Betekenisvol leren
Onderzoeksverslag Fasetoets 2A
“Volwassenen begrijpen nooit iets uit zichzelf
en voor kinderen is het vermoeiend hun altijd
weer alles uit te moeten leggen”
Antoine de Saint-Exupéry, Le Petit Prince
Figuur 1 In De Ruimte - Foto Maaike Peterse
Maaike Peterse
Hogeschool InHolland VKDTDigi 2A
Mei 2024
,Vormvereisten
Criteria Omschrijving Vink aan als je
bewijsdossier voldoet
aan de eis
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de reflectie (claim)
ondersteunen ten aanzien van de leeruitkomst(en).
In het bewijsdossier wordt op passende plekken naar
bewijsmaterialen verwezen en het bewijsmateriaal is geordend
(alle onderdelen zijn aanwezig).
Omvang De omvang van de kerntekst (onderbouwing en verantwoording)
bestaat uit maximaal 7500 woorden. Vermeld hiernaast het aantal +/- 6500
woorden van de kerntekst.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en via de navigatiebalk te
(bronnen) bereiken (koppenstructuur).
Bronvermelding Je verwijst volgens de APA-richtlijnen naar de gebruikte bronnen (in
de tekst en in de bronnenlijst).
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw en indeling).
2
,Verwijswijzer
Leeruitkomst 1
Indicator Vindplaats
1.1 1.1 Aanleiding
Je stelt relevante onderzoeksvragen 1.2 Probleembeschrijving
om het onderzoeksonderwerp in
beeld te brengen.
1.2 2.1. Theoretische verdieping
Je toont goed bronnengebruik aan 2.1.1 Deelvraag 1: Waarom
door samenhang te brengen in de betekenisvol onderwijs aan kleuters?
verplichte literatuur en meerdere 2.1.2 Deelvraag 2: Wat is de rol van
zelfgekozen betrouwbare en actuele de leerkracht bij betekenisvol
bronnen over betekenisvol leren en onderwijs
betekenisvol handelen van een leraar 2.1.3 Deelvraag 3: ““Hoe maak je van
in een rijke betekenisvolle een leeshoek een betekenisvolle en
(speel)leeromgeving. rijke omgeving voor kleuters?”
1.3 2.2.1. Behoefteanalyse
Je ontwerpt en gebruikt betrouwbare 2.2.2. Doelgroepanalyse
en valide onderzoeksinstrumenten in
het contextonderzoek.
Leeruitkomst 2
Indicator Vindplaats
2.1 2.2.3. Contextanalyse
Je analyseert de context met behulp
van de onderzoeksmethoden en
beschrijft nauwkeurig de gevonden
resultaten.
2.2 3.1 Ontwerpcriteria
Je beschrijft logische ontwerp- en 3.2 Ontwerpidee
evaluatiecriteria voor het te 3.3 Doelen
ontwerpen onderwijs gebaseerd op 3.4 Evaluatiecriteria
literatuuronderzoek en
contextanalyse.
Leeruitkomst 3
Indicator Vindplaats
3.1 3.5 Planning
Je ontwerpt betekenisvol onderwijs op 4. FASE 4 UITVOERING
basis van de ontwerpcriteria en de
gestelde doelen voor de kinderen en je
eigen handelen.
3.2 5. FASE 5 EVALUATIE EN CONCLUSIE
Je gebruikt feedback en legt uit wat de
betekenis is hiervan op het ontwerp
3.3
Je voert betekenisvol onderwijs uit op 4. FASE 4 UITVOERING
basis van de ontwerpcriteria en de
gestelde doelen
3.4 5. FASE 5 EVALUATIE EN CONCLUSIE
Je trekt conclusies op basis van de
resultaten van de evaluatie van het
ontwerp en beantwoordt de
hoofdvraag. 5. FASE 5 EVALUATIE EN CONCLUSIE
3.5
Je reflecteert op jouw ontwerpen jouw
(vak)didactische handelen binnen
betekenisvol onderwijs.
3
, VOORWOORD
‘Wat wil je later worden als je groot bent?’.
Zo’n vraag die je gesteld werd als kleuter. Geen enkele twijfel bij kleuter Maaike. Muzikant, Juf en Moeder.
