Begrippenlijst Politiek en politicologie
Hoofdstuk 4
bijzondere wetgevingsprocedures - besluitvormingsprocedures van de Europese Unie,
deze bijzondere procedures worden gebruikt wanneer de gewone
medebeslissingsprocedure niet opgaat (raadgevingsprocedure, instemmingsprocedure en
begrotingsprocedure)
complexe interdependentie - het geheel van wederzijds afhankelijkehied van staten
federalisme - integratietheorie volgens welke vreedzame verhouding tussen staten
bevorderd moeten worden door het overdragen van hun bevoegdheden aan supranationale
instellingen
functionalisme - integratietheorie volgens welke vreedzame verhouding tussen staten
bevorderd (moeten) worden door functioneel (per economische factor) georganiseerde
internationale instellingen
gekwalificeerde meerderheid - ruimte tweederde meerderheid bij het aannemen van
besluiten
gewone wetgevingsprocedure - besluitvormingsprocedure van de Europese Unie, de
Raad van Ministers beslist bij gekwalificeerde meerderheid maar het Europese Parlement is
mede beslissingsbevoegd door de mogelijkheid het besluit met meerderheid van stemmen
te blokkeren
(global) governance - het oplossen van (grensoverschrijdende of wereldomvattende)
politieke problemen door zowel statelijke als niet-statelijk actoren
globalisering - internationalisering in de richting van relaties op mondiaal niveau (ook wel:
mondialisering)
hegemoniaal systeem - internationaal statensysteem waarin één staat het machtsoverwicht
heeft
integratietheorieën - theorieën met een normatief karakter die het proces en resultaat van
politieke integratie proberen te verklaren en te voorspellen
intergouvernementalisme - volledig soevereiniteit van de nationale staat bij internationale
samenwerking
intergouvernementele organisaties - internationale organisatie waarin de regeringen
(‘governments’) van staten samen werken
internationaal regime - een samenhangend geheel van normen, regels en procedures ten
behoeve aan beleidssamenwerking (Hoffman)
internationalisering - het proces van de toenemende intensiteit en de reikwijdte van
Hoofdstuk 4
bijzondere wetgevingsprocedures - besluitvormingsprocedures van de Europese Unie,
deze bijzondere procedures worden gebruikt wanneer de gewone
medebeslissingsprocedure niet opgaat (raadgevingsprocedure, instemmingsprocedure en
begrotingsprocedure)
complexe interdependentie - het geheel van wederzijds afhankelijkehied van staten
federalisme - integratietheorie volgens welke vreedzame verhouding tussen staten
bevorderd moeten worden door het overdragen van hun bevoegdheden aan supranationale
instellingen
functionalisme - integratietheorie volgens welke vreedzame verhouding tussen staten
bevorderd (moeten) worden door functioneel (per economische factor) georganiseerde
internationale instellingen
gekwalificeerde meerderheid - ruimte tweederde meerderheid bij het aannemen van
besluiten
gewone wetgevingsprocedure - besluitvormingsprocedure van de Europese Unie, de
Raad van Ministers beslist bij gekwalificeerde meerderheid maar het Europese Parlement is
mede beslissingsbevoegd door de mogelijkheid het besluit met meerderheid van stemmen
te blokkeren
(global) governance - het oplossen van (grensoverschrijdende of wereldomvattende)
politieke problemen door zowel statelijke als niet-statelijk actoren
globalisering - internationalisering in de richting van relaties op mondiaal niveau (ook wel:
mondialisering)
hegemoniaal systeem - internationaal statensysteem waarin één staat het machtsoverwicht
heeft
integratietheorieën - theorieën met een normatief karakter die het proces en resultaat van
politieke integratie proberen te verklaren en te voorspellen
intergouvernementalisme - volledig soevereiniteit van de nationale staat bij internationale
samenwerking
intergouvernementele organisaties - internationale organisatie waarin de regeringen
(‘governments’) van staten samen werken
internationaal regime - een samenhangend geheel van normen, regels en procedures ten
behoeve aan beleidssamenwerking (Hoffman)
internationalisering - het proces van de toenemende intensiteit en de reikwijdte van