Beroepstaak 4 Onderzoekend Vermogen in de praktijk samenvatting

BT4 – Samenvatting periode 4
Hoofdstuk 1
 Belang van onderzoek
o Leraar moet onderzoekend vermogen hebben, omdat het onderwijs altijd in
ontwikkeling is (nieuwe methoden, inzichten, gebeurtenissen).
o Hoe het onderwijs over 20 jaar eruit ziet kunnen we niet zeggen. Wel is het mogelijk
om ons op te leiden / om ons te leren hoe we met die veranderingen om kunnen
gaan.

- Vermogen = kennis, vaardigheden en houding
- Hebben van onderzoekend vermogen =
1. Je beseft wanneer kennis ontbreekt
2. Je bepaalt hoe je omgaat met die ontbrekende kennis
3. Je weet hoe je passend en kloppend een onderzoek uitvoert.
4. Het resultaat van dat onderzoek maak je bruikbaar binnen je werk.

Een professional met onderzoekende houding is
- Opmerkzaam
o Alert, waakzaam zijn.
o Weten wat je ziet, maar ook wat je niet ziet.
o Ontwikkelen opmerkzame houding:
 Bewust zijn van het onderscheid tussen feit en interpretatie
 Bewust wisselen van perspectief
 Zorgen dat je voldoende kennis hebt.
- Nieuwsgierig
- Bedachtzaam
- Kritisch

Meisje bijt op haar pen …
Ze kijkt bij andere leerling voor de antwoorden, raakt dan in een gesprek. Snel afgeleid, geen
concentratie. Het is onrustig in de klas, niet goed voor de werkhouding.

Werken van een idee/vraag/probleem/wens naar een beroepsproduct:
- Maken van een analyse
- Geven van een advies
- Ontwerpen van producten of interventies
- Uitvoeren van een handeling

Van deelproduct naar eindproduct

Model onderzoek doen: integratiemodel onderzoekend vermogen
- Bij elke stap doorloop je de onderzoek cyclus, maar niet altijd helemaal.
- Je kiest bij elke stap voor opzoeken, uitzoeken of onderzoeken
- Alleen bij onderzoeken gebruik je de hele cyclus

Soorten informatie:
1. Fysieke informatie
a. Boeken etc.
2. Digitale informatie
a. Websites etc.

, Hoofdstuk 2 - Wat is een onderzoekende houding
Opmerkzaamheid ontwikkelen:
- Kunnen onderscheiden van feit en interpretatie
- Bewust wisselen van perspectief
- Zorgen dat je voldoende kennis hebt

Opmerkzaam willen zijn
Nieuwsgierig willen zijn
Bedachtzaam willen zijn
Kritisch willen zijn (kritisch denken en redeneren)

Redeneerfouten voorbeelden:
- Verkeerde gevolgtrekking
- Overhaaste generalisatie
- Cirkelredenering
- Etc.


Onzekerheid komt vooral voor in situaties met:
- Een complexe situatie die lastig te begrijpen en te analyseren is
- Onduidelijkheid over wat er in een situatie wel of niet waar is/klopt
- Waarin niet goed te voorspellen is wat er gebeurt als je een bepaalde actie onderneemt.

Hoofdstuk 3 - Onderzoekende houding in beroepspraktijk
Wetenschappelijke bronnen
 Vaste structuur
o Inleiding/abstract
o Methode van onderzoek
o Resultaten
o Conclusies/discussie
o Literatuurlijst

- Opzoekvragen Bijv. ‘kijken in welke provincie Gouda ligt’
- Uitzoekvragen Iemand heeft er onderzoek naar gedaan, moet het alleen
even uitzoeken
- Onderzoeksvragen Data verzamelen en analyseren etc.

Hoofdstuk 4 – Formuleren van onderzoeksvraag
Maken van onderzoeksvraag
- Waarom is goede onderzoeksvraag belangrijk?
o Een goede onderzoeksvraag zorgt ervoor dat je aan het einde van je onderzoek de
juiste informatie in handen hebt waarmee je actie kunt ondernemen

- Een aantal belangrijke kenmerken van een goede onderzoeksvraag?
o Het is een open vraag
o Het is één vraag
o De vraag is niet eenduidig (niet voor meerdere interpretaties)
o Er zit geen vooronderstelling in de vraag
o Er zit geen ‘je’ in de vraag (hoe ga je om… Maar hoe gaat een leraar basisonderwijs..)
o Specifieer de doelgroepen (leerkrachten, leerlingen, groep enz.)
o Anoniem (geen namen erin)