Hoofdstuk 15 - Groene Chemie
Exclusief paragraaf 5
Paragraaf 1
Atoomeconomie = mgewenst product/mbeginstoffen x 100%
Rendement = praktische opbrengst/theoretische opbrengst x 100%
E-factor = (mbeginstoffen- mgewenst product)/ mgewenst product
De grenswaarde is de maximaal toegestane hoeveelheid van een stof in mg per m3 lucht op de
werkplek. Een TGG (Tijd Gewogen Gemiddelde) van 8 uur geeft aan dat de concentratie alleen
toegestaan is als het 8-uur gemiddelde niet wordt overschreden. “ppb” staat voor ‘parts per billion’,
komt overeen met het aantal µg van de stof per kg lucht en is een alternatief van mg per m3 lucht
voor hele giftige stoffen. Bij omrekenen moet je dus lucht van kg naar m3 berekenen of andersom
Gebruik Binas tabel 97F en 37H.
Paragraaf 2
De wet van behoud van energie is altijd van toepassing: energie gaat niet verloren, maar wordt
omgezet van de ene vorm in een andere vorm. Bij alle processen treedt een energie-effect op,
waarbij er energie vrijkomt (exotherm) of wordt opgenomen (endotherm). De reactie-energie (ΔE) =
Ereactieproducten - Ebeginstoffen. Hierbij zijn Ebeginstoffen en Ereactieproducten de vormingswarmtes, de energie die
nodig is of vrijkomt bij de vorming van één mol stof uit de elementen. De vormingswarmte van
elementen is 0. De vormingswarmtes van stoffen vind je in Binas tabel 57.
In een energiediagram staan voor bepaalde samenstellingen van stoffen in de reactie horizontale
lijnen op verschillende hoogtes en pijlen tussen de hoogtes die het verschil in energie weergeven. De
eerste horizontale streep is van de beginstoffen, meestal is daarna een streep met alle beginstoffen
die veranderd zijn in elementen en daarna worden stof voor stof de elementen omgezet naar
reactieproducten.
Paragraaf 3
De reactiesnelheid (s) = n (mol)/ (V (L) x t (s)).
De langzaamste stap van een deel van de reactie bepaalt de snelheid van de totale reactie.
De insteltijd t1 van een evenwichtsreactie is de tijd tussen het begin van de reactie en het intreden
van de evenwichtstoestand. In de industrie wil je die tijd zo kort mogelijk krijgen.
Om (evenwichts)reacties sneller te laten verlopen kun je de druk verhogen (reactieomgeving
verkleinen), de temperatuur verlagen of verhogen en een katalysator toevoegen.
Exclusief paragraaf 5
Paragraaf 1
Atoomeconomie = mgewenst product/mbeginstoffen x 100%
Rendement = praktische opbrengst/theoretische opbrengst x 100%
E-factor = (mbeginstoffen- mgewenst product)/ mgewenst product
De grenswaarde is de maximaal toegestane hoeveelheid van een stof in mg per m3 lucht op de
werkplek. Een TGG (Tijd Gewogen Gemiddelde) van 8 uur geeft aan dat de concentratie alleen
toegestaan is als het 8-uur gemiddelde niet wordt overschreden. “ppb” staat voor ‘parts per billion’,
komt overeen met het aantal µg van de stof per kg lucht en is een alternatief van mg per m3 lucht
voor hele giftige stoffen. Bij omrekenen moet je dus lucht van kg naar m3 berekenen of andersom
Gebruik Binas tabel 97F en 37H.
Paragraaf 2
De wet van behoud van energie is altijd van toepassing: energie gaat niet verloren, maar wordt
omgezet van de ene vorm in een andere vorm. Bij alle processen treedt een energie-effect op,
waarbij er energie vrijkomt (exotherm) of wordt opgenomen (endotherm). De reactie-energie (ΔE) =
Ereactieproducten - Ebeginstoffen. Hierbij zijn Ebeginstoffen en Ereactieproducten de vormingswarmtes, de energie die
nodig is of vrijkomt bij de vorming van één mol stof uit de elementen. De vormingswarmte van
elementen is 0. De vormingswarmtes van stoffen vind je in Binas tabel 57.
In een energiediagram staan voor bepaalde samenstellingen van stoffen in de reactie horizontale
lijnen op verschillende hoogtes en pijlen tussen de hoogtes die het verschil in energie weergeven. De
eerste horizontale streep is van de beginstoffen, meestal is daarna een streep met alle beginstoffen
die veranderd zijn in elementen en daarna worden stof voor stof de elementen omgezet naar
reactieproducten.
Paragraaf 3
De reactiesnelheid (s) = n (mol)/ (V (L) x t (s)).
De langzaamste stap van een deel van de reactie bepaalt de snelheid van de totale reactie.
De insteltijd t1 van een evenwichtsreactie is de tijd tussen het begin van de reactie en het intreden
van de evenwichtstoestand. In de industrie wil je die tijd zo kort mogelijk krijgen.
Om (evenwichts)reacties sneller te laten verlopen kun je de druk verhogen (reactieomgeving
verkleinen), de temperatuur verlagen of verhogen en een katalysator toevoegen.