Groepsopdracht Project 8
EU
1
, Vraag 1.
De titel van het voorgestelde burgerinitiatief:
Wijziging van richtlijn 2004/38/EG inzake het recht op vrij verkeer en verblijf van
unieburgerschap.
Vraag 2.
Het onderwerp:
Het verkrijgen van afgeleid verblijfsrecht via Europa-route voor derdelander familielid van
een Unieburger op grond van Unierecht op basis haar echt op vrij verkeer en verblijf.
Vraag 3.
Een beschrijving van de doelstellingen van het voorgestelde burgerinitiatief:
Een sterkere positie voor de unieburger in zijn recht van vrij verkeer en verblijf binnen
Europa, waarbij geldt dat een derdelander familielid van de unieburger mag voegen of deze
mag begeleiden. En als deze unieburger weer terugkeert naar de lidstaat van zijn
nationaliteit dan blijft het verblijfsrecht van de derdelander familielid gelden. De
voorwaarden van Advocaat- Generaal en van het Hof dienen te worden opgenomen in de
Richtlijn.
Vraag 4.
De bepalingen van de Verdragen die door de organisatoren relevant worden geacht voor
de voorgestelde maatregel:
- Art. 20 lid 1 juncto lid 2 sub a VWEU Elke burger die de nationaliteit heeft van een
lidstaat is een Unieburger en heeft het recht op zich vrij op het grondgebied van de lidstaat
te verplaatsen en er vrij te verblijven.
- Art. 21 lid 1 VWEU het recht op vrij reizen binnen lidstaten en te verblijven.
- Art. 45 lid 1 VWEU Werknemer mag binnen de Unie werken als hij wilt.
- Richtlijn 2004/38/EG
- Art. 11 VEU het recht van de Unieburgers om een burgerinitiatief in te dienen.
2
EU
1
, Vraag 1.
De titel van het voorgestelde burgerinitiatief:
Wijziging van richtlijn 2004/38/EG inzake het recht op vrij verkeer en verblijf van
unieburgerschap.
Vraag 2.
Het onderwerp:
Het verkrijgen van afgeleid verblijfsrecht via Europa-route voor derdelander familielid van
een Unieburger op grond van Unierecht op basis haar echt op vrij verkeer en verblijf.
Vraag 3.
Een beschrijving van de doelstellingen van het voorgestelde burgerinitiatief:
Een sterkere positie voor de unieburger in zijn recht van vrij verkeer en verblijf binnen
Europa, waarbij geldt dat een derdelander familielid van de unieburger mag voegen of deze
mag begeleiden. En als deze unieburger weer terugkeert naar de lidstaat van zijn
nationaliteit dan blijft het verblijfsrecht van de derdelander familielid gelden. De
voorwaarden van Advocaat- Generaal en van het Hof dienen te worden opgenomen in de
Richtlijn.
Vraag 4.
De bepalingen van de Verdragen die door de organisatoren relevant worden geacht voor
de voorgestelde maatregel:
- Art. 20 lid 1 juncto lid 2 sub a VWEU Elke burger die de nationaliteit heeft van een
lidstaat is een Unieburger en heeft het recht op zich vrij op het grondgebied van de lidstaat
te verplaatsen en er vrij te verblijven.
- Art. 21 lid 1 VWEU het recht op vrij reizen binnen lidstaten en te verblijven.
- Art. 45 lid 1 VWEU Werknemer mag binnen de Unie werken als hij wilt.
- Richtlijn 2004/38/EG
- Art. 11 VEU het recht van de Unieburgers om een burgerinitiatief in te dienen.
2
