Hoofdstuk 1 Natuurkunde vwo 4
§1.1 Grootheden en eenheden
Kwantitatieve waarneming = Als je iets met een meetlint meet.
Kwalitatieve waarneming = Bevat geen meetgegevens. Je vergelijkt bijvoorbeeld iets
met elkaar zonder iets daadwerkelijk te meten.
Grootheid = Iets dat je kunt meten. (Grootheid = getal x eenheid)
⤷ Lengte, gewicht, tijd, snelheid.
Eenheid = De maat waarmee je meet.
⤷ Meter, kilogram, seconden, meter per seconde.
§1.2 Werken met machten van 10
103 = 10 x 10 x 10 = 1000
102 = 10 x 10 = 100
101 = 10
100 = 1
10-1 = 1/101 = 0,1
10-2 = 1/102 = 0,01
Wetenschappelijke notatie
826 = 8,26 x 102
0,0064 = 6,4 x 10-3
De orde van grootte
Soms is het niet mogelijk de waarde van een grootheid met een grote nauwkeurigheid
op te geven. Dan noteer je alleen de orde van grootte.
De orde van grootte geef je aan in een macht van 10.
De afstand zon-aarde is 1,469 x 1011. De orde van grootte is 1011 m.
De massa van een elektron is 9,1 x 10-31. De orde van grootte is 10 x 10-31 = 10-30 kg.
Rekenregels met machten van 10 (zelfde als met machten van eenheden)
- 1/10p = 10-p
- 10p x 10q = 10p + q
- 10p/10q = 10p - q
- (10p)q = 10p x q
, Voorvoegsels of vermenigvuldigingsfactoren
Factor Naam Symbool Nederlandse naam
103 Kilo K Duizend
106 Mega M Miljoen
109 Giga G Miljard
Factor Naam Symbool Nederlandse naam
10-3 Milli m Duizendste
10-6 Micro μ Miljoenste
10-9 Nano n Miljardste
§1.3 Werken met eenheden
V=lxbxh
= 4,5 m x 3,2 m x 2,5
= 4,5 x 3,2 x 2,5
= m1 x m1 x m1
= 36 m1+1+1
= 36 m3
Rekenregels met machten van eenheden (zelfde als met machten van 10)
- 1/mp = m-p
- mp x mq = mp + q
- mp/mq = mp - q
- (mp)q = mp x q
De eenheid van snelheid is m/s. Dit betekent m ÷ s. In plaats daarvan mag je ook m s-1
schrijven.
Formules
Oppervlakte cirkel (wordt m2): A = πr2 of ¼ πd2
r = de straal in m.
d = de diameter in m.
A = de oppervlakte.
§1.1 Grootheden en eenheden
Kwantitatieve waarneming = Als je iets met een meetlint meet.
Kwalitatieve waarneming = Bevat geen meetgegevens. Je vergelijkt bijvoorbeeld iets
met elkaar zonder iets daadwerkelijk te meten.
Grootheid = Iets dat je kunt meten. (Grootheid = getal x eenheid)
⤷ Lengte, gewicht, tijd, snelheid.
Eenheid = De maat waarmee je meet.
⤷ Meter, kilogram, seconden, meter per seconde.
§1.2 Werken met machten van 10
103 = 10 x 10 x 10 = 1000
102 = 10 x 10 = 100
101 = 10
100 = 1
10-1 = 1/101 = 0,1
10-2 = 1/102 = 0,01
Wetenschappelijke notatie
826 = 8,26 x 102
0,0064 = 6,4 x 10-3
De orde van grootte
Soms is het niet mogelijk de waarde van een grootheid met een grote nauwkeurigheid
op te geven. Dan noteer je alleen de orde van grootte.
De orde van grootte geef je aan in een macht van 10.
De afstand zon-aarde is 1,469 x 1011. De orde van grootte is 1011 m.
De massa van een elektron is 9,1 x 10-31. De orde van grootte is 10 x 10-31 = 10-30 kg.
Rekenregels met machten van 10 (zelfde als met machten van eenheden)
- 1/10p = 10-p
- 10p x 10q = 10p + q
- 10p/10q = 10p - q
- (10p)q = 10p x q
, Voorvoegsels of vermenigvuldigingsfactoren
Factor Naam Symbool Nederlandse naam
103 Kilo K Duizend
106 Mega M Miljoen
109 Giga G Miljard
Factor Naam Symbool Nederlandse naam
10-3 Milli m Duizendste
10-6 Micro μ Miljoenste
10-9 Nano n Miljardste
§1.3 Werken met eenheden
V=lxbxh
= 4,5 m x 3,2 m x 2,5
= 4,5 x 3,2 x 2,5
= m1 x m1 x m1
= 36 m1+1+1
= 36 m3
Rekenregels met machten van eenheden (zelfde als met machten van 10)
- 1/mp = m-p
- mp x mq = mp + q
- mp/mq = mp - q
- (mp)q = mp x q
De eenheid van snelheid is m/s. Dit betekent m ÷ s. In plaats daarvan mag je ook m s-1
schrijven.
Formules
Oppervlakte cirkel (wordt m2): A = πr2 of ¼ πd2
r = de straal in m.
d = de diameter in m.
A = de oppervlakte.