Moeder werd het door omstandigheden niet, maar muzikant en juf wel. 2 uit 3. Ik ben niet ontevreden. Aan
het Koninklijk Conservatorium studeerde ik cello en schoolmuziek (tegenwoordig Docent Muziek) en werd
muziekvakleerkracht en uitvoerend celliste. Ik werk sinds 2001 fulltime als muziekvakleerkracht in het
basisonderwijs en doe dat fluitend. Ik vind het heerlijk en zalig. Naast mijn baan als muziekjuf en uitvoerend
musicus is studeren een heerlijke maar stevige uitdaging.
Ik geef al 22 jaar lang kleuterklassen muziekles en vind dat echt een vak apart. Ik heb tijdens mijn studie geen
stage bij de kleuters kunnen lopen, mijn stages waren bij 6, 3 en nu 8 en daar blijf ik hangen tot mijn
afstuderen. Ik kies voor het Oudere Kind. Maar ik heb een constructie weten te vinden om een aantal weken
mee te kunnen lopen bij groep 2 van éen van mijn twee scholen. Ik ben namelijk op twee scholen werkzaam als
vakleerkracht muziek, namelijk op de Delftsche Schoolvereeniging (sinds 2008) en op Basisschool de Triangel
(sinds 2018).
Het onderzoek voer ik uit ten tijde van een ‘verlengde’ periode E/ F op Basisschool de Triangel en heeft me heel
veel plezier gegeven. Het opschrijven van dit onderzoek minder. Ik vind het nog steeds een zoektocht in het
APA-regelbos, het keuzes maken, de onzekerheid over wat te schrappen en toch maar opnieuw schrijven,
schrijven vanuit de ik-vorm, schrijven vanuit de derde persoon enkelvoud, alles weghalen en weer beginnen.
Het allermooiste van dit onderzoek vond ik het kijken en meelopen bij een van de leukste collega’s die ik heb.
Een kleuterjuf in hart en nieren, als ik later als ik groot word dan toch kleuterjuf zou worden het allerliefste
zoals Jennifer, want van haar krijg ik inspiratie.
Ik hoop dat u als lezer van mijn kijk op betekenisvol leren geniet!
Maaike Peterse
Den Haag, mei 2024
#700378
4
Onderzoeksverslag Fasetoets 2A
“Volwassenen begrijpen nooit iets uit zichzelf
en voor kinderen is het vermoeiend hun altijd
weer alles uit te moeten leggen”
Antoine de Saint-Exupéry, Le Petit Prince
Figuur 1 In De Ruimte - Foto Maaike Peterse
Maaike Peterse
Hogeschool InHolland VKDTDigi 2A
Mei 2024
,Vormvereisten
Criteria Omschrijving Vink aan als je
bewijsdossier voldoet
aan de eis
Volledigheid Het bewijsdossier bevat bewijzen die de reflectie (claim)
ondersteunen ten aanzien van de leeruitkomst(en).
In het bewijsdossier wordt op passende plekken naar
bewijsmaterialen verwezen en het bewijsmateriaal is geordend
(alle onderdelen zijn aanwezig).
Omvang De omvang van de kerntekst (onderbouwing en verantwoording)
bestaat uit maximaal 7500 woorden. Vermeld hiernaast het aantal +/- 6500
woorden van de kerntekst.
Transparantie Bewijzen zijn als bijlagen opgenomen en via de navigatiebalk te
(bronnen) bereiken (koppenstructuur).
Bronvermelding Je verwijst volgens de APA-richtlijnen naar de gebruikte bronnen (in
de tekst en in de bronnenlijst).
Structuur Het bewijsdossier is toegankelijk (opbouw en indeling).
2
,Verwijswijzer
Leeruitkomst 1
Indicator Vindplaats
1.1 1.1 Aanleiding
Je stelt relevante onderzoeksvragen 1.2 Probleembeschrijving
om het onderzoeksonderwerp in
beeld te brengen.
1.2 2.1. Theoretische verdieping
Je toont goed bronnengebruik aan 2.1.1 Deelvraag 1: Waarom
door samenhang te brengen in de betekenisvol onderwijs aan kleuters?
verplichte literatuur en meerdere 2.1.2 Deelvraag 2: Wat is de rol van
zelfgekozen betrouwbare en actuele de leerkracht bij betekenisvol
bronnen over betekenisvol leren en onderwijs
betekenisvol handelen van een leraar 2.1.3 Deelvraag 3: ““Hoe maak je van
in een rijke betekenisvolle een leeshoek een betekenisvolle en
(speel)leeromgeving. rijke omgeving voor kleuters?”
