2024
Take-Home tentamen
,Inhoudsopgave
Onderdeel A: leerteamvragen........................................................................................................................ 2
Week 2..................................................................................................................................................................2
Week 3..................................................................................................................................................................3
Week 4..................................................................................................................................................................5
Week 5..................................................................................................................................................................7
Week 6..................................................................................................................................................................9
Week 7................................................................................................................................................................11
Onderdeel B: leerteamopdrachten............................................................................................................... 13
Opdracht 1 - eetgedrag......................................................................................................................................13
Opdracht 2 – optische illusies.............................................................................................................................15
Opdracht 3 – conditionering..............................................................................................................................16
Opdracht 4 - intelligentie....................................................................................................................................18
Opdracht 5 – mentale problemen......................................................................................................................19
Onderdeel C................................................................................................................................................. 20
Opdracht 6 - ontwikkelingen psychiatrie............................................................................................................20
Onderdeel D................................................................................................................................................ 22
Samenvatting en reflectie van de presentatie....................................................................................................22
Bronvermelding........................................................................................................................................... 24
1
, Onderdeel A: leerteamvragen
Week 2
1. Waar ligt de oorsprong van de psychologie? Noem een of twee namen van denkers/
wetenschappers uit hoofdstuk 1 die deze oorsprong vertegenwoordigen.
Beargumenteer kort het antwoord.
In 400 c.Chr. hielden de filosofen Socrates, Aristoteles en Plato zich bezig met de wereld
om hen heen, de plaats van de mens en wat zich in het brein afspeelt. Dit wordt ook wel
de oorsprong van de psychologie genoemd. Er werd een onderscheid gemaakt tussen
waarneming en werkelijkheid door Plato. Ook werd het verband tussen lichaam en ziel
onderzocht door Aristoteles. Volgens Aristoteles en Plato was wiskunde het hoogtepunt
van wijsheid. (Brysbaert, 2022, p.14).
2. Beschrijf kort een vijftal theoretische stromingen in de psychologie.
- Structuralisme: Bij deze stroming wordt er gekeken naar het individu en daardoor
wordt er geprobeerd het bewustzijn te ontdekken (Brysbaert, 2022, p.23).
- Functionalisme: Er wordt vooral gekeken naar het doel van gedrag en het
bewustzijn (Brysbaert, 2022, p.24).
- Positivisme: je kan door natuurwetenschappen het beste de wereld begrijpen en
kennis kan genereren (Brysbaert, 2022, p.25).
- Behaviorisme: een psychologisch onderzoek kan alleen gevormd worden door
observeerbaar en meetbaar gedrag. Op deze manier wordt gedrag gecontroleerd
en voorspeld (Brysbaert, 2022, p.25).
- Empirisme: de geest kan enkel gevormd worden door zintuigelijke ervaringen en
niet door aangeboren ideeën (Brysbaert, 2022, p. 21).
3. Veel psychologen werken niet als therapeut, maar werken in de dienstverlenende
sector. Noem vier voorbeelden van werkvelden uit deze sector.
Onderwijs, onderzoek, studiebegeleiding en gezondheidsbevordering (Brysbaert, 2022,
p.58).
4. Noem een verschil tussen Behaviorisme en Cognitieve Psychologie.
Behaviorisme is een psychologische stroming waarin men het standpunt huldigt dat
enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van
psychologische onderzoek en theorievorming (Brysbaert, 2022, p. 25).
Cognitieve psychologie gelooft dat informatie verwerkt wordt in de hersenen en dat
men de mechanismen van de informatieverwerking kan blootleggen door gebruik te
maken van natuurwetenschappelijke methode (Brysbaert, 2022, p. 28).
