De perceptuele ontwikkeling
1. Ongeborene
2. Pasgeborene
3. Baby
3.1 Zien
- Pasgeborene (geen gericht kijken, lichtgevoelig & kleuren, perceptuele constantie,…)
- 1 week (gericht kijken, beweging,…)
- 3 à 4 maanden (visuele functies zoals bij volwassenen)
3.2 Horen
- Pasgeborene heeft een voorkeur voor :
* Menselijke stemmen
* Vrouwelijke stemmen
* Moederstem
* Moedertaal
* Hoge tonen
- Baby/jong kind heeft het moeilijk met onderscheid tussen achtergrondgeluid en geluid dat voor
hem bestemd is
3.3 Ruiken en proeven
- Jonge baby’s hebben voorkeur voor zoete geuren & vloeistoffen
- Jonge baby’s gebruiken geurvermogen voor het vinden van de moederborst
3.4 Voelen
- Jonge baby’s vertonen emoties bij het voelen van warmte, kou, pijn en druk
- Reflexen als bewijs
- Mond heeft belangrijke functie als tastorgaan
3.5 Stimulerende omgeving
= omgeving die oriënterende respons teweegbrengt
= omgeving rijk aan prikkels
4. Peuter
- Herkennen van een object met een ander zintuig dan het zintuig waarmee hij het voorwerp eerst
waarnam
- Globale waarneming evolueert naar meer gedifferentieerd waarnemen
* Meer details
* Effect op tekenontwikkeling
- Verschil zien tussen op elkaar lijkende zaken
- Beïnvloed door psychologisch-emotionele factoren
5. Kleuter
- Steeds meer oog voor detail
- Waarneming wordt steeds nauwkeuriger
* Manier waarop kleuters met legpuzzels omgaan.
* Effect op de kleutertekening.
1. Ongeborene
2. Pasgeborene
3. Baby
3.1 Zien
- Pasgeborene (geen gericht kijken, lichtgevoelig & kleuren, perceptuele constantie,…)
- 1 week (gericht kijken, beweging,…)
- 3 à 4 maanden (visuele functies zoals bij volwassenen)
3.2 Horen
- Pasgeborene heeft een voorkeur voor :
* Menselijke stemmen
* Vrouwelijke stemmen
* Moederstem
* Moedertaal
* Hoge tonen
- Baby/jong kind heeft het moeilijk met onderscheid tussen achtergrondgeluid en geluid dat voor
hem bestemd is
3.3 Ruiken en proeven
- Jonge baby’s hebben voorkeur voor zoete geuren & vloeistoffen
- Jonge baby’s gebruiken geurvermogen voor het vinden van de moederborst
3.4 Voelen
- Jonge baby’s vertonen emoties bij het voelen van warmte, kou, pijn en druk
- Reflexen als bewijs
- Mond heeft belangrijke functie als tastorgaan
3.5 Stimulerende omgeving
= omgeving die oriënterende respons teweegbrengt
= omgeving rijk aan prikkels
4. Peuter
- Herkennen van een object met een ander zintuig dan het zintuig waarmee hij het voorwerp eerst
waarnam
- Globale waarneming evolueert naar meer gedifferentieerd waarnemen
* Meer details
* Effect op tekenontwikkeling
- Verschil zien tussen op elkaar lijkende zaken
- Beïnvloed door psychologisch-emotionele factoren
5. Kleuter
- Steeds meer oog voor detail
- Waarneming wordt steeds nauwkeuriger
* Manier waarop kleuters met legpuzzels omgaan.
* Effect op de kleutertekening.