1.3 2.2.1. Behoefteanalyse
Je ontwerpt en gebruikt betrouwbare 2.2.2. Doelgroepanalyse
en valide onderzoeksinstrumenten in
het contextonderzoek.
Leeruitkomst 2
Indicator Vindplaats
2.1 2.2.3. Contextanalyse
Je analyseert de context met behulp
van de onderzoeksmethoden en
beschrijft nauwkeurig de gevonden
resultaten.
2.2 3.1 Ontwerpcriteria
Je beschrijft logische ontwerp- en 3.2 Ontwerpidee
evaluatiecriteria voor het te 3.3 Doelen
ontwerpen onderwijs gebaseerd op 3.4 Evaluatiecriteria
literatuuronderzoek en
contextanalyse.
Leeruitkomst 3
Indicator Vindplaats
3.1 3.5 Planning
Je ontwerpt betekenisvol onderwijs op 4. FASE 4 UITVOERING
basis van de ontwerpcriteria en de
gestelde doelen voor de kinderen en je
eigen handelen.
3.2 5. FASE 5 EVALUATIE EN CONCLUSIE
Je gebruikt feedback en legt uit wat de
betekenis is hiervan op het ontwerp
3.3
Je voert betekenisvol onderwijs uit op 4. FASE 4 UITVOERING
basis van de ontwerpcriteria en de
gestelde doelen
3.4 5. FASE 5 EVALUATIE EN CONCLUSIE
Je trekt conclusies op basis van de
resultaten van de evaluatie van het
ontwerp en beantwoordt de
hoofdvraag. 5. FASE 5 EVALUATIE EN CONCLUSIE
3.5
Je reflecteert op jouw ontwerpen jouw
(vak)didactische handelen binnen
betekenisvol onderwijs.
3
, VOORWOORD
‘Wat wil je later worden als je groot bent?’.
Zo’n vraag die je gesteld werd als kleuter. Geen enkele twijfel bij kleuter Maaike. Muzikant, Juf en Moeder.
Moeder werd het door omstandigheden niet, maar muzikant en juf wel. 2 uit 3. Ik ben niet ontevreden. Aan
het Koninklijk Conservatorium studeerde ik cello en schoolmuziek (tegenwoordig Docent Muziek) en werd
muziekvakleerkracht en uitvoerend celliste. Ik werk sinds 2001 fulltime als muziekvakleerkracht in het
basisonderwijs en doe dat fluitend. Ik vind het heerlijk en zalig. Naast mijn baan als muziekjuf en uitvoerend
musicus is studeren een heerlijke maar stevige uitdaging.
Ik geef al 22 jaar lang kleuterklassen muziekles en vind dat echt een vak apart. Ik heb tijdens mijn studie geen
stage bij de kleuters kunnen lopen, mijn stages waren bij 6, 3 en nu 8 en daar blijf ik hangen tot mijn
afstuderen. Ik kies voor het Oudere Kind. Maar ik heb een constructie weten te vinden om een aantal weken
mee te kunnen lopen bij groep 2 van éen van mijn twee scholen. Ik ben namelijk op twee scholen werkzaam als
vakleerkracht muziek, namelijk op de Delftsche Schoolvereeniging (sinds 2008) en op Basisschool de Triangel
(sinds 2018).
Het onderzoek voer ik uit ten tijde van een ‘verlengde’ periode E/ F op Basisschool de Triangel en heeft me heel
veel plezier gegeven. Het opschrijven van dit onderzoek minder. Ik vind het nog steeds een zoektocht in het
APA-regelbos, het keuzes maken, de onzekerheid over wat te schrappen en toch maar opnieuw schrijven,
schrijven vanuit de ik-vorm, schrijven vanuit de derde persoon enkelvoud, alles weghalen en weer beginnen.
Het allermooiste van dit onderzoek vond ik het kijken en meelopen bij een van de leukste collega’s die ik heb.
Een kleuterjuf in hart en nieren, als ik later als ik groot word dan toch kleuterjuf zou worden het allerliefste
zoals Jennifer, want van haar krijg ik inspiratie.
Ik hoop dat u als lezer van mijn kijk op betekenisvol leren geniet!
Maaike Peterse
Den Haag, mei 2024
#700378
4