5. Wat wordt bedoeld met het ‘Positivisme’?
Het positivisme is een filosofische stroming die beweert dat kennis alleen kan worden
verkregen door middel van empirische observaties en wetenschappelijke analyse van de
werkelijke wereld. Een van de belangrijkste figuren in de ontwikkeling van het
positivisme was de Franse filosoof Auguste Comté, die de term 'positivisme' bedacht en
de nadruk legde op het belang van empirisch onderzoek en positieve wetenschappen
zoals natuurkunde, biologie en sociologie. Het positivisme is dus een beweging die
2
Take-Home tentamen
,Inhoudsopgave
Onderdeel A: leerteamvragen........................................................................................................................ 2
Week 2..................................................................................................................................................................2
Week 3..................................................................................................................................................................3
Week 4..................................................................................................................................................................5
Week 5..................................................................................................................................................................7
Week 6..................................................................................................................................................................9
Week 7................................................................................................................................................................11
Onderdeel B: leerteamopdrachten............................................................................................................... 13
Opdracht 1 - eetgedrag......................................................................................................................................13
Opdracht 2 – optische illusies.............................................................................................................................15
Opdracht 3 – conditionering..............................................................................................................................16
Opdracht 4 - intelligentie....................................................................................................................................18
Opdracht 5 – mentale problemen......................................................................................................................19
Onderdeel C................................................................................................................................................. 20
Opdracht 6 - ontwikkelingen psychiatrie............................................................................................................20
Onderdeel D................................................................................................................................................ 22
Samenvatting en reflectie van de presentatie....................................................................................................22
Bronvermelding........................................................................................................................................... 24
1
, Onderdeel A: leerteamvragen
Week 2
1. Waar ligt de oorsprong van de psychologie? Noem een of twee namen van denkers/
wetenschappers uit hoofdstuk 1 die deze oorsprong vertegenwoordigen.
Beargumenteer kort het antwoord.
In 400 c.Chr. hielden de filosofen Socrates, Aristoteles en Plato zich bezig met de wereld
om hen heen, de plaats van de mens en wat zich in het brein afspeelt. Dit wordt ook wel
de oorsprong van de psychologie genoemd. Er werd een onderscheid gemaakt tussen
waarneming en werkelijkheid door Plato. Ook werd het verband tussen lichaam en ziel
onderzocht door Aristoteles. Volgens Aristoteles en Plato was wiskunde het hoogtepunt
van wijsheid. (Brysbaert, 2022, p.14).
2. Beschrijf kort een vijftal theoretische stromingen in de psychologie.
- Structuralisme: Bij deze stroming wordt er gekeken naar het individu en daardoor
wordt er geprobeerd het bewustzijn te ontdekken (Brysbaert, 2022, p.23).
- Functionalisme: Er wordt vooral gekeken naar het doel van gedrag en het
bewustzijn (Brysbaert, 2022, p.24).
- Positivisme: je kan door natuurwetenschappen het beste de wereld begrijpen en
kennis kan genereren (Brysbaert, 2022, p.25).
- Behaviorisme: een psychologisch onderzoek kan alleen gevormd worden door
observeerbaar en meetbaar gedrag. Op deze manier wordt gedrag gecontroleerd
en voorspeld (Brysbaert, 2022, p.25).
- Empirisme: de geest kan enkel gevormd worden door zintuigelijke ervaringen en
niet door aangeboren ideeën (Brysbaert, 2022, p. 21).
3. Veel psychologen werken niet als therapeut, maar werken in de dienstverlenende
sector. Noem vier voorbeelden van werkvelden uit deze sector.
Onderwijs, onderzoek, studiebegeleiding en gezondheidsbevordering (Brysbaert, 2022,
p.58).
4. Noem een verschil tussen Behaviorisme en Cognitieve Psychologie.
Behaviorisme is een psychologische stroming waarin men het standpunt huldigt dat
enkel observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van
psychologische onderzoek en theorievorming (Brysbaert, 2022, p. 25).
Cognitieve psychologie gelooft dat informatie verwerkt wordt in de hersenen en dat
men de mechanismen van de informatieverwerking kan blootleggen door gebruik te
maken van natuurwetenschappelijke methode (Brysbaert, 2022, p. 28).
5. Wat wordt bedoeld met het ‘Positivisme’?
Het positivisme is een filosofische stroming die beweert dat kennis alleen kan worden
verkregen door middel van empirische observaties en wetenschappelijke analyse van de
werkelijke wereld. Een van de belangrijkste figuren in de ontwikkeling van het
positivisme was de Franse filosoof Auguste Comté, die de term 'positivisme' bedacht en
de nadruk legde op het belang van empirisch onderzoek en positieve wetenschappen
zoals natuurkunde, biologie en sociologie. Het positivisme is dus een beweging die
2