Embryologie 1)algemeen en specifiek: hoofd/ aangezicht 2) schisis 3)
aanleg tanden en kiezen
1. de ontwikkeling van de eicel na bevruchting beschrijven
2. de vorming en innesteling van de blastocyst, en daarop volgend:
a. de vorming van de placenta
b. de vorming van het embryo (t/m week 8, dwz de stadia gastrulatie en organogenese)
3. de normale vroege ontwikkeling (t/m week 12) van aangezicht en gehemelte beschrijven, en
uitleggen welke stap(pen) in het ontwikkelingsproces bij een individu met schisis gestoord is/zijn
geweest.
4. de normale embryonale en foetale ontwikkeling van de mandibula, maxilla en tong beschrijven.
5. uitleggen welke vormen van schisis er zijn en hoe deze behandeld worden.
6. uitleggen hoe schisis de mondgezondheid beïnvloedt.
7. het interdisciplinaire karakter van de huidige zorg voor schisis-patiënten uitleggen.
8. uitleggen hoe de vroege ontwikkeling van tanden en kiezen verloopt, gerelateerd aan de 9.
histologisch herkenbare stadia (knop, kap, klok), met bijzondere aandacht voor de
ontwikkelingsstadia van ameloblasten en odontoblasten.
9. uitleggen wat wordt verstaan onder het kroonstadium, ten behoeve van de interpretatie van
overzichtstabellen over chronologie van tandontwikkeling. (zie leercyclus 1.8, onderwerp III,
leerdoel 5)
10. in celbiologische en moleculaire termen beschrijven hoe glazuur en dentine worden gevormd.
11. in celbiologische en moleculaire termen beschrijven hoe de wortel wordt gevormd, met de
nadruk op de vorming van cement en het parodontaal ligament.
12. uitleggen wat de huidige inzichten zijn ten aanzien van de relatie tussen ontwikkeling en groei
van een gebitselement enerzijds en eruptie anderzijds, daarbij in globale termen de experimentele
basis van deze inzichten betrekkend.
13. microscopische afbeeldingen (LM en EM) van zich ontwikkelend en volwassen tandweefsel
interpreteren aan de hand van de verworven kennis.
, • Prenatale periode: Voor de geboorte. Bestaat uit de
- Embryonale periode: Eerste 8 weken. Alle structuren die belangrijk zijn voor het
aangezicht worden gevormd.
- Feutale periode: >8 weken
• Postnatale periode: Na de geboorte.
Na de bevruchting vermeerderen de cellen zich, ze worden niet groter.
Focussen op de periode tussen de 4e en de 8e week na de bevruchting.
Hier wordt het aangezicht gevormd.
Ontwikkeling embryo: Door afscheiding van hormonen vindt er geen menstruatie plaats.
,Embryo 4 weken. 4 mm
Belangrijke structuren:
• 1x Processus frontonasalis
• 2x Processus maxillaris
• 2x Processus mandibularis
Stomodeum
• Neusplacoden
• Oogplacoden
1e kieuwboog: mandibula + maxilla
2e kieuwboog: hyoidarch
,
aanleg tanden en kiezen
1. de ontwikkeling van de eicel na bevruchting beschrijven
2. de vorming en innesteling van de blastocyst, en daarop volgend:
a. de vorming van de placenta
b. de vorming van het embryo (t/m week 8, dwz de stadia gastrulatie en organogenese)
3. de normale vroege ontwikkeling (t/m week 12) van aangezicht en gehemelte beschrijven, en
uitleggen welke stap(pen) in het ontwikkelingsproces bij een individu met schisis gestoord is/zijn
geweest.
4. de normale embryonale en foetale ontwikkeling van de mandibula, maxilla en tong beschrijven.
5. uitleggen welke vormen van schisis er zijn en hoe deze behandeld worden.
6. uitleggen hoe schisis de mondgezondheid beïnvloedt.
7. het interdisciplinaire karakter van de huidige zorg voor schisis-patiënten uitleggen.
8. uitleggen hoe de vroege ontwikkeling van tanden en kiezen verloopt, gerelateerd aan de 9.
histologisch herkenbare stadia (knop, kap, klok), met bijzondere aandacht voor de
ontwikkelingsstadia van ameloblasten en odontoblasten.
9. uitleggen wat wordt verstaan onder het kroonstadium, ten behoeve van de interpretatie van
overzichtstabellen over chronologie van tandontwikkeling. (zie leercyclus 1.8, onderwerp III,
leerdoel 5)
10. in celbiologische en moleculaire termen beschrijven hoe glazuur en dentine worden gevormd.
11. in celbiologische en moleculaire termen beschrijven hoe de wortel wordt gevormd, met de
nadruk op de vorming van cement en het parodontaal ligament.
12. uitleggen wat de huidige inzichten zijn ten aanzien van de relatie tussen ontwikkeling en groei
van een gebitselement enerzijds en eruptie anderzijds, daarbij in globale termen de experimentele
basis van deze inzichten betrekkend.
13. microscopische afbeeldingen (LM en EM) van zich ontwikkelend en volwassen tandweefsel
interpreteren aan de hand van de verworven kennis.
, • Prenatale periode: Voor de geboorte. Bestaat uit de
- Embryonale periode: Eerste 8 weken. Alle structuren die belangrijk zijn voor het
aangezicht worden gevormd.
- Feutale periode: >8 weken
• Postnatale periode: Na de geboorte.
Na de bevruchting vermeerderen de cellen zich, ze worden niet groter.
Focussen op de periode tussen de 4e en de 8e week na de bevruchting.
Hier wordt het aangezicht gevormd.
Ontwikkeling embryo: Door afscheiding van hormonen vindt er geen menstruatie plaats.
,Embryo 4 weken. 4 mm
Belangrijke structuren:
• 1x Processus frontonasalis
• 2x Processus maxillaris
• 2x Processus mandibularis
Stomodeum
• Neusplacoden
• Oogplacoden
1e kieuwboog: mandibula + maxilla
2e kieuwboog: hyoidarch
,