J. Evers (red). Kwalitatief interviewen: kunst en kunde. Den Haag: Lemma, 2007: 3-22.
(ISBN 978-90-5931-074-2)
Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek is de vraagstelling die zich richt op onderwerpen die te maken hebben met de
wijze waarop mensen betekenis geven aan hun sociale omgeving met als doel het te beschrijven en
waar mogelijk te verklaren. We kunnen een zestal kenmerken benoemen:
- Directe waarneming in de natuurlijke situatie
- De onderzoeker is nadrukkelijk aanwezig bij de dataverzameling
o Het gaat niet om de hoeveelheid data
o Hij kan daarbij de rol van buitenstaander of juist van participant aannemen
- De inductieve werkwijze prevaleert meestal
o De onderzoeker kan tot een nieuwe en soms verregaande gereduceerde indeling van
data komen, tot abstracties van de verzamelde informatie, wat zo mogelijk leidt tot
‘theorie’.
o Bij deductie gaat de onderzoeker vanuit een theorie onderzoek doen
- Het perspectief van de respondent staat centraal
- Holistische of contextuele benadering
- Onderzoeksresultaten vaak in verhalende vorm
Soorten onderzoek (stomingen) en de beste methode om dit te
onderzoeken
De gefundeerde theoriebenadering (grounded theorie, GT): uit te voeren middels een open
interview, de onderzoeker wilt alles weten van de geïnterviewde met betrekking tot het te
onderzoeken fenomeen, meestal na twee interviews volgt de data-analyse en reflectie op de eerste
onderzoeksresultaten. De volgende interviews zijn een stuk meer gestructureerd omdat de
interviewer bepaalde thema’s wilt uitdiepen.
Etnomethodologie: er wordt onderzoek gedaan naar de sociale orde zoals die tot stand komt in de
vormgeving en definiëring van situaties door actoren. Er wordt gekeken hoe mensen met elkaar
kunnen samenleven. Institutionele etnografie verdiept zich in relaties tussen het macroniveau van
instituties en de wijze waarop zij het microniveau van respondenten beïnvloeden.
- Bij de etnografische methode verblijft de onderzoeker vaak langere tijd in het veld en doet
mee aan het dagelijks leven van de respondenten. Er worden verschillende
dataverzamelingsstrategieën ingezet, zoals observeren, participeren, interviewen, foto’s of
video’s maken en andere informatie verzamelen (het ‘veldwerk’).
o Er wordt onderscheid gemaakt tussen formele interviews, waar een afspraak voor
wordt gemaakt en deze vaak opgenomen wordt waarna deze volledig wordt
uitgeschreven en informele interviews die plaatsvinden tijdens het veldwerk en niet
voorbereid zijn, de onderzoeker maakt (achteraf) aantekeningen van deze
interviews.
De fenomenologie: er wordt onderzoek gedaan naar de beleving en interpretatie van de wereld door
mensen. In het achterhalen daarvan zet de onderzoeker de eigen ervaring van deze wereld ‘tussen
haakjes’ (bracketing) en benadert het te onderzoeken fenomeen op onbevangen wijze, of doet daar
in ieder geval een poging tot. ‘De’ werkelijkheid bestaat niet volgens de fenomenologen, maar wordt
gevormd door de interpretatie ervan door mensen.