Principes Instrumentele chemie
Deel 1
UV-VIS Absorptiespectrofotometrie
spectrofotometrie → Licht door staal: een deel wordt geabsorbeerd om de molecule in
excitatie te brengen en een doorgelaten deel gemeten waardoor we
de absorbantie verkrijgen. Het geabsorbeerde kleur en doorgelaten
kleur zijn complementair.
→ Het meet de intensiteit van het licht dat door een
monsteroplossing in een cuvet gaat en vergelijkt dit met de
intensiteit van het licht voordat het door het monster gaat.
Nefelometrie en Meten van verstrooiing van invallend licht op het staal
turbidimetrie
→ N: lichtverstrooiing, bij lage concentraties en kleinere partikels
→ T: schijnbare lichtabsorptie, bij grotere concentraties en grotere
partikels
Infrarood IR-straling op staal; moleculen bij juiste golflengte vibreren waardoor
spectrofotometrie ze energie opnemen en straling kan geabsorbeerd worden.
Identificatie moleculen
AES of Staal verhit; moleculen gaan splitsen waardoor atomen exciteren en
Vlamfotometrie dan terug naar de grondtoestand gaan, hierbij ontstaat er emissie
van licht met typische golflengte
Identificatie atomen
AAS Absorptie fototonen uit stralingsbundel door vrije atomen
→ Staal bij een hoge temperatuur in gasfase waardoor moleculen
splitsen in atomen en dus atomiseren. Aan de hand van de
atomisatiegraad wordt de intensiteit van de straling gemeten
Identificatie atomen
Fluorimetrie Meten van lichtemissie door geëxciteerde moleculen.
Luminescentie is het proces waarbij stof licht uitzendt na energie
toevoer door EMS (= fotoluminescentie), inwerking (bio)chemische
reacties en inwerken spanning
Fotoluminescentie = fosfor + fluorescentie
→ Euit < Egeabsorbeerd en λuit > λgeabsorbeerd
→ als t traag = fosfor, als t snel = fluor
NMR Kernmagnetische resonantie, kerspinresonantie
Twee standen: parallel en antiparallel
Twee energieniveaus: E1 (laag) en E2 (hoog)
Atoomkernen bezitten een spin (indien n° of p + oneven); veroorzaakt
magneetveldje waarin door absorptie van EMS kernen kunnen
overgaan van E1 naar E2
2e extern veld (radiofrequente straling) uit terug E2 naar E1
afgifte radiogolven signaal detectie berekening plaats oorsprong
Deel 1
UV-VIS Absorptiespectrofotometrie
spectrofotometrie → Licht door staal: een deel wordt geabsorbeerd om de molecule in
excitatie te brengen en een doorgelaten deel gemeten waardoor we
de absorbantie verkrijgen. Het geabsorbeerde kleur en doorgelaten
kleur zijn complementair.
→ Het meet de intensiteit van het licht dat door een
monsteroplossing in een cuvet gaat en vergelijkt dit met de
intensiteit van het licht voordat het door het monster gaat.
Nefelometrie en Meten van verstrooiing van invallend licht op het staal
turbidimetrie
→ N: lichtverstrooiing, bij lage concentraties en kleinere partikels
→ T: schijnbare lichtabsorptie, bij grotere concentraties en grotere
partikels
Infrarood IR-straling op staal; moleculen bij juiste golflengte vibreren waardoor
spectrofotometrie ze energie opnemen en straling kan geabsorbeerd worden.
Identificatie moleculen
AES of Staal verhit; moleculen gaan splitsen waardoor atomen exciteren en
Vlamfotometrie dan terug naar de grondtoestand gaan, hierbij ontstaat er emissie
van licht met typische golflengte
Identificatie atomen
AAS Absorptie fototonen uit stralingsbundel door vrije atomen
→ Staal bij een hoge temperatuur in gasfase waardoor moleculen
splitsen in atomen en dus atomiseren. Aan de hand van de
atomisatiegraad wordt de intensiteit van de straling gemeten
Identificatie atomen
Fluorimetrie Meten van lichtemissie door geëxciteerde moleculen.
Luminescentie is het proces waarbij stof licht uitzendt na energie
toevoer door EMS (= fotoluminescentie), inwerking (bio)chemische
reacties en inwerken spanning
Fotoluminescentie = fosfor + fluorescentie
→ Euit < Egeabsorbeerd en λuit > λgeabsorbeerd
→ als t traag = fosfor, als t snel = fluor
NMR Kernmagnetische resonantie, kerspinresonantie
Twee standen: parallel en antiparallel
Twee energieniveaus: E1 (laag) en E2 (hoog)
Atoomkernen bezitten een spin (indien n° of p + oneven); veroorzaakt
magneetveldje waarin door absorptie van EMS kernen kunnen
overgaan van E1 naar E2
2e extern veld (radiofrequente straling) uit terug E2 naar E1
afgifte radiogolven signaal detectie berekening plaats oorsprong
