
- Procesaanpak, programmering en planvorming
- Initiatief en investeringscapaciteit
Belang gebiedsontwikkeling:
- Markt gedreven
- Overheid gedreven
- Maatschappelijk
Vaak is het een combinatie van private en publieke belangen.
Gebiedsontwikkeling:
Geïntroduceerd in de Nota Ruimte (2006)
• Coproductie met brede groep partijen in een gebied
• Meervoudige gebiedsopgaven
• Interdisciplinaire aanpak
• Risico en rendementen worden verdeeld over partijen
• Combinatie van beleidsurgenties en gebiedsurgenties
• Kwaliteit en karakteristieken van gebied als uitgangspunt
Betrokken partijen:
- Initiatiefnemers
- Publieke partijen (gemeente)
- Eigenaren
- Ontwikkelaars
- Maatschappelijke organisaties
- Bewoners
- Omwonenden
1e ambitie: Mee koppeling van belangen
2de ambitie: leveren van de omgevingskwaliteit
Gebiedsontwikkeling vergt inzet en sturing op:
, - Programma
- Ontwerp
- Proces
- Afspraken
- Procedures
- Financiën
GEEN gebiedsontwikkeling:
- Gebiedsgerichte beheermaatregelen
- Projectontwikkeling
- Gebiedsplannen zonder investering-initiatieven
Gebiedsontwikkeling heeft altijd externe effecten zoals: Infrastructuur, waterhuishouding, uitstoot
van stoffen, doorsnijding van een natuurgebied.
Een initiatief kan een..:
Bottom-Up: van details naar algemeen
Of
Top-Down: van algemeen naar details
.. oorsprong hebben
Ontwikkelingsplanologie = Actief overheidshandelen centraal
Gebiedsontwikkeling = Coproductie van alle actoren
Uitnodigingsplanologie = Overheid nodigt particulieren en private partijen uit voor initiatieven, term
bestaat vanaf 2010
Complexe systemen = Zijn samengestelde systemen waarvan de eigenschappen niet afzonderlijk
herleidbaar zijn
Complexiteitstheorie = Heeft betrekking tot de eigenschappen van deze complexe systemen
Systeembenadering = Helpt bij het beantwoorden van de vraag welk type sturing we moeten
inzetten en welke competenties daarbij horen
Complex adaptief systeem = Voortdurend evolueren, van stabiliteit naar snelle ontwikkelingen. Ter
conclusie gebiedsontwikkeling heeft kenmerken van een complex adaptief systeem.
Beheersinstrumenten ‘gesloten systeem’: Geld, Organisatie, Kwaliteit, Informatie, Communicatie,
Tijd -> Gebruik je bij b.v. een project.
Beheersinstrumenten ‘open systeem’: Veelzijdig leiderschap, Wendbaarheid, Omgaan met
bewegend doel, Luisteren en verbinden -> Gebruik je bij b.v. Gebiedsontwikkeling met name de
beginfase.
Typen gebiedsontwikkeling: 8 P’s gebiedsontwikkeling:
• Transformatiegebieden: gebieden met verouderde binnenstedelijke - Passie
terreinen met een niet woonfunctie. - Propositie
• Herstructureringsgebieden: (overwegend) naoorlogse woongebieden. - Partners
- Poen
- Polderen
- Planologie
- Participatie
- Ploeteren
, • Gebiedsontwikkelingen waarin doelstellingen rond natuur en water domineren.
• ‘Weilandlocaties’
Hoofdstuk 2: Geschiedenis in Vogelvlucht
Gebiedsontwikkeling fasen:
- Beginfase (1965-1980)
- Opkomst (1981-1994)
- Bloei (1995-2008)
- Crisis (2009-2014)
- Wederopstanding (2014-nu)
Beginfase 1965-1980:
- Grootschalige projectontwikkeling krijgt een vastere grond onder de voeten zoals Hoog
Catharijne in Utrecht en Babylon in Den Haag
- Overheidsdominantie neemt af
- Bloemkoolwijken, zijn in totaal 20% van de nederlandse woningvoorraad
- Woonerf
- Tweede oliecrisis 1979 dus bezuinigen
- Door de crisis zijn wijken na 1980 soberder uitgevoerd en bevatten veel sociale huur
Opkomst 1981-1994:
- Tussen 1971 en 1990 oliecrisis
- Eerste generatie grote succesvolle ‘Sleutelprojecten’
- In de vierde Nota Ruimtelijke Ordening (19988) wordt er gefocust op ‘Regio’s op eigen
kracht’
- Minister Ruimtelijke ordening en milieubeheer wilt meer markt en minder overheid in
gebiedsontwikkeling
- Marktpartijen zien kansen, er volgt een machtsverschuiving
- Hierdoor volgt er een nieuwe samenwerking ‘Publieke-Private Samenwerking’ afkorting is
P.P.S
Bloei 1995-2008:
- Tweede helft van deze periode beleeft gebiedsontwikkeling haar grote bloeiperiode
- Vinex wijken
- De tweeling ontwikkelingsplanologie en gebiedsontwikkeling doet haar intrede
- Partijen zoals Staatsbosbeheer, natuurmonumenten, waterschap en dienst landelijk
financieel doen nu ook mee
- Herstructurering naoorlogse sociale woonwijken (begint 1997)
- 12 soorten gebiedsontwikkeling van de eerste publicatie Nederland boven water van Peter
van Rooijen (2006) blz. 27
- 2008-2014 crisis
- Crisis heeft inpakt op gebiedsontwikkeling zie Hoofdstuk 5