Hoofdstuk 1
Omzet – inkoopprijs = brutowinst
Balans
Links = debet = activa = bezittingen
Vaste activa = langdurige bezittingen
Vlottende activa = kortlopende bezittingen
Rechts = credit = passiva = financieringen
EV = eigen vermogen
VVI = langdurige schulden
VVK = kortlopende schulden
Exploitatiekosten
Personeelskosten
Huisvestingskosten
Verkoop en marketingkosten
Afschrijvingskosten
Overige kosten +
Totale exploitatiekosten
Brutowinst
Totale exploitatiekosten -
Bedrijfsresultaat
Break- even punt maak je geen verlies maar ook geen winst
Hoofdstuk 2
Omzet is altijd exclusief BTW
Omzet = afzet x verkoopprijs
IWO = afzet x inkoopprijs per product
Beginvoorraad
Inkopen +
Eindvoorraad -
IWO
De inkoopwaarde omzet is altijd exclusief BTW
, Omzet
IWO -
Brutowinst
Kosten -
Nettowinst of nettoverlies
Brutowinst marge per stuk = verkoopprijs – inkoopprijs x 100
Verkoopmarge
Brutowinst marge per periode = omzet – IWO x 100
Omzet
Brutowinstopslag = verkoopprijs – inkoopprijs x 100
Inkoopprijs
Inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs
Theoretische consumentenprijs = inkoopprijs x brutowinstopslag (%) x BTW (%)
Je kan de nettowinst vergroten door:
- Omzet te verhogen
- Kosten te verlagen
- De IWO te verlagen
Consumentenomzet
BTW -
Omzet
IWO -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Bedrijfsresultaat of nettowinst
Consumentenomzet
BTW -
Omzet
IWO -
Brutowinst
Exploitatiekosten -
Nettowinst
Gewaardeerd loon -
Rendement eigen vermogen
Gewaardeerd interest -
Economisch resultaat
Gewaardeerd interest = de rente over het denkbeeldige eigen vermogen dat op de
spaarrekening zou staan maar nu in de winkel/ onderneming zit.